e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Banholt

Overzicht

Gevonden: 550
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
joden joden: jude (Banholt) joden [SGV (1914)] III-3-3
jong (bn.) jong: jonk (Banholt) jong {‘t kind is nog - } [SGV (1914)] III-2-2
jong en kaal vogeltje kwegel: kwegel (Banholt) vogeltje, onbevederd III-4-1
jong en kaal vogeltje adj. kak: kak (Banholt), kats: katsj (Banholt) vogeltje, onbevederd III-4-1
jong varken baggen (mv.): baqǝ (Banholt), bagje: bɛkskǝ (Banholt) Jong varken in het algemeen. [N 19, 3; N C, add.; L 1a-m; L 3, 2b; L 37, 49a; NE I.12; NE 2.I.9; JG 1a, 1b, 2c; AGV KI; S 3; RND 46 en 84; Vld.; Wi 51; Gwn 5, 12; monogr.] I-12
jongen jong: enne jong (Banholt) jongen (knaap) [SGV (1914)] III-2-2
jongste knecht, manusje van alles aanspender: ānspęndǝr (Banholt), varkensnelis: vɛrǝkǝsnɛlǝs (Banholt) Hulpje op de boerderij. In dit lemma is alleen datgene opgenomen wat nog niet in de lemma''s "knecht, algemeen" (1.3.12) of "koehoeder" (1.3.14) is behandeld. Vaak echter wordt de koejongen ook voor allerlei kleinere karweitjes op en om de boerderij ingezet. Onder klooier wordt een varkenshoeder verstaan. Een aanspender (afgeleid van ''aanspannen'') is een beginneling, die pas van school komt. Voor de fonetische documentatie van het woord (knecht) zie het lemma "knecht, algemeen" (1.3.12). [N M, 1c; monogr.] I-6
jood jood: juut (Banholt, ... ) jood [SGV (1914)] III-3-1, III-3-3
juffrouw juffer: jufer (Banholt) juffer [SGV (1914)] III-3-1
kafbewaarplaats kafhuis: kāfǝs (Banholt) De plaats waar het kaf bewaard wordt. Meestal is dit een aparte ruimte of een afgeschoten deel van een ruimte, zodat het kaf niet zo snel wegwaait. Vrijwel altijd gaat het om een deel van de schuur. In K 316 bewaart men het kaf buiten, in L 413 en Q 97 in een hoek van de dorsvloer. In sommige plaatsen vult men een kuil tot aan de rand met kaf (zo ook kafgat voor Q 7). Zie voor de fonetische documentatie van het woorddeel (zolder) het lemma "graanzolder" (3.4.11). [N 5A, 72c; N 14, 46; monogr.] I-6