| 17745 |
zwak, slap |
teer:
tīr (L286p Hamont),
zwak:
zwāk (L286p Hamont)
|
Zwak (uitspraak en bet). [ZND 08 (1925)]
III-1-1
|
| 27339 |
zware hamer |
dikke hamer:
dekǝ hāmǝr (L286p Hamont
[(Eisden)]
[Winterslag, Waterschei])
|
Voorhamer, grote moker. Het woordtype "mottek" (Q 121b, Q 202) is een verbastering van het Poolse mtottek. De term "meesterhouwer" (Q 21) was op de mijn Maurits een spottende benaming voor een zware hamer. [N 95, 739; monogr.]
II-5
|
| 18537 |
zwart pak |
kostuum:
kəstym (L286p Hamont)
|
pak, zwart ~, bestaande uit korte jas, vest en gestreepte broek [N 23 (1964)]
III-1-3
|
| 34036 |
zwartbonte koe |
zwartbont (bijvgl. nmw.):
zwęrtbōnt (L286p Hamont)
|
Zie voor de fonetische documentatie van (koe) het lemma ''koe'' (3.3.1). [N 3A, 126]
I-11
|
| 33481 |
zwarte bes |
zwarte sint-jansberen:
verzamelfiche, ook mat. van ZND01, u en ZND02, 4
zweite sent-jansbere (L286p Hamont)
|
zwarte aalbes [ZND 01 (1922)]
I-7
|
| 24345 |
zwarte bladluis |
delf:
dilve (L286p Hamont)
|
insectjes onder een blad, zwart [DC 68 (1993)]
III-4-2
|
| 18365 |
zwarte gebreide dameskous |
kous:
koͅusən (L286p Hamont)
|
dameskousen, zwarte gebreide ~ [N 24 (1964)]
III-1-3
|
| 24286 |
zwarte kraai, kraai |
kraai:
kraai (L286p Hamont),
krēïe (L286p Hamont),
krēͅij (L286p Hamont),
krēͅj (L286p Hamont),
geen fon.doc.
kraai (L286p Hamont)
|
kraai [Willems (1885)], [ZND 01 (1922)], [ZND 28 (1938)]
III-4-1
|
| 24865 |
zwarte nachtschade |
nachtschaal:
na.xtsxǭǝl (L286p Hamont),
nachtschade:
na.xtsxǭi̯ (L286p Hamont),
nāxtsxōͅij (L286p Hamont)
|
nachtschade || Solanum nigrum L. subsp. nigrum. Zeer algemeen voorkomend onkruid op bouwland, in moestuinen en open bermen met witte stervormige bloempjes en giftige zaden in de vorm van zwarte (rijpe) of groene tot gele (onrijpe) bessen of bolletjes. Het bloeit van juni tot de herfst. De lengte varieert van 5 tot 60 cm. Het type wiemelen is een variant van ɛwiemerenɛ, uit ɛwijn-berenɛ, "aalbessen". Bij tinkruid wordt opgemerkt: "men schuurt er tin mee". [JG 1a, 1b, 2c; A 43, 10; A 60A, 69; monogr.]
I-5, III-4-3
|
| 24288 |
zwarte roodstaart |
steenpikkertje:
steenpikkerke (L286p Hamont)
|
zwarte roodstaart
III-4-1
|