e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Broekhuizen

Overzicht

Gevonden: 1136
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
bord telder: telder (Broekhuizen) bord [Roukens 03 (1937)] III-2-1
borstelig haar varkenshaar: voerkeshaor (Broekhuizen), weerse haar: wērse haor (Broekhuizen), weershaar: wershaor (Broekhuizen) borstelig haar (stekkerhaar, pinhoor] [N 10 (1961)] III-1-1
borstzak(je) vestjestasje: vesjesteske (Broekhuizen) pochetzakje, borstzak [N 23 (1964)] III-1-3
bos bos: bos (Broekhuizen) Een met opgaande bomen beplante uitgestrektheid grond hetzij in natuurstaat of aangelegd. [N 27, 4a; RND 82; L 1a-m; L 22, 7; Vld.; monogr.] I-8
bosbessenvlaai molberenvlaai: Syst. WBD  moelbaereflaaj (Broekhuizen) Vla met vulling van bosbessen (mollebeerevlaoj?) [N 16 (1962)] III-2-3
bosje haar dat tussen de oren naar voren hangt manetop: mānǝtǫp (Broekhuizen) Bosje haar dat van tussen de oren over de kol of het voorhoofd tot over de ogen neerhangt. Zie ook het volgende lemma met bles in de betekenis van een lange, witte streep over de paardekop tot halverwege de neus. Zie afbeelding 2.2. [JG 1a, 1b; N 8, 26; S 27] I-9
bosje haren aan de bovenlip snor: snǫr (Broekhuizen) Voelharen aan de bovenlip. [N 8, 24] I-9
boter botter: botǝr (Broekhuizen) Het bovengedreven vet op de melk. Dit is het eindprodukt van het karnen. [N 12, 51, 52, 55, 58 en 61; JG 1a, 1b; L 1a-m; L 1u, 114; L 20, 26b; L 22, 8; L 27, 67 en 69; S 4 en 17; A 4, 26a en 26b; A 7, 19, 21, 22 en 23; A 9, 15b; A 16, 8a; A 28, 7; N 5A (I] I-11
boter inleggen botter insteken: [botter] instē̜kǝ (Broekhuizen) Techniek om de boter zo lang mogelijk te kunnen bewaren. Hierbij werd er zo min mogelijk gekneed. Zie voor de fonetische documentatie van (boter) en (botter) het lemma ''boter'' (12.14) in deze aflevering. [R 3, 76 en 77; Ge 22, 118; monogr.] I-11
boterham boterham: Syst. WBD  botram (Broekhuizen) Een boterham (stuk, botteram?) [N 16 (1962)] III-2-3