e-WLD begrippen 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 1

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
grootvader ampa: aampaa (Borgharen), ampa (Gronsveld, ... ), ampā (Maastricht, ... ), āmpa (Maastricht), cf. WNT s.v. "amme - bij verkorting am  aampaa (Borgharen), hogere klasse  ampa (Maastricht), kleinkinderen zeggen ~  ampā (Maastricht), vero. cf. fr. s.v. "grand-papa  aampa (Gronsveld), wordt gebr. door kleine kinderen. Toch wordt op den duur door t veelvuldig gebruik ook door de grotere aampa gezegd  āmpā (Maastricht), zie ook "opa  ampa (Houthem), ampapa: wordt gebr. door kleine kinderen. Toch wordt op den duur door t veelvuldig gebruik ook door de grotere aampepa gezegd  āmpəpā (Maastricht), ate: cf. Middelnederlandsch Handwoordenboek (Verdam) s.v. "Ate"= vader  aotä (Wellen), ata (Rijkhoven), een langverdwenen woord"; cf. Middelnederlandsch Handwoordenboek (Verdam) s.v. "Ate"= vader  aatè (Wellen), kindertaal; cf. Tungërse diksjënêer s.v. "I. têe"1. vader, 2. grootvader  èètèèə (Diepenbeek), verdwijnt  ata (Martenslinde), baa: baa (Geleen, ... ), beb: böb (Sittard), böp (Sittard), bøͅi̯p (Schinveld), cf. VD s.v. "beb"(grootvader, gew.)  böpp (Limbricht), n mijn jeugd werd door velen nog - gezegd"; cf. WNT s.v. "beb - in ouderen vorm bebbe; ook wel babbe . In zeer verschillende streken een naam voor grootvader  bup (Buchten), onduidelijk geschr.  byb (Brunssum), beb-pa: bøͅi̯pā (Schinveld), n mijn jeugd werd door velen nog - gezegd"; cf. WNT s.v. "beb - in ouderen vorm bebbe; ook wel babbe . In zeer verschillende streken een naam voor grootvader  buppa (Buchten), samentrekking "beb"en "pa"?  böppa (Limbricht), bestepa: oude naam  bešəba (Amstenrade), bestevaar: cf, WNT s.v. "bestevader - zeer gewoon in samentr. bestevaar  bistevaar (Roggel), cf. VD s.v. "bestevaar  bēͅstəvār (Munstergeleen), bestevader: baestevader (Maasbree), baistəvadər (Eisden, ... ), beistevader (Limbricht), bestevaaier (Neeroeteren), bestevadder (Heerlen, ... ), bestevader (America, ... ), bestevajjer (Blitterswijck, ... ), bestəvaadər (Grubbenvorst, ... ), bestəvādər (Brunssum), bes’tevadder (Bleijerheide, ... ), bēͅstəvādər (Munstergeleen), beͅi̯stəvādər (Schinveld), beͅstəvādər (Bingelrade, ... ), bistevader (Sevenum), bèstevaader (Pey), bèstevader (Echt/Gebroek, ... ), béstevaadər (Opglabbeek), béstevader (Stein), béstəvaadər (Meeswijk, ... ), bêstevader (Grathem), bëstevaader (Sittard), bøͅstəvādər (Puth), algemene naam  beͅstəvādər (Amstenrade), bijna weg tegenwoordig  beͅstəvādər (Nuth/Aalbeek), cf. WNT s.v. "bestevader - zeer gewoon in samentr. bestevaar  bestevader (Baarlo), een enkele maal  bestevader (Sint-Odiliënberg), heel oud  bestevader (America), heel ouderwets  bestevader (Blerick), inz. ouwelijk gekleed jongetje  bèstevader (Roermond), mar.: resp. gebruikt spelling uit de (bijgevoegde) brochure: "Phonetische schrijfwijze van