e-WLD trefwoorden 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 140309
TrefwoordBegrip: dialectopgave (plaats)Toelichting
vlieseline binnenvoering:   vlezǝlen (Bilzen) II-7
vliesje droog snot:   hət vlĭĕskə (As), knipvlies:   vliesje (Jesseren), vlieëske (Wijlre), ’t vlieske (Mielen-boven-Aalst), Opm. invuller heeft hiervoor geen benaming gegeven, maar wel deze uitspraak  bij dergelijke duiven "kênste ut vliesje zieên (Doenrade), Opm. v.d. invuller: is niet te genezen.  vliesje (Jeuk), ontsteking van de oogleden:   vleeske (Eisden), vlieske (As, ... ), ’t vlieske (Mielen-boven-Aalst), vlies in een vrucht: Veldeke 1979, nr. 1  vlièske (Venray), ± WLD  vleeske (Weert) I-7, III-3-2
vliesjes graanafval:   vliskǝs (Paal), kaf:   vlēskǝs (Herten, ... ) I-4
vlieskous bruine gebreide dameskous: Van Dale: vlies, 1. vacht, haarkleed van schapen [...]; - 2. (anat.) dun, niet gepigmenteerd weefsel...  vliëskoͅsə (Halen) III-1-3
vlieskruid raket: eigen spellingsysteem  flièskroëd (Maasbree) III-4-3
vliet gegraven waterloop:   vliet (Tessenderlo), natuurlijke waterloop:   vlit (Tessenderlo), vlēt (Stramproy, ... ), vlɛt (Waubach), straatgoot:   de vlət (s-Herenelderen), də vly(3)̄ət (Borgloon), də vlyejəet (Gutshoven), en vleuet (Wellen), n vleut (Hoeselt), vleit (Vlijtingen), vlet (Beverst, ... ), vljuit (Tongeren), vlut (Sint-Huibrechts-Hern), vləøt (Tongeren), doffe e - lang  vljet (Mal), e als in de  vlĕt (Genoelselderen), lang  vleut (Vreren), WNT: vliet (I), 2. gegraven waterloop, hetzij sloot of gracht; (...) 4. al of niet gegraven waterloop in vlak land.  vlət (Diepenbeek) I-8, III-3-1
vlieten afromen:   vlieten (Sint-Lambrechts-Herk), schieten:   vlitǝ (Hoeselt), vliǝtǝ (Alken) I-11, II-3
vlieter metselzand:   vlītǝr (Kuringen  [(fijn)]  ) II-9
vliezen kieuwen: ook in ZND 27, 084  vlieze (Bilzen), vliezen (Millen), maagvliezen:   vlizǝ (Berg / Terblijt, ... ), vlizǝn (Sint-Truiden), vlēzǝ (Herten, ... ), reuzel, bladvet:   vlees (Venlo), Syst. Eijkman  vli.zə (Gennep), Syst. Eykman  də vlēs (America), Syst. WBD  vlees (Venlo, ... ), vleze (Velden, ... ), vlieze (Broekhuizen, ... ), vliës (Venlo), vlīēs (Blerick), vlīēze (Oirlo, ... ), waarvan smaalt gemaakt wordt  vlieze (Ottersum), steengruis:   vlēzǝ (Zichen-Zussen-Bolder), uitsteeksels in de maag:   vlīzǝ (Grazen), vruchtvlies:   de vlieze zèn al gebroo.ke (Zolder), vlieze (Meijel, ... ), vliezə (Kelpen), water breekt  vliezen breken (Neeroeteren) I-7, I-11, I-8, III-2-2, III-2-3, III-4-2
vliezen afdoen ringen, randen verwijderen van peulvruchten:   vlizən ōͅvdū.n (Grote-Spouwen)