e-WLD trefwoorden 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 140309
TrefwoordBegrip: dialectopgave (plaats)Toelichting
winterpots ijsmuts:   wentərputs (Kaulille) III-1-3
winterprij najaarskatje:   winterprie (Gulpen), Veldeke, eventueel aangevuld met systeem Jones \'ie = lang uitgesproken\' (?)  winterprie (Gulpen) III-2-1
winterraaf bonte kraai:   weenterroaf (Rosmeer), winterraaf (Blerick) III-4-1
winterrok baaien onderrok:   wenterrok (Val-Meer), winterok (Zichen-Zussen-Bolder) III-1-3
winterroos kerstroos:   winter raos (Schimmert), idiosyncr.  wintjerroeəs (Thorn), wèntjerroos (Sittard) III-2-1
winterrust rustperiode in de winter:   winterrust (Kerkhoven, ... ) II-6
winterschroeven kalkoenen, krammen:   we ̞njtǝršxrūvǝ (Zonhoven) II-11
winterse kleren winterkleren:   winterse kleier (Maastricht, ... ) III-1-3
wintersjaal dikke wollen sjaal:   weintjersjaal (Oirsbeek, ... ), wentersjal (Rummen (WBD)), wentjersjaal (Munstergeleen), wentəršal (Beringen), weͅintərsjal (Hoepertingen), weͅntərša.l (Opglabbeek), wintersjaal (Hoensbroek), wintjersjaal (Einighausen), wintərsjal (Paal), wénjtersjaal (Schinveld) III-1-3
wintersjerp dikke wollen sjaal:   wentəršerəp (Hoeselt), wēntəršeͅrp (Zichen-Zussen-Bolder), wintersjerp (Borgharen, ... ) III-1-3