e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Velden

Overzicht

Gevonden: 3691
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
broekland, moeras moeras: (= modderpool).  moeras (Velden), zomp: zomp (Velden), Opm. v.d. invuller: ligt tussen een lange en een korte o in.  zo(o)mp (Velden), ps. of toch omspellen volgens Frings: [zo\\mp]?  zŏəmp (Velden) moeras [DC 02 (1932)] III-4-4
broeksriem riem: hijn hult zien books op met enne leire reem (Velden) Broeksriem. Hij hield z’n broek op met een leren riem. [DC 35 (1963)] III-1-3
broer broer: broor (Velden, ... ) broeder [DC 05 (1937)] || broer [DC 03 (1934)] || broer; mijn broer is achttien, mijn - twintig jaar; < 6 jaar [DC 12a (1943)] || broer; mijn broer is achttien, mijn - twintig jaar; ± 10 jaar [DC 12a (1943)] || broer; mijn broer is achttien, mijn zuster twintig jaar; volw. [DC 12a (1943)] III-2-2
broers en zusters (coll. niet gebruiken kinder: kienger (Velden) zuster; bestaat er een woord voor broers en zusters samen (Hd. Geschwister?) [DC 05] III-2-2
brommen, zoemen van een insect brommen: bròmme (Velden) brommen [SGV (1914)] III-4-2
bron sprong: sprung (Velden), sprunk (Velden), sprøŋk (Velden) bron [SGV (1914)] || bron, natuurlijke opening in de grond waar water uit de grond opwelt [kwel, wel] [N 81 (1980)] || Natuurlijke opening in de grond waar water uit opwelt. [S 5; L 1a-m; L 22, 26; N 5A(I] I-8, III-4-4
bronstig berig: birex (Velden), bīrex (Velden) Geslachtsdrift vertonend, gezegd van het vrouwelijk varken. [N 19, 12; N C, 4d; A 43, 20a; JG 1a, 1b, 1c, 2c; S 52, add.; N 76, add.; monogr.] I-12
bronstig op andere koeien springen repen: rēǝpǝ (Velden), rijden: rīǝ (Velden), rijpen: rīpǝ (Velden) [N 3A, 9b] I-11
bronstig, van merries paards: pęrs (Velden) Geslachtsdrift vertonend, gezegd van merries. Een hengstige merrie reageert op de aanwezigheid van de hengst met het optillen van de staart. Ze neemt herhaaldelijk een urirende houding aan, waarbij kleine hoeveelheden urine worden geloosd, terwijl de clitorisch ritmisch naar buiten wordt geperst. Bij de afwezigheid van de hengst zijn deze symptomen minder duidelijk of soms geheel afwezig. [JG 1a, 1b, 1c, 2c; N 8, 42a en 44; N 8A, 2; monogr.] I-9
brood brood: broed (Velden, ... ), broeëd (Velden), brôêt (Velden, ... ) brood [DC 03 (1934)], [DC 39 (1965)], [RND] III-2-3