het Valkenburgsch plat en gelijkluidende dialecten". Omspelling komt voor mijn rekening  béstəvadər (Valkenburg), men gebruikt het meest: -; cf, WNT s.v. "bestevader - zeer gewoon in samentr. bestevaar  beestevader (Helden/Everlo), ook -  bestevader (Wellerlooi), oorspronkelijk  bestevadder (Wijlre), oud  bestevader (Nuth/Aalbeek), bestevajer (Opoeteren), raakt in onbruik  bestevadder (Schaesberg), uitspr. e ongeveer als in eng. but  bestevader (Horst), vero.  bèstevader (Tegelen), verouderd  bestəvaadər (Opgrimbie, ... ), vroeger  bestevader (Dieteren, ... ), vroeger; zie ook grootvader; cf. WNT s.v. "bestevader"zeer gewoon in de samentrekking "bestevaar  bestevader (Merselo, ... ), wordt zelden gebruikt  bèstevader (Guttecoven), bon: bon (Kuringen), bòo͂ (Sint-Truiden), afk. van bopa  bo͂ (Hasselt), kindertaal  bon (Hasselt, ... ), bon-pa: bompa (Achel, ... ), bonpa (Gutshoven, ... ), boompaa (Lanaken), boupa (Bilzen, ... ), boupoa (Nieuwerkerken), bò͂pa (Niel-bij-St.-Truiden), bòo͂pa (Sint-Truiden), bônpa (Kortessem), bôpà (Tongeren), bon-papa  bómpaa (Sittard), cf. VD F-N s.v. "bon-papa  bonpa (Maastricht), hogere stand  bonpa (Hoepertingen), kinderen  bo(n)pa (Hasselt), kindertaal  bompa (Bree, ... ), bonpa (Lanaken), boupa (Heers, ... ), bôompa (Neeroeteren), kindertaal - en gemeenzaam  boupa (Kuringen), kindertaal; rijke kinderen  bonpa (Grote-Brogel), kindertaal; uitzonderlijk  boupa (Zepperen), nieuw woord  bopa (Stevoort), vero.  bompa (Gronsveld), bon-papa: bompapa (Kaulille, ... ), bonpapa (Hasselt, ... ), bonpappa (Mal), bonpāpa (Maastricht), bonpəpā (Maastricht), bou papa (Sint-Truiden), boupapa (Borlo, ... ), bò͂papaa (Sint-Truiden), bóm(pa)pa (Maastricht), bij rijke mensen  boͅmpəpā (Maastricht), cf. VD F-N s.v. "bon-papa"(kind.) 0.1 opa  boupapaa (Rotem), gebruiken alleen enkele hoogmoedige ezels  bompapa (Tessenderlo), kindertaal  bonpapa (Sint-Truiden), boupapa (Heers), kindertaal; cf. VD F-N s.v. "bon-papa"(kindert.)  bonpapa (Lommel), vroeger  boupapa (Wellen), bup: böp (Sittard), dikke pa: dikke pa (Borlo, ... ), kindertaal  dikke paa (Heers), grand-pa: graampa (Echt/Gebroek), grampa (Maastricht, ... ), grampaa (Margraten), grampā (Maastricht, ... ), deftig  granpa (Hoepertingen), hogere klasse  grampa (Maastricht), kindertaal  grandpa (Hoepertingen), uit het Waals voor grand + pa (pa)  grāpa (Sint-Pieters-Voeren), vroeger ± 50 jaar geleden bij deftige mensen, Nu wordt grampepa veel gebruikt evenals grampa  grampā (Maastricht), grand-papa (fr.): grampapa (Borgloon, ... ), deftiger  grampapa (Maastricht), gegoede stand  gra͂papa (Hamont), vroeger ± 50 jaar geleden bij deftige mensen, Nu wordt grampepa veel gebruikt evenals grampa  grampəpā (Maastricht), grand-peetje: dim.: "grempke"; vroeger  grempke (Wellen), grand-pre (fr.): graampeer (Maastricht), graampèr (Riksingen), grampeer (Maastricht, ... ), grampeere (Hasselt), grampere (Maastricht), grampēr (Maastricht, ... ), graper (Tongeren), grāmpēr (Maastricht), gràampéer (Tongeren), dim.: "grempke  grampeer (Wellen), fr. grand-père  gré.mpèèr (Hasselt), grand-père  grampeer (Kortessem), mar.: of: grandpère?  