e-WLD trefwoorden 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 140309
TrefwoordBegrip: dialectopgave (plaats)Toelichting
wippertje borrel:   wupperke (Zonhoven, ... ), Gehoord: ook elders  wipperken (Neerpelt) III-2-3
wipplank duivenslag:   weplà.ŋk (Beek (bij Bree), ... ), wepplā.ŋk (Beek, ... ), wøplà.ŋk (Molenbeersel), wøppla.ŋk (Molenbeersel), klink:   wepplāŋk (Ottersum), wipplank (Heythuysen), wøpplaŋk (Venlo), vangijzertje, vangklep aan duiventil: Opm. invuller geeft hierbij geen antwoord op "scharnierende draden", maar op "scharnierende planken".  wipplank (Meijel), wip:   wipplaank (Alken), wipplank (Bilzen, ... ), /  wipplaank (Ulbeek, ... ), wipplank (Gingelom, ... ), [Alg. opmerking: de invuller is een nieuwe medewerker en heeft enkel vernederlandste woorden genoteerd die reeds tussen haakjes in de vraagstelling gesuggereerd werden]  wipplank (Heers) I-6, II-9, III-3-2
wipploeg kipploeg:   wep[ploeg] (Margraten, ... ) I-1
wippost putgalg:   weppost (Gorsem) I-7
wipput waterput:   wipput (Mook) I-7
wipslaan pinkelen:   wiepsloͅən (Overpelt) III-3-2
wipsnaad vissnoer add.:   wipschnaod (Valkenburg) III-3-2
wipsnuit wipneus:   wepsnāt (Sint-Truiden), wepsnuwt (Neerpelt) III-1-1
wipsnuitje wipneus:   wepsnēt`ə (Hasselt), wipsneͅtje (Jeuk), wipsnutteke (Eksel) III-1-1
wipstaart witte kwikstaart:   wiep’sjtats (Bleijerheide, ... ), wipstèrt (Heel) III-4-1