e-WLD trefwoorden 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 140309
TrefwoordBegrip: dialectopgave (plaats)Toelichting
podderen prutsen: cf. WNT XII-2, kol. 2917 s.v. "pdderen"2. futselen, peuteren  pòddere (Sint-Truiden) III-1-4
podding pudding:   bodding (Hasselt, ... ), boedding (Waubach), boedieng (Bleijerheide), boeding (Eygelshoven, ... ), boedoeng (Kerkrade), boed’dieng (Bleijerheide, ... ), bódèng (Sittard), bôddéng (Tongeren), podding (Castenray, ... ), podeŋ (Gennep, ... ), poeding (Heerlen), poͅdeŋ (Blitterswijck, ... ), pudding (Ottersum), (m.).  poͅdeŋ (Helchteren), ne bodding mit n sous van bessesap  bodding (Roermond), Nieuwe [spelling]  bodding (Reuver), Podding: ouder dan pudding  podding (Haelen), s Zòndigs mook uis moder dèk sjòkkelate podding  podding (As, ... ), schj=ch van chocolade  poeding (Heerlerheide), Syst. Frings  poͅdeŋ (Bocholt, ... ), poͅneŋ (Linde), Syst. Frings >< [b#de]] uit allerlei overschot van de bakkerij, geweekt in water of melk en bereid met suiker, krenten + kaneel.  poͅdeŋ (Hasselt), Syst. Frings M.  poͅdeŋ (Peer), Syst. Frings mnl.  poͅdeŋ (Bree), Syst. Frings Vgl. vr. 45  boͅdəŋ (Hasselt), Syst. Grootaers  poͅdeŋ (Lommel), Syst. Veldeke  boeding (Bocholtz), Syst. Veldeke Men hoort in Roermond ook wel ~  podding (Roermond), Syst. Veldeke Thans algemeen pudding  bodding (Tegelen), Syst. WBD  bodding (Blerick, ... ), boedieng (Kerkrade), boeding (Mechelen), podding (Broekhuizen, ... ), poeding (Neer), pòdding (Ottersum), Syst. WBD bódding: heel vroeger; nu: pödding  bódding (Maasniel), Syst. Wbk. van Bree  podding (Bree), thans pödding  bod’ding (Tegelen), Verklw. boddingske ¯ne bodding mèt ¯n wiensajs  bodding (Maastricht), Verklw. boddinkske  bodding (Venlo), Verklw. boedingske  boeding (Heerlen) III-2-3
poebak hop:   poebak (Baexem), poepak (Grathem), oe - a"- benamingen zijn onomatopee  poebak (Helden/Everlo) III-4-1
poede poel, plas:   py̞‧d.ə (Eupen, ... ) III-4-4
poedel alle kegels in één keer omverwerpen:   poedel (Wijlre), naakt:   podel (Maastricht), plankmis:   ai guujt poedel (Eisden), poeddel (Bocholtz, ... ), poedel (Doenrade, ... ), poedel goejen (Leut), poedel werpe (Waubach), pudəl (Eys, ... ), t is poedel (Rotem), Van Dale: poedel, zn. (bij allerlei spelen) mislukte worp.  hij is pudəl (Meeswijk) III-1-3, III-3-2
poedel gooien de plank missen:   poedel goejen (Leut) III-3-2
poedel werpen de plank missen:   poedel werpe (Waubach) III-3-2
poedelen achterblijvers, achtergebleven schoten:   pudǝlǝ (Kerkrade  [(Domaniale)]   [Maurits]), de plank missen:   poedele (Montfort, ... ), pudələ (Urmond), NB poedel: poedel; misworp.  poedele (Sittard), douchen:   poedele (Kinrooi), een zandbad nemen:   pudǝlǝ (Eygelshoven, ... ), in een beek baden: zich baden, een bad nemen, vooral in beken of vijvers  zeX pudələ (Rekem) I-12, II-5, III-1-3, III-3-2
poedelnaaks naakt:   po.dəlna:ks (Maastricht), podelnaaksch (Amby), podəlnāks (Amby), poeddelnaks (Kerkrade), poeddelnoks (Kortessem), poedelnaaks (Herten (bij Roermond)), poedelnaaksch (Eisden), poedelnaks (s-Gravenvoeren), poedelnoks (Bilzen, ... ), pŏĕdelnaaks (As), pu:dəlnākš (Opgrimbie), puddelnaa.ks (Hasselt), pudəlnaks (Eupen, ... ), pudəlnakṣ (Mechelen-aan-de-Maas), pudəlnākš (Meeswijk, ... ), pudəlnoͅks (Martenslinde), pŭdelnaks (Montzen), pydəlnāks (Rotem), pôddelnäoks (Gronsveld), Bijvorm pol(le)kernaaks, vgl. Rh. Wtb. polkernacks.  póddelnaaks (Maastricht), Moedernaakt wordt niet gebruikt.  poeddelnoks (Bilzen), NB p. 276: spiernaakt, niet gebr.; men zegt poedelnaakt.  poedelnaaks (Roermond), syn. móiërnôks.  poeddëlnôks, poe`ddëlnôks (Tongeren), Zie ook poedelruë.  poedelnaksj (Heerlen), Zie ook pórkelnaaksj.  póddelnaaksj (Sittard), ô"- eng. to call.  podelnôks (Lanaken) III-1-3
poedelnaakt jong en kaal vogeltje adj.:   poedelnaaks (As), poedelnaks (Posterholt), póddelnaaks (Maastricht) III-4-1