e-WLD trefwoorden 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 140309
TrefwoordBegrip: dialectopgave (plaats)Toelichting
vleessop jus, vleesnat:   vlisoͅp (Zolder) III-2-3
vleesterkop sluik haar:   vlèèsterkop (Eigenbilzen) III-1-1
vleestijn pekelkuip:   vleštiŋ (Gulpen), vlēstiŋ (Noorbeek), vlēštin (Oirsbeek), vlēštiŋ (Eys), vlęjstin (Beek, ... ), vlęjštin (Geulle), vlęjštiŋ (Mesch) II-1
vleestype koe met korte poten:   vlē̜i̯stip (Maaseik), vleeskoe:   vliǝstip (Achel), vlēštip (Mechelen), vlęi̯stip (Borgloon), vlīstep (Linkhout), vlɛi̯stipǝ (Milsbeek), vleesschaap:   vlęstip (Meijel) I-11, I-12
vleesvlek vlekje op de neus:   vlęi̯svlɛk (Tongeren) I-9
vleesvlieg blauwe vleesvlieg, bromvlieg:   vleesj’vlei (Bleijerheide, ... ), vleešvleeg (Oirsbeek), vleisjvleeg (Geleen, ... ), vleisvleeg (Dieteren, ... ), vleišvleeg (Buchten, ... ), vlēēsvleeg (Noorbeek, ... ), vlèisvleeg (Gronsveld), ?  vleìsjvleeg (Valkenburg), eigen spellingsysteem  vleisjvleeg (Schinnen), Veldeke  vleisvleeg (Echt/Gebroek, ... ), WBD/WLD  vleisvleech (Beesel, ... ), vlejsvleeg (As), WLD  vleesvlieg (Vlijtingen), vleisjvleeg (Klimmen), vleisvleeg (Tungelroy) III-4-2
vleesvloot darmenbak:   vlęjsvluǝt (Helden) II-1
vleesvlootje hakbak:   vlēsvlø̜̄tjǝ (Weert) II-1
vleeswapen bijl waarmee men het vlees in kleine stukjes hakt:   vlɛjswǭpǝ (Maaseik) II-1
vleesworm visaas:   vlɛ̄swørm (Opheers), vleesmade, larve van de bromvlieg:   vleisjwòrm (Sittard), vleͅ.šwøͅrəm (Sint-Pieters-Voeren), vliswɛrəm (Spalbeek) III-4-2