24230 |
restant vogels |
baardmannetje:
alleen in kandidaatsscriptie
baartmènke (L270p Tegelen),
baareend:
tafeleend (46 grijs; met bruine kop; zwarte borst; alleen op trek en s winters
baoréénd (L289p Weert),
bakelen:
zich met zand volgooien en uitschudden tegen ongedierte, v kippen en mussen
bakele (L245a Castenray, ...
L211p Leunen,
L209p Merselo,
L216p Oirlo,
L216a Oostrum,
L212a Smakt,
L210p Venray,
L244a Veulen (bij Venray)),
bijneneter:
bienën-êtër (Q077p Hoeselt),
blokeend:
blokeend, volwassen wilde eend; tgo kraakeend
bloͅkēͅənjt (Q001p Zonhoven),
slobeend (51 groene kop; witte nek; bruine borst; brede platte bek
bloͅkeͅnt (K314p Kwaadmechelen),
boskop:
smient (46 bruine kop met gele bles; grijs boven; maakt fluit geluid; trek en winter
boͅskoͅp (Q002p Hasselt),
brilduiker:
brilduiker: wit en zwarte eend, de woerd heeft een ronde witte veer naast zijn oog; het wijfje is grijs met bruine kop (brilduiker, duikelder)
brilduuker (L322a Nunhem),
krakeend: donkere grijsbruine zwemeend met witte vleugelspiegel (kraker, krakeend, krek, schar, krak, kreest, krust)
brilduiker (L371p Ophoven),
bruin duikeendje:
witoogeend: roodbruin duikeendje, verwant met de kuifeend (bruintje, witoogeend, duikelder)
brunj duukendje (L265p Meijel),
bruintje:
witoogeend: roodbruin duikeendje, verwant met de kuifeend (bruintje, witoogeend, duikelder)
bruuntje (L382p Montfort),
charluut:
cf HBHS 93; daar -uup; cf. carolus in FEW II
sjarluut (Q113p Heerlen),
convoyeren:
met de postduiven meereizen
konvwajere (L381p Echt/Gebroek),
distrewiet:
ook naam vd vogel, cf. sub vink
distrewiet (Q020p Sittard),
doffer:
doeffer (Q117a Waubach),
drang:
dreng (Q121c Bleijerheide, ...
Q121a Chèvremont,
Q121d Haanrade,
Q121e Kaalheide/Onderspekholz,
Q121p Kerkrade,
Q121b Spekholzerheide),
duifhuis:
doef’fes (Q121c Bleijerheide, ...
Q121a Chèvremont,
Q121d Haanrade,
Q121e Kaalheide/Onderspekholz,
Q121p Kerkrade,
Q121b Spekholzerheide),
vergissing?
dōveͅs (P186p Gelinden),
duikeend:
duukaenj (L423p Stokkem),
brilduiker: wit en zwarte eend, de woerd heeft een ronde witte veer naast zijn oog; het wijfje is grijs met bruine kop (brilduiker, duikelder)
duukeing (L386p Vlodrop),
krooneend: eend met grote roodbruine kop en een rode snavel; het wijfje heeft slechts een bruine kop (krooneend, kroonkop)
duikeenj (Q015p Stein),
kuifeend (43 zwart-wit duikeendje met hangkuifje; broedt hier nu ook
dōēkèèntj (Q032a Puth),
toppereend (48 zwart-witte duikeend zonder kuif; broedt hier niet
dōēkèèntj (Q032a Puth),
duukèndj (Q009p Mechelen-aan-de-Maas),
dø͂ͅkēnt (P176p Sint-Truiden),
witoogeend: roodbruin duikeendje, verwant met de kuifeend (bruintje, witoogeend, duikelder)
doekeenj (Q015p Stein),
duukeing (Q096b Itteren),
duikeendje:
kuifeend (43 zwart-wit duikeendje met hangkuifje; broedt hier nu ook
dūkhēntšə (L424p Meeswijk),
witoogeend: roodbruin duikeendje, verwant met de kuifeend (bruintje, witoogeend, duikelder)
doekééntjə (Q014p Urmond),
duukeandje (L269p Blerick, ...
Q016p Lutterade),
duikelaar:
brilduiker: wit en zwarte eend, de woerd heeft een ronde witte veer naast zijn oog; het wijfje is grijs met bruine kop (brilduiker, duikelder)
deukelēer (Q035p Brunssum),
duikelair (L382p Montfort),
duikelleer (L300p Beesel),
duukelear (Q016p Lutterade),
duukeler (L428p Born),
duukelèr (Q018p Geulle),
dŭŭkelaer (Q098p Schimmert),
witoogeend: roodbruin duikeendje, verwant met de kuifeend (bruintje, witoogeend, duikelder)
duikelleer (L300p Beesel),
dŭŭkelaer (Q098p Schimmert),
duiker:
duuker (L164p Gennep, ...
L165p Heijen,
L163a Milsbeek,
L163p Ottersum,
L163b Ven-Zelderheide),
brilduiker: wit en zwarte eend, de woerd heeft een ronde witte veer naast zijn oog; het wijfje is grijs met bruine kop (brilduiker, duikelder)
duker (Q105p Heer, ...
Q187a Heugem),
duuker (L320a Ell),
krooneend: eend met grote roodbruine kop en een rode snavel; het wijfje heeft slechts een bruine kop (krooneend, kroonkop)
dūūkör (L378p Stevensweert),
toppereend (48 zwart-witte duikeend zonder kuif; broedt hier niet
duker (Q095p Maastricht),
duuker (Q095p Maastricht),
duikertje:
brilduiker: wit en zwarte eend, de woerd heeft een ronde witte veer naast zijn oog; het wijfje is grijs met bruine kop (brilduiker, duikelder)
duikertje (Q015p Stein),
geoorde fuut (30 kleiner en zeldzamer dan fuut [121]; gele oorpluimpjes; zomervogel; broedt hier en daar in vennen; roep [wuuiet]
dūūkerke (L331p Swalmen),
witoogeend: roodbruin duikeendje, verwant met de kuifeend (bruintje, witoogeend, duikelder)
duikertje (Q015p Stein),
dukerke (Q105p Heer, ...
Q187a Heugem),
duukerke (L386p Vlodrop),
tūūrkö (L378p Stevensweert),
duivenslag:
doev’vesjlaag (Q121c Bleijerheide, ...
