e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=P186p plaats=Gelinden

Overzicht

Gevonden: 1683
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
gebouw bouw: bōu̯ə (Gelinden, ... ), bètiment (fr.): batəmēͅnt (Gelinden, ... ) een nieuw gebouw [ZND 35 (1941)] || gebouw [ZND 12 (1926)] III-2-1
gebruik gewoonte: gewojntsje (Gelinden), gewoonte (Gelinden) Dat is maar een gewoonte. [ZND 35 (1941)] III-3-2
gedienstig gedienstig: ə is gedinstich (Gelinden) Hij is gedienstig (geneigd om dienst te bewijzen). [ZND 35 (1941)] III-1-4
geduld geduld: het toch ewa gedult (Gelinden) Heb toch wat geduld! [ZND 35 (1941)] III-1-4
gedwee gewillig: NB. Mar.: waarom gewillig (= bereidwillig =doet het gráág!) en gedwee gesplitst?: waarom dit bij gedwee??  ə gewillig keint (Gelinden), ook materiaal 23, 69; znd 35, 49  gewillig (Gelinden) Een gewillig (gedwee) kind. [ZND 35 (1941)] || gedwee [ZND 01 (1922)] III-1-4
geelzucht geel verf: giel veͅrf (Gelinden), geel, het -: t gijɛl (Gelinden) de geelzucht (ziekte waarbij de huid en ook het wit van de ogen geel wordt) [ZND 35 (1941)] || geelzucht [ZND 01u (1924)] III-1-2
geen ... waard geen solletje waard: ge sələkə wiat (Gelinden) Hoe zegt men van iets dat geen waarde heeft? (dat is geen ... waard). [ZND 28 (1938)] III-3-1
geerakker kortvoren: kǫt˲vu ̞ɛrǝ (Gelinden) Onder een geerakker wordt hier verstaan dat deel van een akker dat gerend geploegd moet worden als de akker niet de vorm van een rechthoek of een parallellogram heeft. De benaming voor dit onderdeel is niet zelden ook op de gerende akker in zijn geheel toepasselijk. Opgaven die duidelijk de (geometrische) vorm of een scherpe hoek van een akker bleken te betreffen, zijn in dit lemma echter niet opgenomen. Zie verder ook het volgende lemma. [N 11, 4b + 64; N 11A, 127 + 137f + 137g; N P, 1; A 33, 9 add.; A 33, 10; JG 1a + 1b; JG 2b-4, 7; monogr.] I-1
geeuwen gapen: ga.pə (Gelinden) geeuwen (als men slaperig is) [ZND 34 (1940)] III-1-2
geeuwhonger geeuwhonger: gieͅhuŋər (Gelinden) geeuwhonger [ZND 01 (1922)] III-2-3