e-WLD trefwoorden 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 140309
TrefwoordBegrip: dialectopgave (plaats)Toelichting
poederzakje pausdot:   pujǝrzɛkskǝ (Herten) II-9
poef kolengruis:   puf (Bleijerheide, ... ), poeder, pulver:   pof (Weert), pōf (Tungelroy), pŏĕf (Klimmen), poef: Fr. pouf  poef (Hasselt), voetbankje:   poef (Meeuwen), voetkussen:   poef (Boekend, ... ), pof (Lanklaar, ... ), pōēf (Opglabbeek), pōf (Schimmert), pŏĕfkə (Meijel), puf (Kwaadmechelen), póf (Bree, ... ), pôf (Schimmert), pøf (Lanklaar), p‧uf (Kinrooi), bankje=veutbèènksk\\  póf (Rekem), Groot vormloos zitkussen uit soepel leer of een kunststof, dat op de grond staat of ligt Fr. pouf  pòf (Zonhoven), wasmand:   puf (Maastricht  [(ronde of vierkante mand voor vuile was die op de slaapkamer stond)]  ) II-12, III-2-1, III-4-4
poefkind buitenechtelijk kind:   poefkink (Bleijerheide, ... ) III-2-2
poefpungel buitenechtelijk kind: cf. VD s.v. "pungel"2. zak, buidel; 3. vod; cf. s.v. "Puff"= bordeel, hoerenkast  poef pungel (Vaals) III-2-2
poefveest stuifzwam:   povist (Montzen), van poeffe: openbarsten en Hgd. Fiest = Staubpilz.. Ook kleuter: klein persoontje  poeëvies (Heerlen) III-4-3
poefwijf minnares:   n poofwief (Meijel) III-2-2
poeha kouwe drukte:   pehaai (Eys), poeha (Maastricht, ... ), poehaa (Geulle, ... ), poehaai (Kesseleik), pōēhāā (Nieuwenhagen), pŏĕháá (Venlo) III-1-4
poeha maken koude drukte maken:   pŏĕháá máákə (Venlo) III-1-4
poei alles kwijt:   poej (Remersdaal), puj (Montzen), [sic]  pūə (Welkenraedt) III-3-2
poeier houtmolm:   poejer (Nieuwstadt) III-2-1