e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L216p plaats=Oirlo

Overzicht

Gevonden: 5227
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
zinnia (zinnia elegans jacq.) zinnia: sienea (Oirlo) Zinnia (zinnia elegans). Gave, ongesteelde bladeren met kromme nerven. De bloemstelen zijn aan hun top opgezwollen. De bloemkorfjes zijn gevuld of enkel, met zeer brede lintbloemen van allerlei kleur (zinnia, zonneke, boerinnek, trapdeslevens). [N 92 (1982)] III-2-1
zitbank bank: baank (Oirlo), van de vurste baank ziede \'t uurst bij \'t bord: wie dicht bij een voordeel zit, profiteert het meest  baank (Oirlo) bank || zitmeubel III-2-1
zitten zitten: zitten (Oirlo) zitten [SGV (1914)] III-1-2
zitvlak van een broek boksenbodem: bôksenbójem (Oirlo), kruis: kruus (Oirlo) zitvlak, kruis, bodem van de broek [boksebaom, zolder, zuur schrej, kont, wan] [N 23 (1964)] III-1-3
zoeken zoeken: züken (Oirlo) zoeken [SGV (1914)] III-1-2
zoethout zoethout: zuutholt (Oirlo), zuūthaolt (Oirlo) zoethout [SGV (1914)] III-2-3
zogen, voeden (overg.) de borst geven: de bôrst gaeve (Oirlo), pakken (het kind): ⁄t kiendje pakke (Oirlo), voeden: voeden (Oirlo) borstvoeding geven: Een kind aan de borst voeden (minnen, de mem geven, houden). [N 84 (1981)] || gezoogd worden, aan de borst zijn, gezegd van zuigelingen [lodderen, mem lebben] [N 86 (1981)] III-2-2
zolder hort: Allé de hort òp  hort (Oirlo), zolder: zoͅldər (Oirlo), De koew stòt òp zaolder: de koe geft geen melk meer Enne zaolder ien de bòks hebbe: een laag kruis in de broek hebben  zaolder (Oirlo) zolder [SGV (1914)] III-2-1
zolen onder de klomp slaan klompen hogen: klōmpǝ hȳǝgǝ (Oirlo) De zool van de klomp van zoolbeslag voorzien om de levensduur van de klomp te verlengen. Zie ook het volgende lemma. In Venray (L 210) werden ook klompen die deels al een versleten loopvlak hadden van oude stukken leer of rubber voorzien. [N 24, 71, add.; monogr.] II-12
zomen scheien: scheien (Oirlo), zomen: zø̄mǝ (Oirlo) De drie of vier lange, dunne latten in het hekken die evenwijdig aan de roeden lopen. Zie ook afb. 38. [N O, 2b; A 42A, 64] || Van zomen voorzien. Zie ook het lemma ɛzoomɛ.' [N 59, 65; N 62, 14b; L 8, 127; MW; S 46; monogr.] II-3, II-7