e-WLD trefwoorden 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 140309
TrefwoordBegrip: dialectopgave (plaats)Toelichting
winninkje kleine boerderij:   weneŋskǝ (Berverlo, ... ), węneŋskǝ (Gutschoven, ... ) I-6
winseln (du.) heen en weer schuiven:   winsjele (Boorsem), overhoop halen:   wünsjele (Merkelbeek), woelen:   winschele (Eys), winsjele (Beek), wintsjələ (Amstenrade), wünsjele (Merkelbeek) III-1-2
winst opbrengst:   wenst (As, ... ), wins (Brunssum, ... ), winst (Born, ... ), wunst (Loksbergen), winst:   de wins (Klimmen), de winst (Zonhoven), wens (Nieuwstadt), wenst (As, ... ), wĕns (Echt/Gebroek), wĕnts (Merkelbeek), wins (Amby, ... ), winst (Bree, ... ), wĭns (Nieuwenhagen), wèèns (Guttecoven), wéns (Doenrade), wêns (Gronsveld) III-3-1
winst maken inzet:   winsmake (Maastricht), tuimelen, over de kop gaan:   winsmake (Maastricht), verdienen:   winsmake (Maastricht), winst maken (Zonhoven) III-3-1
winsthof moestuinx:   weinstof (Piringen), wɛ.nsəf (Piringen) I-7
winter enter:   wēntǝr (Middelaar), pink:   wēntǝr (Middelaar), vorst, het vriezen:   weenter (Horst, ... ), wĕĕnter (Blitterswijck), winter (Meerlo, ... ), wintjere (Panningen), vrouwelijk rund dat voor de eerste keer drachtig is:   wēntǝr (Middelaar), winterkoninkje:   wintjer (Stevensweert) III-2-3, I-11, III-4-1, III-4-4
winter aan de voeten hebben dronken zijn:   winter aan de veut höbbe (Klimmen)
winter, de - ruw:   de weenter (Lanaken, ... ), de weinter aan de haan (Diepenbeek), de wenter (Bilzen), de winchen aanne haan (Bree), de winter hebben on zen ... (Bilzen), de winter in de hêng (Schimmert), də ventər krēͅgə (Houthalen), də wetšər ānə han (Bree), ich heb de wèntjer aan mien han (Neeroeteren), ich hem de winter on men hâân (Grote-Spouwen), wĕnter (Neeroeteren), (kalkgebrek)  wintjer (Ell), De informant geeft aan dat dit niet m.b.t. het gezicht gezegd wordt.  də wenšər aan men handen (Opgrimbie) III-1-2
winter-sarcelle taling: ook —sersel  weͅntərsarsəl (Hasselt) III-4-1
winterachtig vriesweer:   vingerééchtig (Panningen) III-4-4