Q121a Chèvremont,
Q121d Haanrade,
Q121e Kaalheide/Onderspekholz,
Q121p Kerkrade,
Q121b Spekholzerheide),
eend:
êen (L417p As),
brilduiker: wit en zwarte eend, de woerd heeft een ronde witte veer naast zijn oog; het wijfje is grijs met bruine kop (brilduiker, duikelder)
end (L265p Meijel, ...
Q117a Waubach),
ent (L268p Velden),
ēnd (L245b Tienray),
éénj (Q014p Urmond),
ééntj (L387p Posterholt),
krakeend: donkere grijsbruine zwemeend met witte vleugelspiegel (kraker, krakeend, krek, schar, krak, kreest, krust)
eand (Q202p Eys),
eent (Q095p Maastricht),
einje (L433p Nieuwstadt),
end (L265p Meijel, ...
Q117a Waubach),
ent (L268p Velden),
ēēënd (Q039p Hoensbroek),
éénj (L378p Stevensweert, ...
Q014p Urmond),
ééntj (L387p Posterholt),
krooneend: eend met grote roodbruine kop en een rode snavel; het wijfje heeft slechts een bruine kop (krooneend, kroonkop)
aenj (L330p Herten (bij Roermond)),
end (Q117a Waubach),
ent (L268p Velden),
ééntj (L387p Posterholt),
slobeend (51 groene kop; witte nek; bruine borst; brede platte bek
ent (Q118p Schaesberg),
ēnt (P176p Sint-Truiden),
tafeleend (46 grijs; met bruine kop; zwarte borst; alleen op trek en s winters
ent (Q118p Schaesberg),
toppereend (48 zwart-witte duikeend zonder kuif; broedt hier niet
ent (Q118p Schaesberg),
witoogeend: roodbruin duikeendje, verwant met de kuifeend (bruintje, witoogeend, duikelder)
aenj (L330p Herten (bij Roermond)),
end (Q117a Waubach),
ent (L268p Velden),
eenden:
brilduiker: wit en zwarte eend, de woerd heeft een ronde witte veer naast zijn oog; het wijfje is grijs met bruine kop (brilduiker, duikelder)
waenjer (L330p Herten (bij Roermond)),
eendenhen:
eengehin (Q102p Amby),
onzjehien (Q083p Bilzen),
oïnnehin (Q168p s-Herenelderen),
fijnbek:
fainbêk (Q162p Tongeren),
floots:
flots (L271p Venlo),
flōts (L269p Blerick, ...
L269p Blerick,
L269p Blerick),
flôts (L296p Steyl),
fluiteend:
smient (46 bruine kop met gele bles; grijs boven; maakt fluit geluid; trek en winter
fluitéénj (L320a Ell),
fluiter?:
smient (46 bruine kop met gele bles; grijs boven; maakt fluit geluid; trek en winter
flēi̯tər (Q072p Beverst),
fuut:
geoorde fuut (30 kleiner en zeldzamer dan fuut [121]; gele oorpluimpjes; zomervogel; broedt hier en daar in vennen; roep [wuuiet]
fuut (Q118p Schaesberg),
fyt (K314p Kwaadmechelen),
gaffelstaart:
pijlstaart (56 bruine kop; witte nek; puntstaart; meest op trek
gaffelstert (L289p Weert),
gaffelstért (L289p Weert),
gekuifd:
gekouf (Q095p Maastricht),
geoorde fuut:
geoorde fuut (30 kleiner en zeldzamer dan fuut [121]; gele oorpluimpjes; zomervogel; broedt hier en daar in vennen; roep [wuuiet]
geôôrde fuut (L289p Weert),
gəou̯ərdə fyt (K278p Lommel),
gəoͅrdə fytjə (L265p Meijel),
gəūrdə fy(3)̄t (L372p Maaseik),
gəūrdə fyt (L316p Kaulille),
grauwe gans:
gans: grauwe gans (± 80 net een tamme gans zonder wit; oranje bek; roep gelijk tamme gans
grauwe gaos (Q203p Gulpen),
grāu̯ gāns (K278p Lommel),
grōͅu̯ gans (L265p Meijel),
grauwe genk:
gans: grauwe gans (± 80 net een tamme gans zonder wit; oranje bek; roep gelijk tamme gans
grauwe genk (L269p Blerick),
grijseend:
krakeend: donkere grijsbruine zwemeend met witte vleugelspiegel (kraker, krakeend, krek, schar, krak, kreest, krust)
grieseing (L386p Vlodrop),
grijze gans:
gans: grauwe gans (± 80 net een tamme gans zonder wit; oranje bek; roep gelijk tamme gans
grijs gaais (Q095p Maastricht),
grīēsgaws (Q032a Puth),
jries jies (Q251p Gemmenich),
grijze smeerling:
grieze smērling (L292a Makset),
grijze smeerling (L293p Roggel),
grondmelder:
grondmeelder (Q018p Geulle),
guuts:
guuts (L331p Swalmen),
gûûts (L331p Swalmen),
haan:
witoogeend: roodbruin duikeendje, verwant met de kuifeend (bruintje, witoogeend, duikelder)
oan (Q077p Hoeselt),
hen:
hen (Q001p Zonhoven, ...
Q001p Zonhoven),
hoen:
hoon (L381p Echt/Gebroek),
hoepeend:
kuifeend (43 zwart-wit duikeendje met hangkuifje; broedt hier nu ook
hupoͅin (Q162p Tongeren),
honingdrijvertje:
vogel
hoeëningdriêverke (L318d Altweert, ...
L318e Altweerterheide,
L287p Boeket/Heisterstraat,
L288c Eind,
L289a Hushoven,
L318a Keent,
L288b Laar,
L289b Leuken,
L288p Nederweert,
L288a Ospel,
L289p Weert,
L289h Weertlands Wb),
huiskets:
hoeskets (L294p Neer),
huismus:
haasmus (P219p Jeuk, ...
P219p Jeuk),
hoesmus (Q202p Eys, ...
L294p Neer),
hoesmósj (L432p Susteren, ...
L432p Susteren),
hōēsmösj (Q095p Maastricht),
hōēəsmusj (Q117p Nieuwenhagen),
husjmus (L265p Meijel, ...
L265p Meijel),
jong van een spreeuw:
jeunk van een sprijool (P197p Heers),
jonge meelder:
jonge mèlder (Q100p Houthem),
junge mèlder (L430p Einighausen),
jonge meelders:
jong meelders (Q099p Meerssen, ...
