e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Tungelroy

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
opgooien (tossen) omgooien: omgoeeje (Tungelroy), opgooien: opgoeje (Tungelroy) Het kansspel waarbij een munt opgegooid wordt; de winnaar is degene die goed voorspeld heeft welke zijde (kruis of munt) boven zal liggen [koppelen, letteren, opgooien, omgooien, omroeien]. [N 88 (1982)] III-3-2
opgroeiend jong kipje pul: pø̜l (Tungelroy), pulletje: pø̜lkǝ (Tungelroy) Bedoeld wordt het kipje dat niet meer bij de klokhen is maar dat nog niet legt. [N 19, 40c] I-12
ophaken ophaken: ǫphakǝ (Tungelroy), opsteken: ǫpstē̜kǝ (Tungelroy) De wisboom hoger plaatsen om met de volgende laag te beginnen. [N F, 42] II-9
ophanger stropje: ströpke (Tungelroy, ... ) lusje || lusje van jas of handdoek III-1-3
ophitsen ophitsen: ophitse (Tungelroy), opstoken: opsteuke (Tungelroy), opstoke (Tungelroy) een persoon of personen aanzetten tot ruzie [opstoken, hissen, opkitsen, oppinnen, opraden, aanlokken] [N 85 (1981)] III-1-4
ophouden met het werk ophouden: ophaoje (Tungelroy), staken: stake (Tungelroy), stoppen: stoppe (Tungelroy), uitscheiden: oetsjeije (Tungelroy) ophouden met werken [afscheiden, uitscheiden, ophouden] [N 85 (1981)] III-1-4
opklaren opklaren: kloartj op (Tungelroy), opkloare (Tungelroy) opklaren, helder worden [op-, doorweere, optrekken, afzomen, zich klaren, opklaren] [N 22 (1963)] III-4-4
opletten acht slaan: achtslaon (Tungelroy), opletten: létte op (Tungelroy) aandacht geven, letten op [beletten, nikken] [N 85 (1981)] || oplettend, achtslaan op wat kan gebeuren, gereed om te handelen, waakzaam [gewarig, gewaakzaam] [N 85 (1981)] III-1-4
oplettend wakker: wakker (Tungelroy) oplettend, achtslaan op wat kan gebeuren, gereed om te handelen, waakzaam [gewarig, gewaakzaam] [N 85 (1981)] III-1-4
opmaken van staart en manen vlechten: vlɛxtǝ (Tungelroy) In dit lemma zijn de antwoorden op twee vragen samengebracht: "het opmaken van staart en manen" (N 8, 103a), en "een paardestaart vlechten" (N 8, 103b). De antwoorden op vraag 103a hebben immers vrijwel alleen met het opmaken en vlechten van de staart te maken. [N 8, 103a en 103b] I-9