21817 |
druk praten |
keken:
keeke (Q096b Itteren)
|
druk praten [stemmen] [N 87 (1981)]
III-3-1
|
24921 |
duin |
hoop:
haop (Q096b Itteren)
|
duin, heuvel van zand [zandklip, zandbult, blink] [N 81 (1980)]
III-4-4
|
24141 |
duivin, vrouwelijke duif |
zij:
zieje (Q096b Itteren)
|
een vrouwelijke duif (duivinne, wijfje) [N 83 (1981)]
III-4-1
|
21418 |
duur |
duur:
deur (Q096b Itteren),
prijzig:
prijzig (Q096b Itteren)
|
veel kostend, hoog van prijs [duur, dier, duurkopig, duurzaam, durabel, prijzig] [N 89 (1982)]
III-3-1
|
24957 |
eb, laagtij |
afgaan:
aafgoon (Q096b Itteren),
vallen:
vallen (Q096b Itteren)
|
eb, teruggaan van het water van de zee en de toestand van laag water [N 81 (1980)]
III-4-4
|
20394 |
echtgenoot |
man:
de maan (Q096b Itteren),
mens:
minsj (Q096b Itteren)
|
(man. ) Bestaat er een woord voor man in de beteekenis van echtgenoot? [DC 05 (1937)] || de man met wie men getrouwd is [man, mens, baas] [N 87 (1981)]
III-2-2
|
20391 |
echtgenote |
vrouw:
de vrouw (Q096b Itteren)
|
de vrouw met wie men getrouwd is [wijf, vrouw] [N 87 (1981)]
III-2-2
|
24436 |
eekhoorn |
eekhoorntje:
inkeurensje (Q096b Itteren)
|
eekhoorn [DC 07 (1939)]
III-4-2
|
20145 |
een blauwtje lopen |
hij heeft zich een blauwtje gelopen:
hee het zich è blawtje geloape (Q096b Itteren)
|
een andere benaming voor: hij heeft een blauwtje gelopen. Als een jongen door een meisje wordt afgewezen zegt men wel: --. Kent u voor dit feit in uw dialect een andere uitdrukking? (bv. hij heeft een blonde gelopen, een blauwe scheen krijgen, enz) [DC 52 (1977)]
III-2-2
|
22484 |
een cadeau geven |
schenken:
scheenke (Q096b Itteren)
|
Kado geven [schenken, besteken]. [N 89 (1982)]
III-3-2
|