Q032p Schinnen),
jung mälders (L433p Nieuwstadt),
jonge meerling:
jonge mèrling (L322p Haelen),
jonge meerlingen:
jonge mèling (Q113a Welten),
jonge melders:
joong melders (L267p Maasbree),
jonge melingen:
jong mèèlinge (Q112b Ubachsberg),
jonge merel:
jonge mairel (L326p Grathem),
jonge merel (Q102p Amby),
jonge merels:
jong meeələ (Q222p Vaals),
jong meïles (Q202p Eys),
jonge spreeuw:
joeng sprief (P176p Sint-Truiden, ...
P176p Sint-Truiden),
joeng sprīēf (L360p Bree),
joeng sproəf (P121p Ulbeek),
joenge sprieuw (L372p Maaseik),
joenŋ spri:f (P176p Sint-Truiden),
jong saprief (P219p Jeuk),
jong sprief (K359p Koersel, ...
P054p Spalbeek,
P056p Stokrooie),
jong sprieuw (L316p Kaulille),
jong sprieëf (K358p Beringen),
jong sprīēvv (Q003p Genk),
jong spruuf (Q001p Zonhoven),
jonge sprieuw (L355p Peer),
jonge sprīēf (L358p Reppel),
jonge sprjeew (Q179p Zichen-Zussen-Bolder),
jonje spruuf (L317p Bocholt),
joͅŋ spriəf (K357p Paal),
junge sprè (Q009p Mechelen-aan-de-Maas),
juŋ sprijoəf (P120p Alken),
juŋ spruijoəf (P121p Ulbeek),
juŋə spriəf (K353p Tessenderlo),
jòng sprieuw (L318p Stramproy),
ūŋə sprīf (P119p Sint-Lambrechts-Herk),
jonge spreeuwen:
joenge schpree (L434p Limbricht),
joeong sprieeen (L326p Grathem),
jong schprieuwe (Q198p Eijsden, ...
Q112b Ubachsberg),
jong sjprie-wə (Q201p Wijlre),
jong sjprieë (Q113p Heerlen),
jong sjpriève (Q100p Houthem),
jong sjproa (Q121p Kerkrade),
jong spraone (L266p Sevenum, ...
L268p Velden),
jong spraonen (L271p Venlo),
jong spreeiwe (Q032p Schinnen),
jong spreeve (L428p Born),
jong spreeëve (Q018p Geulle),
jong sprē:n (L292a Makset),
jong sprieen (L328p Heel),
jong sprieuve (Q099p Meerssen),
jong sprieuwe (Q202p Eys, ...
Q095p Maastricht),
jong sprieuwen (Q014p Urmond),
jong spriëve (Q113a Welten),
jong sproân (L191p Afferden),
jong sprèn (L322p Haelen),
jong spròne (L268p Velden),
jong sprön (L215a Wellerlooi),
jong žprooə (Q222p Vaals),
jonge sprieuw (Q102p Amby),
jonge sproane (L246p Horst, ...
L246b Melderslo),
jongh sprie-e-fte (mv) (L289p Weert),
joong sproane (L267p Maasbree),
joŋ špri:wə (Q197p Noorbeek),
joŋ šprīwə (Q195p Sint-Geertruid),
jōng sjpriwen (Q203p Gulpen),
jŏng sjprīəwə (L432a Koningsbosch),
joͅəŋ sproͅ:f (Q156p Borgloon),
jung sjprēn (L324a Leveroy),
jung sprieuwe (L431p Dieteren),
jŭng spreewe (L433p Nieuwstadt),
jòng sprièwe (L381b Pey),
jông sjpein (L327p Beegden),
jongen:
jonge (Q113p Heerlen),
jōngə (Q022p Munstergeleen),
kaal katje:
alle jonge wilde vogels zolang de veren niet overal gegroeid zijn
kaal katzje (L328p Heel),
kek-eend:
kleine soort (zonder verdere toelichting)
’këk-ènd (Q193p Gronsveld),
kersenknijper:
kieë’sjeknepper (Q121c Bleijerheide, ...
Q121a Chèvremont,
Q121d Haanrade,
Q121e Kaalheide/Onderspekholz,
Q121p Kerkrade,
Q121b Spekholzerheide),
kersenvink:
alleen in kandidaatsscriptie
keersevink (L325p Horn),
kleine wilde zwaan:
klein wèl zwaon (Q095p Maastricht),
kleine zwaan:
kleen zwoan (Q077p Hoeselt),
klein swaan (Q098p Schimmert),
kleng sjwaan (Q203p Gulpen),
klɛi̯n zwān (L316p Kaulille),
klɛn zwoͅu̯ən (K278p Lommel),
kleine zwaan (122 gelijk de wilde zwaan [120b], maar kleiner
klein zwaan (L289p Weert),
kluter:
kly(3)̄ətər (Q001p Zonhoven),
knoep:
knoep (L215p Blitterswijck, ...
L214a Geysteren,
L217p Meerlo,
L246a Swolgen,
L245b Tienray,
L214p Wanssum),
kokkelen:
kokkele (L381p Echt/Gebroek),
korenjood:
kaorejōēt (L322p Haelen, ...
L322p Haelen,
L322p Haelen),
korenmus:
kormus (L210p Venray, ...
L210p Venray),
korren:
koͅrən (L317p Bocholt),
kóren (L360p Bree),
v duiven
kòrre (L417p As, ...
L317p Bocholt,
L360p Bree,
L363p Ellikom,
L366p Gruitrode,
L364p Meeuwen,
L367p Neerglabbeek,
L368p Neeroeteren,
L416p Opglabbeek,
L415p Opoeteren,
L358p Reppel),
krab:
krakeend: donkere grijsbruine zwemeend met witte vleugelspiegel (kraker, krakeend, krek, schar, krak, kreest, krust)
krab (L320a Ell),
krak:
krakeend: donkere grijsbruine zwemeend met witte vleugelspiegel (kraker, krakeend, krek, schar, krak, kreest, krust)
krak (L382p Montfort),
kraker:
kraakeend, jonge wilde eend; tgo blokeend: volwassen wilde eend
krōͅkər (Q001p Zonhoven),
krakeend: donkere grijsbruine zwemeend met witte vleugelspiegel (kraker, krakeend, krek, schar, krak, kreest, krust)
kraker (L428p Born, ...
K360p Heusden),
tafeleend (46 grijs; met bruine kop; zwarte borst; alleen op trek en s winters
kraaker (L318d Altweert, ...
L318e Altweerterheide,
L287p Boeket/Heisterstraat,
L288c Eind,
L289a Hushoven,
L318a Keent,
L288b Laar,
L289b Leuken,
L288p Nederweert,
L288p Nederweert,
L288a Ospel,
L288a Ospel,
L289p Weert,
L289h Weertlands Wb),
krakerd:
krakeend: donkere grijsbruine zwemeend met witte vleugelspiegel (kraker, krakeend, krek, schar, krak, kreest, krust)
krakerd (Q105p Heer, ...