grapeer (Tongeren), uit het Waals voor grandpère  grapēr (s-Gravenvoeren), uit het Waals voor grand¯père  grāpēr (Sint-Martens-Voeren, ... ), vroeger en nu bij arme mensen  grampēr (Maastricht), groot-pre: grutpeirə (Sint-Truiden), cf. WNT s.v. "peer (I)"1. Eigenlijk, Vader  groetpeer (Lanaken), grootje: grootje (Gruitrode, ... ), grūūetie (Opglabbeek), kindertaal  groeëtje (Neeroeteren), grootpa: grautpa (Hoepertingen), groatpøa (Hoepertingen), groetpa (Lanaken), groeëtpaa (Sint-Truiden), grootpa (Alken, ... ), groutpaa (Sint-Lambrechts-Herk), grōētpa (Peer, ... ), grōētpaa (Sint-Truiden), gruutpa (Meeuwen), gróótpaa (Vlijtingen), grôetpoa (Nieuwerkerken), gemeenzaam  groutpaa (Sint-Lambrechts-Herk), kindertaal  grootpaa (Zepperen), grootpaatje: grootpake (Sint-Lambrechts-Herk), grootpap: groewtpap (Heerlen), grôetpap (Wijlre), grootpapa: groetpapa (Neeroeteren), grootpapa (Gorsem), grootpappa (Zonhoven), grouwetpapa (Welkenraedt), grutpapā (Borgharen), grootse pa: gróótsepaa (Riksingen), grootva: greutvao (Overpelt), groetva (Maaseik), groetvoo (Schulen), grootva (Reppel), grutva (Heusden), gruutva (Heusden), cf. VD s.v. "va  groetvaa (Heusden), kindertaal  grutvao (Beverlo), grootvad: grotvad (Oostham), grotvat (Middelaar, ... ), grotvát (Castenray, ... ), grŏatvaat (Oirlo), grutvat (Afferden, ... ), grŭtfat (Siebengewald), gròtvāt (Venray), grötfaat (Siebengewald), grötfad (Heijen), grötfât (Gennep, ... ), grötvàt (Well), grötvát (Castenray, ... ), cf. VD s.v. "va  grotvat (Middelaar), o als in bok; cf. VD s.v. "va", dim. "vaatje  grotfat (Middelaar), grootvader: chrutvaar (Mettekoven, ... ), graotvader (Beek, ... ), grautvoar (Heers, ... ), grautvouder (Bilzen), gretvowédér (Lommel), greutvaodər (Martenslinde), greutvoader (Achel, ... ), groatvaader (Born, ... ), groatvader (Beegden, ... ), groatvadər (Elsloo, ... ), groatvaoder (Bilzen), groatvāder (Venray), groat˃vādər (Geleen, ... ), groe-etvadder (Benzenrade, ... ), groe-etvader (Blerick, ... ), groe-ootvader (Grathem, ... ), groeaatvader (Berg-en-Terblijt), groeatvaader (Heel), groeatvaadər (Ophoven, ... ), groeatvader (Heythuysen, ... ), groedvader (Eijsden), groeitvader (Beringen), groejtvader (Ospel), groeootvader (Grathem), groetvaader (Amby, ... ), groetvaaier (Neeroeteren), groetvaajər (Amby, ... ), groetvaar (Rekem), groetvader (Baarlo, ... ), groetvaer (Houthalen, ... ), groetvajer (Bree, ... ), groetvajjer (Gronsveld), groetvao.