e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Thorn

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
iemand genezen of gezond verklaren (iemand) gezond verklaren: gǝzonjtj vǝrklǭrǝ (Thorn  [(Maurits)]   [Maurits]) De bedrijfsarts bepaalde wanneer een mijnwerker weer kon beginnen met werken. De mijnwerker werd dan genezen of gezond verklaard. [N 95, 970] II-5
iemand graag mogen goed kunnen hebben: good konne həbbe (Thorn), lijden: lieje (Thorn) iemand graag mogen [bestaan op, lijden, zetten] [N 85 (1981)] III-3-1
iemand hinderen hinderen: hinjere (Thorn, ... ), storen: stèùəre (Thorn), verhinderen: verhinjere (Thorn) iemand beletten zijn werk uit te voeren [mishandelen, verhinderen] [N 85 (1981)] || iemand bij zijn werk storen of ophouden [plagen, steken, hinderen] [N 85 (1981)] III-1-4
iemand iets op het hart drukken de wacht aanzeggen: de wacht aanzegge (Thorn), de wacht aanzègge (Thorn) iemand iets met nadruk aanbevelen opdat hij het niet vergeten of verzuimen zal [de wacht aanzeggen, bokstapelen] [N 85 (1981)] III-1-4
iemand iets verwijten verwijten: verwiete (Thorn), verwīēte (Thorn) iemand wijzen op een schuld of tekortkoming, of hem daarmee belasten [voorstoten, voorschieten, verwijten] [N 85 (1981)] III-1-4
iemand kwaad maken titsen: titse (Thorn), treiteren: traetere (Thorn) iemand kwaad maken [tirtsen] [N 85 (1981)] III-1-4
iemand luidruchtig berispen uitpoetsen: oetpoetse (Thorn), uitschieten: oetsjieten (Thorn) een sterke berisping [uitschijter, schrobbering, schoefeling] [N 85 (1981)] || iemand iets verwijten, kwalijk nemen en dat met luide stem kenbaar maken [de broek opnestelen, kijven, meegeven, belakken] [N 85 (1981)] III-1-4
iemand op de zenuwen werken altijd in touw zijn: altied in touw zeen (Thorn) zo druk bezig zijn dat men anderen verveelt [touwen] [N 85 (1981)] III-1-4
iemand prijzen bestuiten: bestuute (Thorn, ... ), stuiten: stuute (Thorn) iemand enorm prijzen, vaak overdreven [ombragie maken] [N 85 (1981)] || iemand prijzen og loven voor wat hij gedaan heeft [stuiten, bestuiten, velen] [N 85 (1981)] III-1-4
iemand weerstaan het been stijf houden: het bein stief houje (Thorn), niet zijn zin geven: neet ziene zin gèève (Thorn) het volhouden tegen iemand, iemand niet zijn zin geven [bolwerken, keephouden, het iemand staan] [N 85 (1981)] III-1-4