21302 |
borg |
borg:
börg (L271p Venlo)
|
borg [SGV (1914)]
III-3-1
|
21879 |
borgen |
opschorten:
opschórtə (L271p Venlo),
uitstel (zn.):
oetstel (L271p Venlo),
oêtstel (L271p Venlo),
uitstellen:
ōētstellə (L271p Venlo)
|
uitstel van betaling geven [borgen] [N 89 (1982)]
III-3-1
|
20563 |
borrel |
borrel:
borrel (L271p Venlo, ...
L271p Venlo),
borrəl (L271p Venlo),
drupje:
drupke (L271p Venlo),
dröpke (L271p Venlo, ...
L271p Venlo,
L271p Venlo),
dröpkə (L271p Venlo, ...
L271p Venlo,
L271p Venlo),
jonge klare:
jôngə klaore (L271p Venlo),
oude klare:
àldə klaore (L271p Venlo),
schnaps (du.):
sjnaps (L271p Venlo),
snaps (L271p Venlo),
schnaps-je:
sjnépske (L271p Venlo),
snèpskə (L271p Venlo)
|
borrel; Hoe noemt U: Een glaasje sterke drank, borrel (grigo, officiertje, tjipke, sprets, druppel, drup, kleintje, kloekmalder, propje, peut, wippertje, taaie, tikje, slokje, snapsje, spatje) [N 80 (1980)] || borreltje
III-2-3
|
24981 |
borrelen (van water) |
bobbelen:
boebbele (L271p Venlo),
boebele (L271p Venlo),
bŏĕbələ (L271p Venlo),
borrelen:
borrele (L271p Venlo, ...
L271p Venlo,
L271p Venlo),
bòrrele (L271p Venlo),
bòrrələ (L271p Venlo, ...
L271p Venlo,
L271p Venlo),
kwellen:
kwèllə (L271p Venlo),
opborrelen:
opborrele (L271p Venlo),
wellen:
wèllə (L271p Venlo, ...
L271p Venlo)
|
bobbelen (t water bobbelt) [SGV (1914)] || bobbelend naar boven komen, gezegd van water [borrelen, wellen, walen, kwelmen] [N 81 (1980)] || de opborrelende lucht- of gasbel in een vloeistof [wal, wel, brobbel, bobbel] [N 91 (1982)] || door opstijgende damp- of gasbellen in beweging zijn, gezegd van vloeistoffen [bobbelen, borrelen, portelen, drijven] [N 91 (1982)]
III-4-4
|
19563 |
borrelglaasje |
drupjesglaasje:
dröpkesglaeske (L271p Venlo),
glaasje:
gläske (L271p Venlo)
|
jeneverglaasje met een voetje (borrel) [N 20 (zj)]
III-2-1
|
26141 |
borst |
boeg:
bux (L271p Venlo),
borst:
bǫrs (L271p Venlo)
|
Bij houtverbindingen, het eindvlak dat ontstaat wanneer er een pen of keep aan het stuk hout wordt gezaagd. Zie ook afb. 128. Een borst kan rechthoekig of schuin zijn uitgevoerd. [N 54, 42b] || Zie afbeelding 2.19. [JG, 1b; N 8, 32.2]
I-9, II-12
|
29043 |
borst inwerken |
borst inwerken:
bors enwęrkǝ (L271p Venlo)
|
Elk van de voorpanden van het colbert van kunstmatige borstwelving voorzien. Dit gebeurt door het aanbrengen van voeringdelen, de binnenvulling, het maken van figuurnaden, suçons, in panden en vulling en het in vorm strijken, dresseren, van de panden (Papenhuyzen III, pag 22-29). [N 59, 111; N 59, 113]
II-7
|
29172 |
borstboom |
draadwals:
drǭtwals (L271p Venlo)
|
Boom die voor in het getouw is aangebracht en waarover het weefsel naar de onderloper glijdt. Deze boom ligt ter hoogte van de borst van de wever, vandaar de naam borstboom. Blijkbaar zit deze boom in L 318 op buikhoogte. [N 39, 31a; monogr.]
II-7
|
19497 |
borstel |
afwaskwast:
aafwaskwas (L271p Venlo),
borstel:
börstel (L271p Venlo),
Verklw. börstelke
börstel (L271p Venlo),
borstel voor de palingsteen:
börstel veur de paolingstein (L271p Venlo),
kloprijsje:
kloprieske (L271p Venlo),
merkborstel:
merkbörstel (L271p Venlo),
pannenborstel:
pannenbörstel (L271p Venlo),
pannenborsteltje:
pannebörstelke (L271p Venlo),
pannensponsje:
pannespönske (L271p Venlo),
pottenwasser:
pottewesser (L271p Venlo, ...
L271p Venlo),
schrobber:
soort borstel met lange steel
schruubber (L271p Venlo),
schuurborstel:
schoorbörstel (L271p Venlo),
veur de paolingstein (aanrecht)
schoorbörstel (L271p Venlo)
|
andere soorten borstels [DC 15 (1947)] || borstel [DC 15 (1947)], [SGV (1914)] || kwastachtige borstel [DC 15 (1947)] || schrobber (van takjes) [DC 15 (1947)]
III-2-1
|
25615 |
borstel waarmee het brood wordt gewassen |
handveger:
hantvē̜gǝr (L271p Venlo)
|
Vraag N 29, 51 luidde: "Waarmee wordt het brood, nadat het uit de oven is gehaald, gewassen?" Op grond van deze vraagstelling kwam er een aantal opgaven dat duidde op een werktuig. Deze opgaven zijn in dit lemma opgenomen. Vergelijk ook het lemma ''netborstel''. [N 29, 51]
II-1
|