ëder (Zonhoven), groetvaoder (Zonhoven), groetvaojer (Veldwezelt), groetvaor (Montenaken, ... ), groetvaëder (Stevoort), groetvoader (Neerpelt), groetvoar (Jeuk), groetvour (Kuringen), groetvâdər (Diepenbeek), groeëtvadder (Hasselt, ... ), groeëtvader (Hasselt, ... ), groeëtvar (Hasselt), groeëtvaâder (Tungelroy), groeətvaader (Pey), groeətvader (Grubbenvorst), groe͂tvader (Blerick), groitvaader (Stevensweert), groitvaadər (Thorn), groitvader (Beegden, ... ), groitvadər (Thorn, ... ), groo-etvader (Weert), groo:tfaadər (Roermond), grooatvader (Meerssen), grooetvader (Weert, ... ), grootfader (Schinveld, ... ), grootfaor (Borgloon), grootvaader (Herten (bij Roermond), ... ), grootvaadər (Beverlo, ... ), grootvaar (Wellen), grootvadder (Benzenrade, ... ), grootvader (Buchten, ... ), grootvajer (Opoeteren), grootvaor (Eigenbilzen, ... ), grootvoar (Sint-Lambrechts-Herk, ... ), grootvoier (Tongeren), grootvoir (Heers), grootvojer (Mal), grootvouer (Voort), grootvôor (Alken), grooëtvader (Oirsbeek, ... ), grooətfader (Beegden), grooətvaader (Tegelen), grooətvader (Ulestraten), grooətvadər (Tegelen), grotvader (Geysteren, ... ), grotvoder (Middelaar), grotvoiər (Heers), grouetvader (Dieteren), groutvaaör (Wellen), groutvader (Hushoven, ... ), groutvaoder (Kortessem), groutvaor (Kortessem), groutvauier (Riksingen), groutvoaʔr (Gutshoven), groutvoider (Vliermaal), grouwetvadder (Welkenraedt), growatvader (Pey, ... ), growtvòddər (Bilzen), groàtvader (Pey), groätvader (Geleen, ... ), groètvader (Blerick), groêtvader (Blerick), groëtvader (As, ... ), groôtvader (Bergen, ... ), groətvader (Stein, ... ), groət˃vādər (Geulle), grōējətfaddər (Hasselt), grōētvaader (Amby), grōētvaadər (Amby, ... ), grōētvaaiər (Peer), grōētvaddər (Rotem, ... ), grōētvader (Amby, ... ), grōētvajər (Amby), grōētvaodər (Herk-de-Stad), grōētvoar (Sint-Truiden), grōētvòjər (Genk), grōēët.tva.der (Hasselt), grōōtvader (Oirlo), grōt˃vādər (Bingelrade, ... ), grōət˃vādər (Merkelbeek, ... ), grŏĕtvaader (Mheer), grŏĕtvaajər (Amby), grŏtvader (America), groͅu̯t˃vādər (Beek), gruaatfaadər (Reuver), grutfòddər (Martenslinde), grutvaader (Kuringen), grutvaadər (Lanaken), grutvaddər (Lanaken), grutvader (America, ... ), grutvadər (Lanaken), grutvajer (Hechtel), grutvaodər (Diepenbeek), grutvaoər (Diepenbeek), grutva͂dəer (Houthalen), grutva͂dər (Houthalen), grutvoader (Beverlo, ... ), grutvoier (Riksingen, ... ), grutvouder (Lommel), grutvààwədər (Zonhoven), grutvójər (Martenslinde), grutvóódər (Diepenbeek), grut˃vādər (Borgharen, ... ), grut˃vāi̯ər (Borgharen, ... ), gruutvader (Bree, ... ), gruutvaoder (Heusden), grūūetvaadər (Opglabbeek), grūūetvaaier (Opglabbeek), grūūtvajjər (Meeuwen), grūūʔtfaadər (Opglabbeek), grūəfadər (Sint-Martens-Voeren, ... ), grūət˃vādər (Oirsbeek), grŭtvader (Well), grŭŭtvaadər (Beverlo), grŭŭtvaajər (Bree), grŭŭtvāādər (Bree), gru̯at˃vādər (Elsloo, ... ), grwaatfadər (Born), gròtvaader (Meijel), gròtvader (Venray), gròtvaodər (Hamont, ... ), gròòtvader (Roosteren), grótfaor (Wellen), grótvaoier (Koninksem), grótvóóadər (Sint-Lambrechts-Herk), grówtva͂r (Vechmaal), gróótvoujer (Val-Meer), gróótvòir (Vlijtingen), gróótvóó-aər (Gelinden), grôetfaadər (Opgrimbie, ... ), grôetvaadər (Opgrimbie), grôetvadder (Wijlre), grôetvader (Nieuwerkerken, ... ), grôetvadər (Opoeteren), grôetvajer (Opitter), grôetvaoder (Hasselt), grôetvoar (Nieuwerkerken), grôotvader (Bergen, ... ), grôotvòddər (Bilzen), grôêtvaadər (Dilsen, ... ), grôêtvader (Blerick, ... ), grôêtvaoər (Aalst-bij-St.