e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=As

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
kikker kwakker: kwakər (As), kwakkerd: kwakkerd (As), ook in ZND 01u, 121; 14, 001 en 16, 004  kwakkert (As) kikvors [ZND 01 (1922)] || kikvors, puit [RND] III-4-2
kikkerdril kwakkerdenzaad: kwakərdəzoͅ.ət (As), paddengerijs: padəgəri.s (As) kikkerrit [RND] III-4-2
kikkerdril (2, bewerkt) (-)gerijs: padəgəri.s (As), (-)zaad: kwakərdəzoͅ.ət (As) kikkerrit [RND] III-4-2
kikkervisje koelekopje: kuleköpke (As) kikkervisje III-4-2
kind (algemene benaming) jong: jonk (As), kind: keindsj (As), kend (As), kent (As), kènd (As, ... ) kind [ZND 08 (1925)] || kind (een - dopen) [ZND 23 (1937)] || kind; dat kind [ZND 01 (1922)] || kind; mijn lief kind, blijf hier beneden staan, de kwade ganzen bijten u dood [ZND 04 (1924)] III-2-2
kind (troetelnaam) engeltje: èngelke (As), jong: minne jóng (As), jongetje: znd 11, B7  jungskə (As), kindje: znd 11, B7  kindje (As), liefje: lēveke (As), znd 11, B7  leveke (As), mannetje: min mènneke (As), znd 11, B7  menneke (As), meidje: (als het een vrouw is).  méjteke (As), schatje: sjàtteke (As), vrouwtje: znd 11, B7  vrouke (As) het liefkozend woord van ouderen voor kinderen [doeleke, dooier, fies, kadolleken, zoeteken, krotte, schijtgat, drulleke, hummel, etc.] [N 87 (1981)] || kind; liefkozend woord tegenover kinderen gebruikt door ouders en volwassenen [ZND 11 (1925)] III-2-2
kind van een zus gezusterskinder: gezesterskenner (As) gezusterskinderen [ZND 11 (1925)] III-2-2
kinderdoop kinderdoop: kinnerduip (As) Een kinderdoop. [N 96D (1989)] III-3-3
kinderfluitje feep: feep (As), feepje: Van korenstengel.  fi-jpke (As), fiepertje: van koren  fipərkə (As) allerlei namen voor kinderfluitjes; geef ook aan waarvan ze gemaakt zijn en hoe ze heten [nachtegaal, blaasje, feep, moemel, noen] [N 112 (2006)] || Een fluitje gemaakt uit de holle stengel van een paardebloem [fiepertje]. [N 90 (1982)] III-3-2
kinderstoel kakstoel: kàkstool (As), kinderstoeltje: kénnersteelke (As) Stoel voor kleine kinderen op hoge poten met een armleuning en een tafelblad ervoor, eventueel met een potje onder de zitting (kakstoel, krokstoel, kloef) [N 79 (1979)] III-2-1