Q187a Heugem),
kral:
krakeend: donkere grijsbruine zwemeend met witte vleugelspiegel (kraker, krakeend, krek, schar, krak, kreest, krust)
kral (Q015p Stein),
kransmerel:
kransmjèl (K360p Heusden),
krik:
smient (46 bruine kop met gele bles; grijs boven; maakt fluit geluid; trek en winter
krik (L378p Stevensweert, ...
L378p Stevensweert),
krooneend:
krooneend: eend met grote roodbruine kop en een rode snavel; het wijfje heeft slechts een bruine kop (krooneend, kroonkop)
kroenend (L271p Venlo),
kroeën-aenj (L322a Nunhem),
kroën end (L265p Meijel),
krōēənènt (Q117p Nieuwenhagen),
krŏŏnēēng (Q098p Schimmert),
kroonkop:
krooneend: eend met grote roodbruine kop en een rode snavel; het wijfje heeft slechts een bruine kop (krooneend, kroonkop)
kroankop (L428p Born, ...
L382p Montfort),
kroenkop (L300p Beesel, ...
Q105p Heer,
Q187a Heugem),
krop:
kroͅp (K278p Lommel, ...
P213p Niel-bij-St.-Truiden),
kruisbek:
kruisbek (K360p Heusden),
kruisbek (gew.uitspr.) (Q086p Eigenbilzen, ...
L353p Eksel,
L419p Elen,
K360p Heusden,
L312p Neerpelt,
L416p Opglabbeek,
L314p Overpelt,
Q093p Rosmeer),
alleen in kandidaatsscriptie
krusjbèk (L265p Meijel),
kruusbèk (L324a Leveroy, ...
L288a Ospel,
L289p Weert),
kruusvink (L288p Nederweert),
kruutsbèk (L383p Melick, ...
L329p Roermond,
L270p Tegelen),
loxia curvirostra
kryzbɛk (L424p Meeswijk),
kuifeend:
kuifeend (43 zwart-wit duikeendje met hangkuifje; broedt hier nu ook
koefaeng (Q100p Houthem),
koefend (Q203p Gulpen),
koefééndj (L318b Tungelroy),
koefééntj (L318b Tungelroy),
koeêfèènd (L246p Horst),
kouf-eend (Q095p Maastricht),
koufeent (Q095p Maastricht),
koͅu̯fēͅnt (Q091p Veldwezelt),
kuufèènd (L159a Middelaar),
kuuféént (L159a Middelaar),
kø͂ͅfēnt (P176p Sint-Truiden),
køͅi̯feͅn(t) (K278p Lommel),
kuifeendje:
kuifeend (43 zwart-wit duikeendje met hangkuifje; broedt hier nu ook
kyfeͅntjə (L265p Meijel),
kuifjeseend:
kuifeend (43 zwart-wit duikeendje met hangkuifje; broedt hier nu ook
kuufkesent (Q117b Rimburg),
kuufkesènt (Q117b Rimburg),
kyfkəsēnt (L316p Kaulille),
kuluut:
kuluut (L245a Castenray, ...
L211p Leunen,
L209p Merselo,
L216p Oirlo,
L216a Oostrum,
L212a Smakt,
L210p Venray,
L244a Veulen (bij Venray)),
kulüt (L215p Blitterswijck, ...
L214a Geysteren,
L217p Meerlo,
L246a Swolgen,
L245b Tienray,
L214p Wanssum),
wrsch
kuluut (L214p Wanssum),
kwaken:
kwake (Q095p Maastricht, ...
Q095p Maastricht),
kwijkjes:
alle jonge vogels
kwēkskəs (L270p Tegelen),
langhoos:
pijlstaart (56 bruine kop; witte nek; puntstaart; meest op trek
langhōs (Q118p Schaesberg),
langhóós (Q118p Schaesberg),
lepeleend:
slobeend (51 groene kop; witte nek; bruine borst; brede platte bek
lēpəliənt (Q002p Hasselt),
lèpelènj (L331p Swalmen),
léépeléénj (L331p Swalmen),
lijmgaardje:
om vogels te vangen
liemgaerdsje (L423p Stokkem),
lijster:
lei̯stər (L378p Stevensweert),
lijster (Q100p Houthem),
lijsterwijfje:
lijsterwiefke (Q100p Houthem),
lishoentje:
krakeend: donkere grijsbruine zwemeend met witte vleugelspiegel (kraker, krakeend, krek, schar, krak, kreest, krust)
luusjheunke (L425p Grevenbicht/Papenhoven),
lonne:
lonne (Q284p Eupen),
maaseend:
smient (46 bruine kop met gele bles; grijs boven; maakt fluit geluid; trek en winter
maaseng (Q100p Houthem),
maaséénd (L289p Weert),
maasééng (Q100p Houthem),
maasééntj (L289p Weert),
man:
overgebracht van wijfje naar mannetje (066b)
man (Q111p Klimmen),
mannetje:
maenkə (L382p Montfort),
manke (L386p Vlodrop),
menke (L428p Born, ...
L320b Kelpen,
L271p Venlo),
menneke (Q095p Maastricht),
mènke (L266p Sevenum),
mènkö (L378p Stevensweert),
mènkə (Q014p Urmond),
mɛnəʔə (K314p Kwaadmechelen),
overgebracht van wijfje naar mannetje (066b)
mènke (L266p Sevenum),
mannetje-mus:
overgebracht van wijfje naar mannetje (066b)
menneke-mus (L265p Meijel),
mannetjes-klut:
mennekes-klut (L164p Gennep),
mannetjesmus:
mennekes-mösj (Q095p Maastricht),
mennekesmusj (Q203p Gulpen, ...
Q201p Wijlre),
meerling:
merling (L244c America),
melder:
mälder (L248p Lottum),
melderswijf:
mälderswief (L433p Nieuwstadt),
melderwijfje:
meelderwiefke (Q032p Schinnen),
melderwiefke (L267p Maasbree),
mälderwiefke (L429a Berg-aan-de-Maas),
mèlderwifke (L430p Einighausen),
melingswijfje:
mèlingswiefke (Q113a Welten),
merel:
meeəl (Q222p Vaals),
mèèrel (L330p Herten (bij Roermond)),
merel wijfje:
mairel wiefke (L326p Grathem),
merelpop:
mèèrelpop (L330p Herten (bij Roermond)),
merelskooi:
meeldesjkouw (Q032b Sweikhuizen),
merelwijf:
mäelewief (Q121p Kerkrade),
mèlewief (Q208p Vijlen),
merelwijfje:
merelwiefke (Q095p Maastricht),
meïlewiefke (Q202p Eys),
merling:
merling (L244c America),
moer:
mo:r (Q012p Rekem),
mullen:
mölle (Q193p Gronsveld),
mus:
meujsj (Q207p Epen, ...
