e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L271p plaats=Venlo

Overzicht

Gevonden: 7326
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
afwassen opwassen: opwasse (Venlo), oͅpwasə (Venlo, ... ), schotelen wassen: schóttele wasse (Venlo), sxotələ wasə (Venlo) de afwas doen || vaatwerk (borden, lepels, messen, pannen, enz.) met behulp van warm water of zeepsop schoonmaken [DC 15 (1947)] III-2-1
afwasteil, afwasbak afwasbak: aafwasbak (Venlo, ... ), opwasbak: opwasbak (Venlo, ... ), spoelbak: speulbak (Venlo), wasbak: wasbak (Venlo), wasteiltje: wasteiltje (Venlo) afwasbak [N 07 (1961)] || bak waarin men afwast [N 20 (zj)] III-2-1
afwaswater opwaswater: opwaswater (Venlo), oͅpwaswātər (Venlo, ... ), schotelenwater: schôttelewater (Venlo), schotelwater: schóttelwater (Venlo), schôttelwater (Venlo), sxotəlwātər (Venlo) afwaswater || Het water, vermengd met zeep of soda, waarin het vaatwerk afgewassen moet worden [DC 15 (1947)] || Hoe noemt u in uw dialect het water waarin men de vaat doet/gedaan heeft? [N105 (2000)] || spoelwater III-2-1
afzetten afdrogen: ááfdrūūgə (Venlo), afzetten: aafzitte (Venlo), ààfzittə (Venlo), naaien: nijə (Venlo), overvragen: euvervraoge (Venlo) meer laten betalen dan een artikel waard is; te duur doen betalen [strepen, aankomen, strafelen, straffen, stropen, stroefen, scholpen, nijpen, afdrogen, overschatten] [N 89 (1982)] III-3-1
afzuiginstallatie afzuiging: āf˲zȳgeŋ (Venlo) Apparaat waarmee het stof wordt afgevoerd, dat bij het gebruik van de bandschuurmachine vrijkomt. In Bilzen (Q 83) werd het stof in een zak opgevangen. [N 53, 149e] II-12
agnus dei agnus dei: agnus dei (Venlo) Het (vaste) misgezang dat na het Onze Vader wordt gezongen, het Agnus Dei. [N 96B (1989)] III-3-3
akelei akelei: idem  akelei (Venlo) akelei [DC 60a (1985)] III-4-3
akker akker: akǝr (Venlo), band: bānt (Venlo), land: lant (Venlo), veld: vɛlt (Venlo) Met het begrip ɛakkerɛ wordt in dit lemma bedoeld een bepaald begrensd stuk akkerland of bouwland. Veel respondenten uit Belgisch Limburg beschouwen perceel als een notariswoord. De woordtypen tarweland, haverland, bietenland, korenveld en koren duiden op een stuk land waarop een bepaald gewas wordt verbouwd.' [N 27, 2a; N 11, 1b; A 11, 4; A 3, 40; JG 1a, 1b, 1d; L 37, 11b; L 19b, 1a; Vld.; monogr.] I-8
akkerboterbloem boterbloem: #NAME?  bôtterbloom (Venlo) boterbloem [DC 60a (1985)] III-4-3
akkerdistel, distel distel: -  distel (Venlo), onkruid: -  onkroet (Venlo) distel (Carduus) [DC 69 (1994)] III-4-3