-Truiden), grötvader (Blitterswijck, ... ), grötvaoder (Gennep), grötvāder (Tienray), grûutvader (Koningsbosch), grətvôodər (Hamont), cf. WNT s.v. "vaar (I)"(samengetrokken vorm van vader)  grōētvaor (Sint-Truiden), cf. WNT s.v. "vaar (I)"(samengetrokken vorm van vader). Zie WNT s.v. "vader"waarin "vaaier"als bijvorm gegeven wordt (met overgang d > j zie ook de opgave "vaajer"(007b)  groetvaajer (Amby), cf. WNT s.v. "vaar (I)"(samengetrokken vorm van vader). Zie WNT s.v. "vader"waarin "vaaier"als bijvorm gegeven wordt (met overgang d > j )  groetvaajer (Gronsveld), door leerlingen v.e. lagere school ingevuld (9 - 10 jaar)  graotvader (Geulle), gemeenzaam  grootvoar (Sint-Lambrechts-Herk), gewoon  gròtvaodər (Hamont), groit = uit het franse bois  groitvader (Schimmert), groit uit frans bois  groitvader (Meerssen), groit uit franse roi  groitvader (Meerssen), grote mensen  grootvaoier (Paal), J(onger) V(enraays)  grótvader (Castenray, ... ), grötvader (Castenray, ... ), kindertaal  grootvouder (Rijkhoven), kindertaal - en gemeenzaam  grutvader (Kuringen), lagere stand  gròtvajər (Hamont), lagere- en burgerklasse  grŏĕtvaajər (Maastricht), mar.: resp. gebruikt spelling uit de (bijgevoegde) brochure: "Phonetische schrijfwijze van het Valkenburgsch plat en gelijkluidende dialecten". Omspelling komt voor mijn rekening  groitvadər (Valkenburg), meest gebruikt door ouderen  grootvaar (Zepperen), nieuwer  grootvader (Opoeteren), nu  groitvader (Dieteren), oi van froid (fr.)  groitvaadər (Berg-en-Terblijt), oowaa"als in het franse "toi  groowaatvader (Berg-aan-de-Maas), oud  groeëtvajer (Opoeteren), platter  grutfòjjər (Martenslinde), zelden  grōət˃vādər (Schinveld), zelden gebruikt  graotvôor (Hoepertingen), Zie grötvât  grötvajjer (Gennep, ... ), zie ook "bestevader  grōtvader (Merselo, ... ), Zie WNT s.v. "vader"waarin "vaaier"als bijvorm gegeven wordt (met overgang d > j )  groetvaaier (Heusden), ± 50 jaar geleden bij gewone mensen  grut˃vādər (Maastricht), gross: groeës (Heerlen), de groe-es  groe-es (Schaesberg), gross (du.): groosz (Heerlen), gross-pa: cf. VD D-N s.v. "Grosspapa  groospa (Nuth/Aalbeek), gross-pap: groaspap (Welten), groespap (Vijlen, ... ), groewuspap (Vijlen), groeëspap (Heerlen, ... ), groëspap (Vijlen), grōē-espap (Gulpen), grôespap (Eys, ... ), jroeës’pap (Bleijerheide, ... ), cf. VD D-N s.v. "Grosspapa  groospap (Nuth/Aalbeek), gröspäp (Rimburg), cf. VD- D-N s.v. "Grosspapa  groëspap (Ubachsberg), gross-papa: cf. VD- D-N s.v. "Grosspapa  groeëspapa (Heerlen), gross-vader: groasvadder (Welten, ... ), groesvadder (Waubach), groewesvadder (Vijlen, ... ), groewusvader (Vijlen), groeësvadder (Heerlen, ... ), gruesfader (Montzen), gruësvadder (Vaals), grôesvaddər (Eys), grôêsfaddər (Welkenraedt), jroesvadder (Bocholtz, ... ), jroeësvadder (Kerkrade), jroeës’vadder (Bleijerheide, ... ), jroësvadder (Kerkrade), jruesvadder (Vaals), cf. VD - D-N s.v. "Grossvater  groeësvadder (Heerlen), grote pa: groe-ete pa (Grote-Brogel, ... ), groete pa (Bocholt, ... ), groete paa (Linkhout), groote pa (Borlo), grutte pa (Hechtel), gruttepa (Paal), gruttəpaa (Lanaken), kindertaal  groettepa (Veldwezelt), grute pa (Kuringen), gruttepa (Beringen), gruutepa (Bree), grote va: groete vaa (Linkhout), grote va (Tessenderlo), grute va (Heusden, ... ), kindertaal  groote va (Tessenderlo), grute va (Heusden, ... ), moedersvader: zie id. p. 359  moēdersvader (Castenray, ... ), moērsvader (Castenray, ... ), mon pre (fr.): mar.: resp. gebruikt spelling uit de (bijgevoegde) brochure: "Phonetische schrijfwijze van het Valkenburgsch plat en gelijkluidende dialecten". Omspelling komt voor mijn rekening  mompeer (Valkenburg), nonk: kindertaal; vgl. met het lemma "oom  nonk (Lanklaar), opa: eupa (Tungelroy), oepa (Maaseik), oeëpa (Tungelroy), oopa (Heythuysen, ... ), oopaa (Amby, ... ), opa (Benzenrade, ... ), oupa (Valkenburg), ōpa (Bingelrade, ... ), ōpā (Merkelbeek, ... ), o’pa (Bleijerheide, ... ), óópaa (Pey), door leerlingen v.e. lagere school ingevuld (9 - 10 jaar)  hoppa (Geulle), opa (Geulle), kindertaal; cf. VD s.v. "1. pee"(vader)  opèè (Opglabbeek), laatste tijd  opa (Waubach), tegenwoordig  opa (Ubachsberg, ... ), ōpa (Geulle), thans veel -; overgrootvader is "bestevader  opa (Venlo), opaatje: ôpake (Bergen, ... ), oude, de -: cf. VD s.v. "ouwe"2. oudeheer, vader  dən awə (Hamont), zie id. voor vader  den aaë (Kortessem), oudpa: aapa (Jeuk, ... ), apa (Neerpelt), awba (Gronsveld), aəpa (Gutshoven), de aa paa (Sint-Truiden), den aa paa (Gelinden, ... ), kindertaal  oba (Eupen), minachtend; cf. VD s.v. "ouwe"(eig. oude, zie verder ald. zie opgave 07b: "ba  aw-ba (Berg-en-Terblijt), oudvader, want ba is vader  oͅbá (s-Gravenvoeren, ... ), platte uitdrukking  aubaa (Amby), vgl. "ba"bij 07b  auba (Valkenburg), vroeger algemeen; nu door oude mensen  abba (Mheer), oudpapa: aapapa (Montenaken, ... ), oudpeetje: óó peekə (Sint-Truiden), oudste, de -: dən awstə (Hamont), oudvader: ovar (Eupen), nieuwere vorm  alt˃vadər (Eupen), oudere vorm  ovar (Eupen), pa: ba (Val-Meer), baa (Sittard), de pa (Borlo), paa (Vechmaal), kindertaal  paa (Val-Meer), meestal gebruikt  pa (Hoepertingen), platte uitdrukking  baa (Amby), paatje: pake (Kaulille), papa: poepa (Tongeren), vroeger gebruikt door kinderen  babbaa (Berg-en-Terblijt), parrain (fr.): soms; uit fr. "parrain"= peetvader  parréͅ (Hasselt), pee: pij(ə) (Gutshoven), cf. VD s.v. "1. pee"(vader)  pee (Meldert), cf. VD s.v. "1. pee"1. vader  pee (Wellen), peet: kindertaal  peet (Stevoort), peetje: peejkə (Niel-bij-St.