Q207p Epen),
mōēts (L296p Steyl),
mus (L265p Meijel, ...
L265p Meijel,
L271p Venlo,
L271p Venlo),
musch (Q098p Schimmert),
musj (Q021p Geleen, ...
Q039p Hoensbroek,
Q015p Stein,
Q015p Stein,
Q222p Vaals,
Q222p Vaals),
mèùs (L331p Swalmen),
mös (L329a Kapel-in-t-Zand, ...
L329a Kapel-in-t-Zand,
L299p Reuver),
mösj (Q193p Gronsveld, ...
Q193p Gronsveld,
Q096b Itteren,
Q096b Itteren,
Q095p Maastricht,
Q095p Maastricht,
Q095p Maastricht,
L387p Posterholt,
L387p Posterholt,
Q032p Schinnen,
Q032p Schinnen,
L432p Susteren),
mø.š (Q203b Ingber),
mûs (L414p Houthalen, ...
L414p Houthalen),
musje:
möschjə (Q095p Maastricht),
mösje (Q016p Lutterade),
musjesmannetje:
musjesmenneke (Q203p Gulpen),
musjeswijf:
musjeswief (Q203p Gulpen, ...
Q203p Gulpen),
musmannetje:
musch-menneke (Q098p Schimmert),
musmenke (L382p Montfort),
musmenneke (L216p Oirlo),
musseneieren:
mösseneier (L299p Reuver),
mussenman:
musschemaen (Q120p Heerlerbaan/Kaumer),
mösjemaan (L425p Grevenbicht/Papenhoven),
mussenmannetje:
meusjemensje (Q121p Kerkrade),
meu’sjemensje (Q121c Bleijerheide, ...
Q121a Chèvremont,
Q121d Haanrade,
Q121e Kaalheide/Onderspekholz,
Q121p Kerkrade,
Q121b Spekholzerheide),
musjemenneke (Q203p Gulpen),
mø.šəm‧ɛntjə (Q202p Eys),
mussenval:
meu’sjeval (Q121c Bleijerheide, ...
Q121a Chèvremont,
Q121d Haanrade,
Q121p Kerkrade,
Q121b Spekholzerheide),
mussenwijf:
meusjewief (Q121p Kerkrade),
musjewief (Q203p Gulpen),
musschewief (Q120p Heerlerbaan/Kaumer),
mösjewīēf (L425p Grevenbicht/Papenhoven),
mussenwijfje:
mösjewiefkə (Q014p Urmond),
mø.šəwi.fkə (Q202p Eys),
muswijf:
muswief (L382p Montfort),
muswijfje:
musch-wiefke (Q098p Schimmert),
muswiefke (L216p Oirlo),
nestvogel (sic):
nestvogel (L318b Tungelroy),
notenkraker:
is de kruisbek?
notekraker (K360p Heusden),
paai:
pai (L271p Venlo),
paardsvink:
pèèrsvink (L417p As, ...
L317p Bocholt,
L360p Bree,
L363p Ellikom,
L366p Gruitrode,
L364p Meeuwen,
L367p Neerglabbeek,
L368p Neeroeteren,
L416p Opglabbeek,
L415p Opoeteren,
L358p Reppel),
parelhen:
parelhoen: Hoe noemt u in uw dialect de witgespikkelde grijze tamme vogel met gekleurde kop, die niet vliegt en engiszins op een kalkoen lijkt, maar het fromaat van een kip heeft (--, poelepetaat)?
parelhin (L386p Vlodrop),
pees:
pees (L353p Eksel),
pelikaan:
pelikaa͂n (P195p Gutshoven),
pillekoan (Q002p Hasselt),
pèllëkôon (Q077p Hoeselt, ...
Q162p Tongeren),
pələkuən (P047p Loksbergen),
pestduif:
pèsdoef (Q019p Beek),
pestvogel:
pèstvoegel (Q033p Oirsbeek),
pèstvoogel (L297p Belfeld, ...
L322p Haelen,
L270p Tegelen),
pèstvôêgel (L289p Weert),
pèsvoegel (Q035p Brunssum),
pèsvoogel (L246p Horst, ...
Q100p Houthem,
L434p Limbricht,
Q095p Maastricht,
L383p Melick,
L329p Roermond,
L373p Roosteren,
L378p Stevensweert,
L374p Thorn),
pèsvôêgel (Q111p Klimmen),
bombycilla garrulus
pēͅstfōgəl (L286p Hamont),
pieletje:
eendjes
pielekes (Q020p Sittard),
pijlstaart:
pijlstaart (56 bruine kop; witte nek; puntstaart; meest op trek
peͅi̯lstɛr(t) (K278p Lommel),
pielsjtart (Q100p Houthem, ...
Q100p Houthem),
pielsjtert (L322a Nunhem, ...
L331p Swalmen),
pielstats (Q117b Rimburg),
pielstatz (Q117b Rimburg),
pielstert (L318b Tungelroy),
pielstjert (L322a Nunhem),
pilstart (L265p Meijel),
pīē.lsjtert (L331b Boukoul, ...
L331p Swalmen),
pɛ̄lstat (P176p Sint-Truiden),
pijlstaartje:
pijlstaart (56 bruine kop; witte nek; puntstaart; meest op trek
pielstertsje (Q098p Schimmert),
pielstèrtsje (Q098p Schimmert),
pijlstoets:
pijlstaart (56 bruine kop; witte nek; puntstaart; meest op trek
pielsjtoets (Q203p Gulpen),
pink:
zelfde opgave wordt door resp, nr. 1 als "dove snip"omschreven, Minimus lymnocryptes
pink (L319p Molenbeersel),
plathaan:
parelhoen: Hoe noemt u in uw dialect de witgespikkelde grijze tamme vogel met gekleurde kop, die niet vliegt en engiszins op een kalkoen lijkt, maar het fromaat van een kip heeft (--, poelepetaat)?
plataon (Q071p Diepenbeek),
plevier:
alleen in kandidaatsscriptie
pleveer (L288p Nederweert),
poel:
pel (Q093p Rosmeer),
poepeendje:
poepé.ndje (L164p Gennep, ...
