22025 |
roosduif |
tortelduif:
roeəsdouf (K318p Beverlo),
roosdoef (L265p Meijel, ...
L288a Ospel),
roosduif (L286p Hamont),
Algemene opmerking bij deze vragenlijst: zie ook "klanktabel v.h. Zolders (uitspraak)", aan de achterkant van de laatste pagina!
rōēzdouf (K361p Zolder),
Destijds werd die vaak gehouden als middel tegen de ruus (2) [huidziekte, met koorts en achteraf schilfers].
ruusdûf (L360p Bree),
Het roe"sdöfke zoot ùp-t standbèld.
roe"sdouf (K318p Beverlo),
werd als huisdier gehouden als remedie tegen roos
roeësdoef (L318d Altweert, ...
L318e Altweerterheide,
L287p Boeket/Heisterstraat,
L288c Eind,
L289a Hushoven,
L318a Keent,
L288b Laar,
L289b Leuken,
L288p Nederweert,
L288a Ospel,
L289p Weert),
werd gehouden als middel tegen roos
ruusdûf (L417p As, ...
L317p Bocholt,
L360p Bree,
L363p Ellikom,
L366p Gruitrode,
L364p Meeuwen,
L367p Neerglabbeek,
L368p Neeroeteren,
L416p Opglabbeek,
L415p Opoeteren,
L358p Reppel),
wordt in kooien gehouden om de ziekte roos (geen hoofdroos) tegen te gaan; cf HBHS 143
roeësdoef (L320a Ell)
III-3-2, III-4-1
|
|
22025 |
roosduifje |
tortelduif:
roasdaufke (L355p Peer),
roehsdeifke (Q003p Genk),
rouəzdøͅfkən (K278p Lommel),
rōsdufke (L316p Kaulille),
ruəzdēͅfkə (Q002p Hasselt),
rūzjdoͅu̯fke (Q001p Zonhoven),
rôêsduifke (K361p Zolder),
rôêsduufke (L320a Ell, ...
L292p Heythuysen,
L324a Leveroy,
L288p Nederweert,
L288p Nederweert,
L288a Ospel,
L318p Stramproy,
L289p Weert),
Men geloofde dat de roosduifjes de roos II2 [bep. ziekte] deden verdwijnen, daar ze deze ziekte overnamen.
rūzdawfkə (Q001p Zonhoven),
roos is tandpijn; men ving een paartje tortels en hing deze in de akmer waar de zieke met tandpijn in bed lag."Comm. Weijnen: ook tegen hoofdroos.
rôêsduufke (L265p Meijel),
Ss. sub roos2. Men geloofde dat deze duifjes de mensen van roos bevrijdden door deze ziekte zelf over te nemen.
rōēzjdöfke (Q001p Zonhoven),
Zo genaamd omdat men vroeger deze duifjes beschouwde als behoedmiddel tegen de roos (huidziekten zoals vnl. erysipelas).
rouəzdøͅfkən (K278p Lommel)
III-3-2, III-4-1
|
|
30932 |
roosgarnering |
sierrozet:
ruǝsgarnę̄reŋ (L267p Maasbree),
sierrozet [wld ii.10, p. 28]:
roësgarnering (L267p Maasbree)
II-10, III-1-3
|
|
34465 |
rooshaantje |
krielkip:
ruǝshǫi̯nkǝ (P188p Hoepertingen)
I-12
|
|
34465 |
rooshennetje |
krielkip:
rushenǝkǝ (Q156p Borgloon),
ruǝshinǝkǝ (P188p Hoepertingen),
waterhoen:
roeësinneke (P176p Sint-Truiden),
rooshenneke (P050p Herk-de-Stad)
I-12, III-4-1
|
|
20084 |
roosje |
roos (rosa):
reuske (L434p Limbricht, ...
L329p Roermond,
Q020p Sittard,
Q020p Sittard,
Q020p Sittard,
Q032b Sweikhuizen),
reuëske (Q021p Geleen),
rōē.ëske (Q001p Zonhoven),
rueske (Q111q Ransdaal),
rui̯skə (P047p Loksbergen),
ruuske (Q095p Maastricht, ...
Q095p Maastricht,
L271p Venlo),
rūū.ëske (Q001p Zonhoven),
ryəskəs (L245p Meterik),
röske (L217p Meerlo),
dim.
riêske (L417p As, ...
L317p Bocholt,
L360p Bree,
L363p Ellikom,
L366p Gruitrode,
L364p Meeuwen,
L367p Neerglabbeek,
L368p Neeroeteren,
L416p Opglabbeek,
L415p Opoeteren,
L358p Reppel)
III-2-1
|
|
24548 |
roosje van egypte |
reseda:
reuskes-van-egipte (P189p Rijkel),
Komt voor in WLD III, Flora; daar ontbreekt het ZND materiaal
reske van Egypte (P121p Ulbeek),
reuske van Egypte (P193p Mettekoven)
I-7
|
|
33160 |
roosjes |
oude aardappelsoorten:
ru̯ø̜̄skǝs (Q019a Neerbeek),
rø̄skǝs (L159a Middelaar)
I-5
|
|
33637 |
roosjeskool |
spruitkool, spruitje:
ryəskəskyəl* (P213p Niel-bij-St.-Truiden),
røskəkøəl (P195p Gutshoven)
I-7
|
|
24331 |
rooskever |
meikever:
rooskèver (Q093p Rosmeer),
ook in ZND 01u, 159 en ZND 16, 005;
rooskêever (Q093p Rosmeer),
WLD ke van kever uitgesprokenals sanitair
rooskever (Q171p Vlijtingen)
III-4-2
|
|