-Truiden), peeke (Linkhout, ... ), peekə (Aalst-bij-St.-Truiden, ... ), peke (Stokrooie), cf. VD s.v. "peetje"1. grootvader  peekə (Tessenderlo), peke (Sint-Truiden), gemeenzaam  peekə (Herk-de-Stad), kindertaal  peeke (Stevoort), oude mensen spraken van : -  peike (Sint-Truiden), verouderd  peekə (Hoepertingen), vroeger  peeke (Wellen), peke (Beringen), peter: peeter (Peer), peetər (Lommel), pieter (Bocholt), kindertaal  peter (Houthalen), peteren: peeteren (Hechtel), pietere (Reppel), pitteren (Kaulille), piëtere (Zutendaal), Aals hij peter is van een van de kinderen  peetere (Opoeteren), cf. WNT s.v. "peteren (I)"1) peter, doopvader; zie lemma "peetoom  peteren (Hechtel), hij is peter van een van de kinderen  pietere (Martenslinde), kindertaal  pieëtere (Neeroeteren), kindertaal (zegt het kind als zijn grootvader peter is)  pietere (Opoeteren), kindertaal; "zeggen veel kinderen tegen grootvader waarvan hijzelf geen peter is"; cf. WNT s.v. "peteren (I)"1) peter, doopvader; zie lemma "peetoom  peetéren (Lommel), peteroom: kindertaal; "kinderen en grote mensen"; cf. VD s.v. "ome  peteroeme (Paal), pre (fr.): peer (Tongeren), dit wordt ook voor "vader"gebruikt  péér (Borgloon), vero.  peer (Gronsveld), tij: téé (Borgloon), têe (Tongeren), cf. Tungërse diksjënêer s.v. "I. têe"1. vader, 2. grootvader  tei (Riksingen), teie (Heers), téͅ (Vechmaal), kindertaal; cf. Tungërse diksjënêer s.v. "I. têe"1. vader, 2. grootvader  tèèə (Diepenbeek), oude benaming: mem en tê  (Kortessem), tij-vader: kindertaal  teie-vauider (Riksingen), va-va: va-va (Maaseik), vaatje: cf. WNT s.v. "va"met dim. "vaatje"en "vake"; kunnen ook uit "vadertje"resp. "vaderke"zijn ontstaan  vaôke (Bilzen), vader: vaadər (Opglabbeek), vaoder (Bilzen, ... ), vaoər (Borgloon), vādər (Jabeek), vòər (Vlijtingen), de vader heet dan pa  vóódər (Martenslinde), kindertaal  vaojer (Veldwezelt), vero.  vajjer (Gronsveld) broer; mijn broer is achttien, mijn zuster twintig jaar; volw. [DC 12a (1943)] || grootmoeder; ik ga bij grootvader en grootmoeder logeren; volw. [DC 12a (1943)] || grootvader [DC 05 (1937)], [DC 12a (1943)], [ZND 11 (1925)], [ZND 35 (1941)] || grootvader (arch.) || grootvader (gemeenzaam/kindertaal) [ZND 35 (1941)] || grootvader van moederszijde || grootvader, bestevaar || grootvader, opa || grootvader; grootvader rookt een pijp; < 6 jaar [DC 12a (1943)] || grootvader; grootvader rookt een pijp; ± 10 jaar [DC 12a (1943)] || grootvader; ik ga bij grootvader en - logeren; < 6 jaar [DC 12a (1943)] || grootvader; ik ga bij grootvader en - logeren; ± 10 jaar [DC 12a (1943)] || grootvader; ik ga bij grootvader en grootmoeder logeren; volw. [DC 12a (1943)] || grootvaderl; mijn grootvader rookt een pijp; volw. [DC 12a (1943)] || opa || ouwelijke man III-2-2