L165p Heijen,
L163a Milsbeek,
L163p Ottersum,
L163b Ven-Zelderheide),
polthaan:
parelhoen: Hoe noemt u in uw dialect de witgespikkelde grijze tamme vogel met gekleurde kop, die niet vliegt en engiszins op een kalkoen lijkt, maar het fromaat van een kip heeft (--, poelepetaat)?
poltoan (P053p Berbroek),
pop:
pop (Q102p Amby, ...
L314p Overpelt),
pōp (L269b Boekend),
regel:
platalea laucorodai; ook: blauwe reiger
r‧ēgəl (Q001p Zonhoven),
reutsje:
het orrr-urrr alarmgeroep van de nachtegaal
räötsje (Q020p Sittard),
rijstvogeltje:
munia oryzovora
riestvuggelke (L245a Castenray, ...
L211p Leunen,
L209p Merselo,
L216p Oirlo,
L216a Oostrum,
L212a Smakt,
L210p Venray,
L244a Veulen (bij Venray)),
rls:
geen aanknoping
rûläs (Q253p Montzen),
roekoeken:
roekoeke (Q021p Geleen),
roe’koek(k)e (Q121c Bleijerheide, ...
Q121a Chèvremont,
Q121d Haanrade,
Q121e Kaalheide/Onderspekholz,
Q121p Kerkrade,
Q121b Spekholzerheide),
roodkopeend:
krooneend: eend met grote roodbruine kop en een rode snavel; het wijfje heeft slechts een bruine kop (krooneend, kroonkop)
roodkopeing (L386p Vlodrop),
rouwbandje:
kuifeend (43 zwart-wit duikeendje met hangkuifje; broedt hier nu ook
rouwbèntje (L289p Weert),
toppereend (48 zwart-witte duikeend zonder kuif; broedt hier niet
rouwbandje (L289p Weert),
russische eend:
krakeend: donkere grijsbruine zwemeend met witte vleugelspiegel (kraker, krakeend, krek, schar, krak, kreest, krust)
russische end (Q203p Gulpen, ...
Q203p Gulpen),
schar:
krakeend: donkere grijsbruine zwemeend met witte vleugelspiegel (kraker, krakeend, krek, schar, krak, kreest, krust)
schur (L300p Beesel),
sjar (Q095p Maastricht),
schareend:
krakeend: donkere grijsbruine zwemeend met witte vleugelspiegel (kraker, krakeend, krek, schar, krak, kreest, krust)
sjareeng (Q018p Geulle),
schroep:
schroeb (L267p Maasbree, ...
L267p Maasbree),
schroep (L267p Maasbree, ...
L267p Maasbree,
L268p Velden,
L268p Velden),
schroet:
parelhoen: Hoe noemt u in uw dialect de witgespikkelde grijze tamme vogel met gekleurde kop, die niet vliegt en engiszins op een kalkoen lijkt, maar het fromaat van een kip heeft (--, poelepetaat)?
sjrōēt (Q012p Rekem),
schuimeendje:
kuifeend (43 zwart-wit duikeendje met hangkuifje; broedt hier nu ook
schūūmééndje (L289p Weert),
sieper:
alle soorten piepers
siepers (P177a Ordingen),
slobbereend:
slobeend (51 groene kop; witte nek; bruine borst; brede platte bek
slobberééntj (L289p Weert),
slòbberéénd (L289p Weert),
slobeend:
slobeend (51 groene kop; witte nek; bruine borst; brede platte bek
slobaeng (Q100p Houthem),
slobèènd (L246p Horst),
slobèènj (L322p Haelen, ...
L378p Stevensweert),
slopend (Q203p Gulpen),
slōbééndj (L318b Tungelroy),
sloͅbēnt (L316p Kaulille),
sloͅbeͅnt (L265p Meijel),
sloͅpeͅn(t) (K278p Lommel),
smee:
smient (46 bruine kop met gele bles; grijs boven; maakt fluit geluid; trek en winter
smee (P050p Herk-de-Stad),
smient:
smient (46 bruine kop met gele bles; grijs boven; maakt fluit geluid; trek en winter
sjmint (Q098p Schimmert, ...
Q098p Schimmert),
smient (L322p Haelen, ...
L322p Haelen,
L159a Middelaar,
L159a Middelaar,
L312p Neerpelt),
smint (L316p Kaulille, ...
K278p Lommel,
L265p Meijel),
smientje:
smient (46 bruine kop met gele bles; grijs boven; maakt fluit geluid; trek en winter
sminəkə (L422p Lanklaar),
spreeeuwtje:
spriefke (K360p Heusden),
spriefkes (Q102p Amby),
spreeuw:
sprèu (L322p Haelen),
spreeuwen:
sprōn (L244c America),
spreeuwenjong:
spry:wəjonk (L314p Overpelt),
spreeuwenjongen:
spraonejongen (L214a Geysteren),
spreeuwsjongen:
spréewsjònge (L381p Echt/Gebroek, ...
L381b Pey),
spréëwsjònge (L381b Pey),
spreeuwtje:
schprie-èfkes (Q099p Meerssen),
sjprieuwke (Q196p Mheer),
sjpréwke (Q099p Meerssen),
sprēufken (Q071p Diepenbeek),
spriu(w)kə (L319p Molenbeersel),
sprōͅksə (Q248p Remersdaal),
spryuwjəŋskə (L314p Overpelt),
šprēēke (L430p Einighausen),
spreeuwtjes:
sjprøͅnkəs (L270p Tegelen),
spröönkes (L271p Venlo),
šprēwkəs (Q034p Merkelbeek),
steenkraai:
stiəŋkrøͅə (P213p Niel-bij-St.-Truiden),
steltlopertje:
alleen in kandidaatsscriptie
sjtèltluiperke (L270p Tegelen),
stinkvogel:
stinkvogel (L288p Nederweert),
stormzwaluw:
is dus geen zwaluw, denk ik. NB du. sturmschwalbe = Nl. stormvogeltje; cf. BtS 18
sjturremjwaolber (Q193p Gronsveld),
street?:
stre’t (L353p Eksel),
struis:
stroeës (L423p Stokkem),
struus (Q095p Maastricht),
struiseveer:
sjtroe’seveer (Q121c Bleijerheide, ...
