e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L271p plaats=Venlo

Overzicht

Gevonden: 7326
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
anjer, anjelier (dianthus caryophyllus l.) anjer: -  anjer (Venlo), jonkertje: -  junkerke (Venlo), violet: flet (Venlo, ... ), flette (mv.) (Venlo), -  fletten (Venlo), fletə (Venlo), vlet (Venlo), anjelieren  fletten (Venlo), Anjers  flette (Venlo), Kleinere soort anjers  flette (Venlo) anjelier || anjelieren || anjer || tuinanjer [DC 17 (1949)], [DC 60a (1985)], [SGV (1914)] III-2-1
anker anker: anker (Venlo), aŋkǝr (Venlo), sieranker: sīraŋkǝr (Venlo), strijkanker: strī.k˱aŋkǝr (Venlo) anker [SGV (1914)] || Stuk ijzer dat wordt gebruikt om muren, vloeren, gordingen etc. met elkaar te verbinden. Het is gewoonlijk samengesteld uit een schieter en een veer. De schieter vormt het metalen onderdeel aan de buitenzijde van de muur en bestaat uit een metalen staaf die in het midden een nok heeft. De veer brengt de verbinding tussen schieter en muur of vloer tot stand. Schieter en veer kunnen met behulp van één of meer spieën aan elkaar worden bevestigd. Zie ook afb. 72. De woordtypen 'strijkanker', 'trekanker' en 'strekanker' worden specifiek gebruikt voor een anker waarvan de veer in de dwarsrichting over twee of drie balken ligt. Het dient om muren te verankeren die evenwijdig lopen met de balklaag. [N 31, 38; N 4A, 51b; N 54, 123b; N 54, 124a; N 54, 126; monogr.] II-9, III-3-1
anker, maat van 1/4 aam (39 l.) half mud: (vast).  half mut (Venlo) de maat die een inhoud aangeeft van ± 39 liter = 1/4 aam [anker, kannetje] [N 91 (1982)] III-4-4
antwoorden antwoorden: antwaorde (Venlo, ... ), ántwaordə (Venlo) ten antwoord geven [antwoorden, anderen] [N 87 (1981)] III-3-1
appel, algemeen appel: appel (Venlo, ... ), appele (pl) (Venlo) I-7
appel, overige soorten appel: appel (Venlo) appel I-7
appelbol appelenbol: Syst. WBD  appele-bol (Venlo), appelenbol (Venlo, ... ), poffertje: Syst. WBD  pufferke (Venlo) Appelbol (krollebol, kokkerebol, kollemol, zomerbroodje, appelbol, appelbroodje, ballebuuze?) [N 16 (1962)] III-2-3
appelboom appelenboompje: Vraag: "appelboomjes", diminutief gelaten; enkelvoud opgenomen  appelebuimke (Venlo) [DC 03 (1934)] I-7
appelmoes appelenmoes: appelemoos (Venlo), Syst. WBD  appelemoos (Venlo, ... ), Verklw. appelemeuske  appelemoos (Venlo), appelenmoesje: appelemeuske (Venlo), appelmoes: appelmoos (Venlo) appelmoes || Appelmoes (appelpommee?) [N 16 (1962)] || appelmoes [trot, trut] [N 38 (1971)] III-2-3
appels van de boom schudden schokkelen: schoegele (Venlo), schuddelen: schöddele (Venlo), schudden: WLD  schöddə (Venlo) Appels van de boom schudden (muiken). [N 82 (1981)] III-2-3