e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Wijlre

Overzicht

Gevonden: 2759
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
jonge gans gansje: gęi̯skǝ (Wijlre), gɛu̯skǝ (Wijlre) De benamingen in dit lemma duiden in het algemeen op een jonge gans. In vraag A 6, 5c werd gevraagd naar de dialectbenamingen voor "pasgeboren ganzen". De antwoorden zijn ook in dit lemma opgenomen. Hierdoor komen er onder andere (-)kuiken-opgaven voor. [L 34, 15; JG 1a; A 6, 5c; A 2, 42; monogr.] I-12
jonge geit lammetje: lɛmkǝ (Wijlre) [N 19, 71a; N 77, 75; A 9, 21; JG 1a; monogr.] I-12
jongen jong: jong (Wijlre), joong (Wijlre), jongetje: cf. VD s.v. "jongske(n)  jungsjkə (Wijlre), mannetje: cf. WNT s.v. "menneke"; cf. VD s.v. "manneke  mennəkə (Wijlre) jongen [DC 05 (1937)] III-2-2
jongen met wie een meisje verkering heeft jong: joong (Wijlre), liefste: leefste (Wijlre, ... ), mens: miensj (Wijlre), vrijer: vriejer (Wijlre) de jongen met wie men verkering heeft [caprice, flip, vrijer] [N 87 (1981)] || Hoe noemt men den jongen met wien men verkeering heeft? (Hoe noemt men hem, wanneer men met hem verloofd is?) [DC 05 (1937)] III-2-2
jongen met wie men verloofd is aanstaande: aanstaonde (Wijlre), aasjtaonde (Wijlre), astaonde (Wijlre) Hoe noemt men hem, wanneer men met hem verloofd is? (Hoe noemt men den jongen met wien men verkeering heeft?) [DC 05 (1937)] || verloofde [mannelijk] [caresseur] [N 87 (1981)] III-2-2
jongste knecht, manusje van alles varkensjong: vɛrǝkǝsjǫŋ (Wijlre) Hulpje op de boerderij. In dit lemma is alleen datgene opgenomen wat nog niet in de lemma''s "knecht, algemeen" (1.3.12) of "koehoeder" (1.3.14) is behandeld. Vaak echter wordt de koejongen ook voor allerlei kleinere karweitjes op en om de boerderij ingezet. Onder klooier wordt een varkenshoeder verstaan. Een aanspender (afgeleid van ''aanspannen'') is een beginneling, die pas van school komt. Voor de fonetische documentatie van het woord (knecht) zie het lemma "knecht, algemeen" (1.3.12). [N M, 1c; monogr.] I-6
jongste vogeltje uit het nest kak vogeltje: subs  kakke veugelke (Wijlre), kakjong: kakjonk (Wijlre), kakjunk (Wijlre), kakvogeltje: kakveugelke (Wijlre) een jonge vogel die nog niet kan vliegen (kakjong) [N 83 (1981)] || een pas uitgebroed vogeltje (kwabbeke) [N 83 (1981)] || nog geen veren hebbend, gezegd van jonge vogels ( maaibloot, paddebloot) [N 83 (1981)] || nog niet in staat om te vliegen, gezegd van jonge vogels (kak, kwak) [N 83 (1981)] III-4-1
judaspenning judaspenning: judas penning (Wijlre) Judaspenning (lunaria biënnis). sierplant met grote bladeren en meestal donker roodpaarse, zelden witte, bloemen. De onderste bladeren en die van de rozet zijn diep ingesneden bij de steel en spits aan de top, de bovenste haast ongesteeld. De plant wordt [N 92 (1982)] III-4-3
juffrouw juffrouw: juffrouw (Wijlre), jungfer (du.): (oud woord).  jumfer (Wijlre) hoe spreekt u een ongetrouwde vrouw aan? [juffer, juffrouw, juf, uffrouw] [N 87 (1981)] III-3-1
kaak kaak: kāā-ək (Wijlre), raak: ra-kə (Wijlre) kaak [DC 02 (1932)] III-1-1