Q121a Chèvremont,
Q121d Haanrade,
Q121e Kaalheide/Onderspekholz,
Q121p Kerkrade,
Q121b Spekholzerheide),
struisvogel:
sjtrūūsvogel (L329p Roermond),
stroesvôgel (L326p Grathem),
strōēə.sveu.gel (Q002p Hasselt),
strøəsvogel (P195p Gutshoven),
taats:
HB/HS: Lmb: "babbelaar
taatsj (Q101p Valkenburg),
tafeleend:
tafeleend (46 grijs; met bruine kop; zwarte borst; alleen op trek en s winters
taofeleend (Q095p Maastricht),
taofeleent (Q095p Maastricht),
taofelend (Q203p Gulpen),
taofelèènd (L246p Horst),
tāfəleͅn(t) (K278p Lommel),
tōͅfəlēnt (L316p Kaulille),
toͅfəleͅnt (L265p Meijel),
tamme gans:
gans: grauwe gans (± 80 net een tamme gans zonder wit; oranje bek; roep gelijk tamme gans
taom gaas (Q198b Oost-Maarland),
teets:
teets (L269p Blerick),
toppereend:
toppereend (48 zwart-witte duikeend zonder kuif; broedt hier niet
topperend (Q203p Gulpen),
topperèènd (L246p Horst),
toͅpərēnt (L316p Kaulille),
toͅpəreͅn(t) (K278p Lommel),
trappelgans:
trampelgaus (L423p Stokkem),
treit:
panurus biamicus; Peterson 267
trɛ̄t (Q001p Zonhoven),
trooneend:
soort eend
tróónéénj (L331p Swalmen),
tsietterwiet:
tsiet’terwiet (Q121c Bleijerheide, ...
Q121a Chèvremont,
Q121d Haanrade,
Q121e Kaalheide/Onderspekholz,
Q121p Kerkrade,
Q121b Spekholzerheide),
tutteen:
tûtte (L318b Tungelroy),
uitlommelen:
oetlòmmele (L381p Echt/Gebroek),
vanger:
bep. de vanger van een duiveslag
veͅŋər (Q002p Hasselt),
veldduiker:
tafeleend (46 grijs; met bruine kop; zwarte borst; alleen op trek en s winters
velddūūker (L289p Weert),
toppereend (48 zwart-witte duikeend zonder kuif; broedt hier niet
veltjduuker (L289p Weert),
verluud:
de blom (merel) is —, vertrokken. omdat kinderen te vaak kwamen kijken
vərly(3)̄tj (Q001p Zonhoven),
vinkenslag:
veenkesjloaëg (Q193p Gronsveld),
vlasvink:
vlasfeͅnk (Q001p Zonhoven),
vliegen:
vleeage (Q196p Mheer),
vleege (L333p Asenray/Maalbroek, ...
L295p Baarlo,
L327p Beegden,
L300p Beesel,
L297p Belfeld,
Q103p Berg-en-Terblijt,
Q096a Borgharen,
L434a Broeksittard,
Q035p Brunssum,
L426p Buchten,
L381p Echt/Gebroek,
Q198p Eijsden,
Q207p Epen,
Q202p Eys,
Q021p Geleen,
L425p Grevenbicht/Papenhoven,
Q203p Gulpen,
L429p Guttecoven,
Q110p Heek,
L328p Heel,
Q105p Heer,
Q113p Heerlen,
L291p Helden/Everlo,
L330p Herten (bij Roermond),
L246p Horst,
L320p Hunsel,
L298p Kessel,
Q104a Limmel,
Q016p Lutterade,
L377p Maasbracht,
L267p Maasbree,
Q204a Mechelen,
Q099p Meerssen,
Q022p Munstergeleen,
L427p Obbicht,
Q033p Oirsbeek,
Q117b Rimburg,
Q030p Schinveld,
L266p Sevenum,
Q187p Sint-Pieter,
L378p Stevensweert,
L296p Steyl,
L432p Susteren,
Q097p Ulestraten,
Q101p Valkenburg,
L268p Velden,
L271p Venlo,
Q208p Vijlen),
vleegen (Q102p Amby, ...
L250p Arcen,
L269p Blerick,
L427p Obbicht,
L387p Posterholt,
Q030p Schinveld,
Q014p Urmond),
vleegə (L331p Swalmen),
vlege (L431p Dieteren, ...
L249p Grubbenvorst,
Q111p Klimmen,
L245p Meterik,
Q196p Mheer,
L321p Neeritter,
Q032a Puth,
L299p Reuver,
Q098p Schimmert,
L289p Weert),
vlegen (L380p Genooi/Ohé, ...
L379p Laak,
L288p Nederweert,
L385p Sint-Odiliënberg),
vleige (Q027p Doenrade, ...
L429p Guttecoven,
Q032p Schinnen,
Q020p Sittard),
vlēēge (L248p Lottum),
vlēge (L323p Buggenum, ...
L374p Thorn),
vliege (L164p Gennep, ...
L209p Merselo,
L210p Venray,
L213p Well),
vliegen (L216p Oirlo),
vligge (Q116p Simpelveld),
vlijge (L382p Montfort),
vlīēge (L191p Afferden, ...
L215p Blitterswijck,
L211p Leunen,
L217p Meerlo,
L215a Wellerlooi),
vlīēgen (L165p Heijen),
vlīge (L290p Panningen),
vlìege (L246a Swolgen),
vloeien:
van mussen of kippen
vluuëje (L318d Altweert, ...
L318e Altweerterheide,
L287p Boeket/Heisterstraat,
L288c Eind,
L289a Hushoven,
L318a Keent,
L288b Laar,
L289b Leuken,
L288p Nederweert,
L288p Nederweert,
L289h Nederweert,
L288a Ospel,
L289p Weert),
vlug (adj.):
vløͅ.x (Q001p Zonhoven),
vogelstruis:
vogelstroes (Q095p Maastricht),
vogelszaam:
voeë’jelszoam (Q121c Bleijerheide, ...
Q121a Chèvremont,
Q121d Haanrade,
Q121e Kaalheide/Onderspekholz,
Q121p Kerkrade,
Q121b Spekholzerheide),
voor-zeigen (du.):
vuur’tseje (Q121c Bleijerheide, ...
