e-WLD trefwoorden 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 140309
TrefwoordBegrip: dialectopgave (plaats)Toelichting
windscheve pan ventilatiepan:   wentšęjvǝ pán (Genk) II-8
windscheve trap enkel scheluwe steektrap:   wentjšęjf trap (Sint Odilienberg) II-9
windschoer windhoos: (dit is een synoniem voor wiendwörvel - zie ook blz. 679).  wiendschoēr (Castenray, ... ) III-4-4
windschoor schoor:   wentjšǭr (Geleen), węntšōr (Maaseik), węntšǭ ̞r (Maasmechelen), steekband:   wentjšǭr (Posterholt, ... ), stormband:   wīntsxǭr (Ottersum) II-9
windschuif luchtregelaar:   wentjšȳf (Montfort), schild:   węntšø̜jf (Maaseik) II-11, II-9
windsel groflinnen beenwindsel:   windsels (Sint-Truiden), haagwinde:   wensǝl (Gruitrode), weŋsǝl (Hauset), weͅŋsəl (Hauset), winsel (Gruitrode), -  win(d)sel (Gruitrode, ... ), luier:   windsel (Steyl), zwachtel:   wenjsel (Geleen), wi-jseel (Bree), wiendsel (Meerlo, ... ), windsel (Gulpen), wingsəl (Loksbergen), winsel (Meijel, ... ), wénzjel (Hoeselt, ... ) I-5, III-1-2, III-1-3, III-2-2, III-4-3
windsgat rond gat boven in de schuurgevel: (mv)  wentš˲gātǝr (Bocholt) I-6
windshoos wervelwind:   ’n windsoes (Blerick) III-4-4
windsig winderig weer:   windsig (Amby) III-4-4
windslag fruit, afgevallen:   wink’sjlaag (Bleijerheide, ... ), fruit, ooft: door de wind afgevallen fruit  wäindschlag (Eupen) I-7