e-WLD begrippen 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 1

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
raaskallen bageren: WNT: bageren, in de algemene taal niet in gebruik, maar wel in verschillende dialecten, o.a. in dat van Deventer, en in dat van Heerle. Als beteekenis wordt opgegeven "wild en woest praten", en voor Heerle die van "leuteren, kletsen"(Jongeneel 3).  bagere(n) (Schinveld), bazelaar (zn.): baozelèèr (Vlijtingen), bazelen: baa.zələ (Kelpen), baasele (Neer), baazele (Geulle, ... ), baazelə (Oirsbeek), baazələ (Kapel-in-t-Zand, ... ), baozələ (Vlijtingen), basele (Valkenburg), bazele (Bree, ... ), bazelen (Born, ... ), bazelə (Doenrade, ... ), bazələ (Maastricht), bā.zələ (Eys), bāāzələ (Hulsberg, ... ), bōāzĕle (Hoeselt), bààzələ (Maastricht, ... ), báázələ (Epen, ... ), bäozele (Gronsveld), ps. geprobeerd om te spellen, maar ken het Eksels dialect niet!  bōͅəzələn (Eksel), brazelen: braatsele (Tungelroy), braazələ (Sweikhuizen), brazele (Klimmen, ... ), brààzələ (Amstenrade), bráázələ (Heerlen), breuzelen: breuzələ (Heerlen, ... ), dollen: #NAME?  dolle (Heerlen), dooreenslaan: dooreinsjloan (Grevenbicht/Papenhoven), dromen: druime (Schimmert), groene vertellen: grune vertellen (Jeuk), gusselen: gössele (Gronsveld), kal uitkramen: kāāl ōētkraomə (Nieuwenhagen), kazelen: kaazələ (Kapel-in-t-Zand), kwazele (Venlo, ... ), kletsen: kletse (Merselo, ... ), leuteren: leutere (Posterholt), lûutərə (Heerlen), Opm. het woord revelen zelf is onbekend.  leutere (Guttecoven), lullen: lulle (Echt/Gebroek, ... ), lullen (Gulpen, ... ), lullə (Heel, ... ), lŭllə (Nieuwenhagen), lälle (Blerick), lôlle (Hoensbroek), lölle (Horst, ... ), löllə (Venlo), lûlle (Schimmert), l‧øͅlə (Eys), (in ongunstige zin).  lulle (Haelen), (minder mooi).  lulle (Oirlo), nekkletsen: nekkletse (Maastricht), opspelen: opspēūle (Meerlo), ouwehoeren: Van Dale: ouwehoeren, (inform. spreekt.), 1. vervelend kletsen, zemelen, zaniken; -2. langdurig, wat vertrouwelijk, intiem met elkaar praten.  ouw hōōrə (Nieuwenhagen), prazelen: Van Dale: prazelen, (gew.) 1. bazelen, babbelen.  prazele (Helden/Everlo), prāāzələ (Reuver), quatschen (du.): kwatsche (Beek, ... ), kwatse (Gennep, ... ), raaskallen: hije roëskolt (Landen), hé rooskalt (Kuringen), raaskallen (Gulpen, ... ), raaskalln (Brunssum), raaskallə (Montfort), raaslallen (Hoensbroek), raoskalle (Geulle), raoskállə (Heel), roaskalle (Bree), rááskàllə (Opglabbeek), rááskállə (Venlo), razelen: h(tm) rasəltš (Bree), rāzele (As), revelen: riefele (Lottum), rĭjfele (Blerick), ruffele (Schinnen), schele kal uitslaan: sjaele kal oetsjlaon (Geleen), schelen: schêle (Beesel), semmelen: sĕmmele (Swolgen), stommen: stŏmmə (Nieuwenhagen), uitvallen: ŭŭtvalle (Meerlo), wauwel verkopen: wauwel verkoupe (Beesel), wauwelen: waowələ (Heerlen), wauwele (Ell, ... ), wauwele(n) (Schinveld), wauwelen (Geleen, ... ), wauweln (Maastricht), wauwelə (Oirsbeek), wauwəllə (Grevenbicht/Papenhoven), wauwələ (Kelpen, ... ), wawale (Stein), wawwele (Herten (bij Roermond), ... ), wawwələ (Maastricht, ... ), wawələ (Meijel, ... ), wouwele (Ittervoort), wouwələ (Reuver, ... ), wowwele (Mheer), wàwele (As), wàwwele (Sevenum), wàwwələ (Maastricht), wazelen: wazele (Belfeld, ... ), wazələn (Urmond), wāāzələ (Roermond), wáázələ (Reuver), zagen: zêge (Valkenburg), zauwelen: zawwele (Maastricht, ... ), zouwele (Simpelveld), zeveren: zeivere (Hunsel, ... ), zeiverə (Guttecoven), zeveren (Leopoldsburg), zijverre (Vlodrop), zèveren (Eigenbilzen), zich get eruit houwen: sich gèt droet houe (Wijlre) Hoe zegt ge "hij vertelt onnoozelen praat (of leugens)"? [ZND 40 (1942)] || onzin praten, raaskallen [revelen, raaskallen, wauwelen, lullen, bazelen] [N 87 (1981)] || revelen [SGV (1914)] III-3-1