e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L271p plaats=Venlo

Overzicht

Gevonden: 7326
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
borg borg: börg (Venlo) borg [SGV (1914)] III-3-1
borgen opschorten: opschórtə (Venlo), uitstel (zn.): oetstel (Venlo), oêtstel (Venlo), uitstellen: ōētstellə (Venlo) uitstel van betaling geven [borgen] [N 89 (1982)] III-3-1
borrel borrel: borrel (Venlo, ... ), borrəl (Venlo), drupje: drupke (Venlo), dröpke (Venlo, ... ), dröpkə (Venlo, ... ), jonge klare: jôngə klaore (Venlo), oude klare: àldə klaore (Venlo), schnaps (du.): sjnaps (Venlo), snaps (Venlo), schnaps-je: sjnépske (Venlo), snèpskə (Venlo) borrel; Hoe noemt U: Een glaasje sterke drank, borrel (grigo, officiertje, tjipke, sprets, druppel, drup, kleintje, kloekmalder, propje, peut, wippertje, taaie, tikje, slokje, snapsje, spatje) [N 80 (1980)] || borreltje III-2-3
borrelen (van water) bobbelen: boebbele (Venlo), boebele (Venlo), bŏĕbələ (Venlo), borrelen: borrele (Venlo, ... ), bòrrele (Venlo), bòrrələ (Venlo, ... ), kwellen: kwèllə (Venlo), opborrelen: opborrele (Venlo), wellen: wèllə (Venlo, ... ) bobbelen (t water bobbelt) [SGV (1914)] || bobbelend naar boven komen, gezegd van water [borrelen, wellen, walen, kwelmen] [N 81 (1980)] || de opborrelende lucht- of gasbel in een vloeistof [wal, wel, brobbel, bobbel] [N 91 (1982)] || door opstijgende damp- of gasbellen in beweging zijn, gezegd van vloeistoffen [bobbelen, borrelen, portelen, drijven] [N 91 (1982)] III-4-4
borrelglaasje drupjesglaasje: dröpkesglaeske (Venlo), glaasje: gläske (Venlo) jeneverglaasje met een voetje (borrel) [N 20 (zj)] III-2-1
borst boeg: bux (Venlo), borst: bǫrs (Venlo) Bij houtverbindingen, het eindvlak dat ontstaat wanneer er een pen of keep aan het stuk hout wordt gezaagd. Zie ook afb. 128. Een borst kan rechthoekig of schuin zijn uitgevoerd. [N 54, 42b] || Zie afbeelding 2.19. [JG, 1b; N 8, 32.2] I-9, II-12
borst inwerken borst inwerken: bors enwęrkǝ (Venlo) Elk van de voorpanden van het colbert van kunstmatige borstwelving voorzien. Dit gebeurt door het aanbrengen van voeringdelen, de binnenvulling, het maken van figuurnaden, suçons, in panden en vulling en het in vorm strijken, dresseren, van de panden (Papenhuyzen III, pag 22-29). [N 59, 111; N 59, 113] II-7
borstboom draadwals: drǭtwals (Venlo) Boom die voor in het getouw is aangebracht en waarover het weefsel naar de onderloper glijdt. Deze boom ligt ter hoogte van de borst van de wever, vandaar de naam borstboom. Blijkbaar zit deze boom in L 318 op buikhoogte. [N 39, 31a; monogr.] II-7
borstel afwaskwast: aafwaskwas (Venlo), borstel: börstel (Venlo), Verklw. börstelke  börstel (Venlo), borstel voor de palingsteen: börstel veur de paolingstein (Venlo), kloprijsje: kloprieske (Venlo), merkborstel: merkbörstel (Venlo), pannenborstel: pannenbörstel (Venlo), pannenborsteltje: pannebörstelke (Venlo), pannensponsje: pannespönske (Venlo), pottenwasser: pottewesser (Venlo, ... ), schrobber: soort borstel met lange steel  schruubber (Venlo), schuurborstel: schoorbörstel (Venlo), veur de paolingstein (aanrecht)  schoorbörstel (Venlo) andere soorten borstels [DC 15 (1947)] || borstel [DC 15 (1947)], [SGV (1914)] || kwastachtige borstel [DC 15 (1947)] || schrobber (van takjes) [DC 15 (1947)] III-2-1
borstel waarmee het brood wordt gewassen handveger: hantvē̜gǝr (Venlo) Vraag N 29, 51 luidde: "Waarmee wordt het brood, nadat het uit de oven is gehaald, gewassen?" Op grond van deze vraagstelling kwam er een aantal opgaven dat duidde op een werktuig. Deze opgaven zijn in dit lemma opgenomen. Vergelijk ook het lemma ''netborstel''. [N 29, 51] II-1