e-WLD trefwoorden 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 140309
TrefwoordBegrip: dialectopgave (plaats)Toelichting
windvleugels vleugels in de wanmolen:   we.ndvlø̄gǝls (Heppen, ... ), we.nt˲vlīɛ.gǝls (Mopertingen), wentjvlø̄gǝls (Grathem, ... ), wentjvlø̜̄gǝls (Haelen), wentvlø̜i̯gǝls (Halen), wēndvlø̄gǝls (America), wę.ñšflø.gǝls (Stokkem), węi̯ndvlø̄gǝls (Maasmechelen) I-4
windvlieger staartwind:   windvleegers (Sint-Pieter), vlieger:   wintvleeger (Opglabbeek), wîndvliegger oplötten (Eksel), /  weendvlieger (Riemst), wendjvleger (Neeroeteren), wendvleeger (Maaseik), wi:ndvleegɛr (Kaulille), windvleger (Dorne, ... ), windvlieger (Lauw, ... ), wènd vlieger (Bilzen), wèndvleeger (Maaseik), wèndvliehger/ (Genk), wîndvliegger (Eksel), In de tijd maakten we zelf onze vlieger en daaraan beleefden we meer plezier als met het omhoog laten ervan. We zochten mooie rechte twijgen die we in de vorm van een kruis op elkaar sjorden om vervolgens een koord tes spannen, rondom op de koppen van de twijgen. Dan moesten we bruin papier, bruine plakband of plaksel en dunne koord proberen te bemachtigen. Als dat lukte waren we vertrokken. Dan maakten we ook een lange staart. Het was een koord waarin we een twintigtal papieren bladen knoopten. Als de vlieger te veel ronddraaide dan werd de staart verlengd en verzwaard.  wîndvliegger (Eksel), Wij zeiden thuis vlieger. Dat lijkt mij AN, maar het zou ook "windvlieger"kunnen zijn.  / (Maaseik) III-3-2
windvlies lies:   wɛnt˲vlis (Stevensvennen) I-12
windvluchtig schuin:   windvluchtig (Lummen, ... ) II-3
windvogel vlieger:   weevoëgel (Bilzen), wejndvogel (Stein), wen`t`fōəgəl (Meeswijk), wendjvogel (Born, ... ), wendjvōgəl (Swalmen), wendvoegel (As), wentjfōgel (Molenbeersel), wentjfōgəl (Reuver), wentjvogel (Ophoven), weŋkvuəgəl (Eys, ... ), wĕndjvogel (Susteren), weͅndjvōgəl (Echt/Gebroek), weͅnjtvōgəl (Susteren), weͅntjvūəgəl (Amstenrade), wi.ntfoo.gel (óploeë.te) (Zolder), windjvoeegel (Ten-Esschen/Weustenrade), windjvoegel (Brunssum), windjvogel (Asenray/Maalbroek, ... ), windjvoogel (Posterholt, ... ), windjvoogəl (Swalmen), windvoeegel (Schaesberg), windvoegel (Gulpen), windvoeëgel (Nuth/Aalbeek), windvogel (Amby, ... ), windvogel vliegen (Heusden), windvoggel (Gulpen, ... ), winjdjvōagel (Schinveld), winjtvogel (Beesel), winjtvōgel (Obbicht), winkvoagel (Mechelen), winkvoeegel (Heerlerbaan/Kaumer), winkvoegel (Eys, ... ), winkvoejel (Kerkrade), winkvoewgel (Eys), winkvoeëgel (Bocholtz, ... ), winkvogel (Belfeld, ... ), wintjvogel (Beegden, ... ), wintjvoogel (Heel), wintjvōgel (Buggenum, ... ), wiŋkvūəgəl (Heerlen), wèindvogel (Geistingen), wèndjvogel (Buchten, ... ), wèndvoehgel (Genk), wèntjvooëgel (Lanklaar), wêntfògel (Montzen), /  weinchvoagel (Stokkem), weindvogel (Eisden, ... ), weinfvoegel (Dilsen), wendjvogel (Grevenbicht/Papenhoven), windjvogel (Echt/Gebroek, ... ), windvoegel (Elen), windvoegel oplaote (Amstenrade), windvogel (Genk, ... ), windvogel oploaten (Houthalen), wingkvogel oplaote (Tegelen), winkvoeëjel (Kerkrade), wèindvogel (Eisden), wénjtvoogel (Elsloo), 127  wintj-voogəl > winjfoogəl (Roermond), [Met afbeelding].  windjvogel (Swalmen), ai zoals in avait  waindjvoeoogel (Rotem), Ene wenkvoogel oploote.  `wi̯.ŋkfōͅ:gəl (Gemmenich), in de grote wei  wèndjvogel (Susteren), Kòns doe eine wèndjvogel make?  wèndjvogel (Echt/Gebroek), ne Windjvogel oplaote. [Met afbeelding].  windjvogel (Posterholt), oe v. voer  wintjvoegel (Brunssum), Ook dit jongensspeelgoed was van eigen maaksel. Zoiets kopen "inne sjtad"was gewoon ondenkbaar. Daaraan werd geen geld uitgegeven. Er werden een paar dunne rietstengels uitgezocht die, na op maat te zijn gesneden, met "nejgare"werden gespannen om daarna met "gezèttepëpier"te worden beplakt. Ook het staartmateriaal bestond uit krantepapier.  windjvogel (Herten (bij Roermond)), Opm. o netals Fr. woord mon.  winjdvogel (Epen), puntje onder de e  nə ventfōgəl (Houthalen), Sub wìntj.  wìntjvogel (Geistingen), vgl. pag. 196 sub opgaon, 8. de windjvogel laoten opgaon (de vlieger oplaten).  windjvogel (Herten (bij Roermond)), vgl. pag. 308: vlieger, Opm.: Het kinderspeeltuig heet windjvogel.  winjdvogel (Roermond), vgl. pag. 488 sub vlîe.ger: 3. Vlieger: Soms, jonger woord. Meestal wi.ntfoo.gel.  wi.ntvoo.gel (Zolder), vleger is al de verhollandste variant  enne wéndjvogel (Schinnen), Voor vlieger zie: draak.  wénjtvoogel (Sittard), Wiens vlieger het mooiste stil kon blijven staan in de lucht en het hoogste kwam, was de absolute topper.  windjvogel oplaote (Thorn), wij bekleedden de gekruiste stokjes met bruin papier en de strikjes op de staart waren van krantenpapier.  ene weindvogel (Leut) III-3-2
windvreter windzuiger:   wēntvrɛ̄tǝr (Val-Meer) I-9
windwaaier vlieger:   windwêîjer (Meerssen) III-3-2
windweer winderig weer:   wendwēr (Beringen), windj weér (Montfort), windweer  weͅnt wer (Herk-de-Stad) III-4-4
windwervel windhoos: (dit is een synoniem voor wiendscho‰r).  wiendwörvel (Castenray, ... ) III-4-4
windwijzer windwijzer:   wenjtwīzǝr (Herten, ... ), wentjwizdǝr (Weert), wentwaezǝr (Lummen), węntjwīzǝr (Einighausen) II-3