e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q162p plaats=Tongeren

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
prutswerk klommel: klommel (Tongeren), klómmël (Tongeren) knoeiwerk, knoeiboel || Wat een geknoei (slecht en slordig werk). [ZND 35 (1941)] III-1-4
puber arm kind: ocharme voor meisje  ’t errëm kénd (Tongeren), gamin (fr.): 10 à 15 jaar voor jongen puber  dë gammêe (Tongeren), gamin-tje: 6 tot 10 jaar voor jongen  ’t gammêekë (Tongeren), gamine (fr.): voor meisje Fr. gaminne  dë gammin (Tongeren), gamine-tje: 10 a 15 jaar voor meisje  ’t gamminnëkë (Tongeren), gast: voor jongen 10 à 15 jaar puber  dë gas (Tongeren), gastje: het gastje 6 à 10 jaar voor jongen  ’t gaskë (Tongeren), gieze (barg.): ¯t giezëke voor meisje gezegd door meisjesgekken; cf. Tongerens Wb. s.v. "gieze"(Et. Brg.) Mar.: het is dus "gosse"en "gieze  dë giezë (Tongeren), jeune homme (fr.): Fr. jeun¯homme voor jongen aanspreking  zjeûnòm (Tongeren), jong: voor jongen  dë jóng (Tongeren), jongeheer: voor jongen aanspreking  jóngëheer (Tongeren), jongetje: voor jongen  ’t júngskë (Tongeren), kootmeidje: vrouwelijk van kwajongen voor meisje onvolwassen in puberteit  ’t koodmètskë (Tongeren), kwajong: kwajongen voor jongen  dë kójóng (Tongeren), mamzel: zowel compliment als denigrerend voor meisje Fr. mademoiselle kijvende aanspreking; cf. VD Fr. -N. s.v. "mamselle, mamzelle"; cf. VD s.v. "mamzel  dë mamzêl (Tongeren), mannetje: voor jongen  ’t mennëkë (Tongeren), meidje: voor meisje  ’t mètskë (Tongeren), poule (fr.): ¯t pùllëkë de poelje de jonge kip voor meisje; cf. Vd Fr. _n. s.v. "poule  dë pùl (Tongeren), schoon kind: voor meisje  ë sjoon kénd (Tongeren) iemand van jeugdige leeftijd (jongere) [N 102 (1998)] III-2-2
pudding crme: krɛ̄m (Tongeren), crme (fr.): krêem (Tongeren), podding: bôddéng (Tongeren) pudding || Pudding (bodding, podding?) [N 16 (1962)] III-2-3
puimsteen gotland: g ̇otla.nt (Tongeren), puimsteen: pømpstęjn (Tongeren) Lichte poreuze gestolde lava met een sponsachtig uiterlijk voor het polijsten van houtwerk en het inschuren van natte grondverf. De 'Gotlandsteen' (Q 162) is een zeer fijnkorrelige zandsteen uit Gotland in Zweden, harder dan puimsteen, die voor fijn schuurwerk wordt gebruikt. [S 29; L 40, 80; N 67, 60c; Renders 1; monogr.] II-9
puistjes brobbels: brubele (Tongeren), brubəl (Tongeren), brobbeltjes: brubəlkəs (Tongeren), brübelkes (Tongeren) puistjes [bultjes, botsels, brobbels] [N 10 (1961)] III-1-2
pullover pullover: pylōvər (Tongeren), Et. uit het Eng. (op zn Nl. uitgesproken).  püllóvër (Tongeren), vareuse (fr.): vərø̄s (Tongeren) pullover truivest met mouwen zonder knopen [N 23 (1964)] || pullover, trui met hoge geplooide kraag III-1-3
punaise punaise (fr.): Fr. punaise.  pënêes (Tongeren) Punaise, duimspijkertje. III-3-1
punt van het blad van de zeis punt: pønt (Tongeren), tip: typ (Tongeren) De scherpe punt aan het blad van de zeis, aan het uiteinde tegenover de arend en de hak. Zie afbeelding 5, nummer 3. [N 18, 68c; JG 1a, 1b, 2c; monogr.] I-3
punt, stip stippeling: mv.: -ë  stïppëléng (Tongeren) stippel III-4-4
puntmuts kapje: keͅpke (Tongeren) puntmuts, hoofdkapje dat van achteren spits toeloopt [N 25 (1964)] III-1-3