Q121a Chèvremont,
Q121d Haanrade,
Q121e Kaalheide/Onderspekholz,
Q121p Kerkrade,
Q121b Spekholzerheide),
vrouwtje:
vruikke (Q095p Maastricht),
vruikə (L382p Montfort),
vrouwtjesmus:
vruikes-mösj (Q095p Maastricht),
waterduikertje:
pijlstaart (56 bruine kop; witte nek; puntstaart; meest op trek
wātərdykərkə (L316p Kaulille),
watereend:
krakeend: donkere grijsbruine zwemeend met witte vleugelspiegel (kraker, krakeend, krek, schar, krak, kreest, krust)
wettereen (P219p Jeuk),
waterhennetje:
brilduiker: wit en zwarte eend, de woerd heeft een ronde witte veer naast zijn oog; het wijfje is grijs met bruine kop (brilduiker, duikelder)
wetterhinneke (P219p Jeuk),
witoogeend: roodbruin duikeendje, verwant met de kuifeend (bruintje, witoogeend, duikelder)
waterhinke (L387p Posterholt),
waterhoen:
brilduiker: wit en zwarte eend, de woerd heeft een ronde witte veer naast zijn oog; het wijfje is grijs met bruine kop (brilduiker, duikelder)
wáátörhoan (L378p Stevensweert),
watervogel:
watervogel (L245a Castenray, ...
L211p Leunen,
L209p Merselo,
L216p Oirlo,
L216a Oostrum,
L212a Smakt,
L210p Venray,
L244a Veulen (bij Venray)),
mv.
watervögel (L381p Echt/Gebroek, ...
L381p Echt/Gebroek),
wiele wiele wiele:
wiele wiele wiele (L215p Blitterswijck, ...
L214a Geysteren,
L217p Meerlo,
L246a Swolgen,
L245b Tienray,
L214p Wanssum),
wieletje:
kindertaal voor eendje
weleke (Q095p Maastricht),
wijf:
wief (Q113p Heerlen),
overgebracht van mannetje naar vrouwtje (066a)
wief (Q111p Klimmen),
wijfje:
wiefke (L428p Born, ...
L322p Haelen,
L320b Kelpen,
Q099p Meerssen,
L266p Sevenum,
Q112b Ubachsberg,
L271p Venlo,
L386p Vlodrop,
Q201p Wijlre),
wiefkö (L378p Stevensweert),
wifke (Q022p Munstergeleen),
wifkə (Q012p Rekem),
wijfke (L372p Maaseik),
wīfkən (L313p Sint-Huibrechts-Lille),
IPA, omgesp.
wøͅfkə (K314p Kwaadmechelen),
overgebracht van mannetje naar vrouwtje (066a)
wiefke (L266p Sevenum),
wijfje-mus:
overgebracht van mannetje naar vrouwtje (066a)
wiefke-mus (L265p Meijel),
wijfjesklut:
wīēfkes-klut (L164p Gennep),
wijfjesmus:
wiefkesmusj (Q203p Gulpen, ...
Q201p Wijlre),
wijfjesvink:
wi-jfkesvink (L417p As, ...
L317p Bocholt,
L360p Bree,
L363p Ellikom,
L366p Gruitrode,
L364p Meeuwen,
L367p Neerglabbeek,
L368p Neeroeteren,
L416p Opglabbeek,
L415p Opoeteren,
L358p Reppel),
wijntappertje:
wīēntepperke (L329p Roermond),
wild eendje:
pijlstaart (56 bruine kop; witte nek; puntstaart; meest op trek
welt eͅnəʔə (K314p Kwaadmechelen),
smient (46 bruine kop met gele bles; grijs boven; maakt fluit geluid; trek en winter
welt eͅnəʔə (K314p Kwaadmechelen),
wilde eend:
brilduiker: wit en zwarte eend, de woerd heeft een ronde witte veer naast zijn oog; het wijfje is grijs met bruine kop (brilduiker, duikelder)
weie end (Q203p Gulpen, ...
Q203p Gulpen),
wilde eend (L210p Venray),
krakeend: donkere grijsbruine zwemeend met witte vleugelspiegel (kraker, krakeend, krek, schar, krak, kreest, krust)
wil aenge (L267p Maasbree),
wilde eend (L210p Venray),
wêl ènd (Q193p Gronsveld),
krooneend: eend met grote roodbruine kop en een rode snavel; het wijfje heeft slechts een bruine kop (krooneend, kroonkop)
wilde eend (L210p Venray),
kuifeend (43 zwart-wit duikeendje met hangkuifje; broedt hier nu ook
weldə eͅnt (K278p Lommel),
wilj ènj (L331p Swalmen),
wul èènd (Q086p Eigenbilzen),
pijlstaart (56 bruine kop; witte nek; puntstaart; meest op trek
weldə eͅnt (K278p Lommel),
wilj ènj (L331p Swalmen),
wul èènd (Q086p Eigenbilzen),
slobeend (51 groene kop; witte nek; bruine borst; brede platte bek
weldə eͅnt (K278p Lommel),
wul èènd (Q086p Eigenbilzen),
smient (46 bruine kop met gele bles; grijs boven; maakt fluit geluid; trek en winter
weldə eͅnt (K278p Lommel),
wilj ènj (L331p Swalmen),
wul èènd (Q086p Eigenbilzen),
tafeleend (46 grijs; met bruine kop; zwarte borst; alleen op trek en s winters
weldə ēnt (K314p Kwaadmechelen),
weldə eͅnt (K278p Lommel),
wilj ènj (L331p Swalmen),
wul èènd (Q086p Eigenbilzen),
toppereend (48 zwart-witte duikeend zonder kuif; broedt hier niet
weldə eͅnt (K278p Lommel),
wilj ènj (L331p Swalmen),
wul èènd (Q086p Eigenbilzen),
witoogeend: roodbruin duikeendje, verwant met de kuifeend (bruintje, witoogeend, duikelder)
wilde eend (L210p Venray),
wipstaartje:
wøpstɛrtjn (Q001p Zonhoven),
witgatje:
witgôatje (P058p Stevoort),
witoog:
witoogeend: roodbruin duikeendje, verwant met de kuifeend (bruintje, witoogeend, duikelder)
witoog (L428p Born),
witzaad:
witzaod (Q193p Gronsveld),
zandeend:
slobeend (51 groene kop; witte nek; bruine borst; brede platte bek
zandɛ̄nt (L416p Opglabbeek),
zandkluter:
zaandkluujter (Q001p Zonhoven),
zeehaantje:
foutief uitgesproken voor zinghaantje
zéehönkë (Q162p Tongeren),
zilverregel:
zoͅləvərē.gəl (Q001p Zonhoven),
zwaluwennest:
sjwarbeltenës (Q020p Sittard),
zwok:
zwok
zwòk (L381p Echt/Gebroek)
|
baardmannetje || baardmees || beflijster || bijeneter || blokeend || bokje || brilduiker [N 83 (1981)] || duif klokken || duikeend || duivenhok || duivenslag [ZND m] || duiventil [ZND 01 (1922)] || duivenvleugel || eend, soort || eendenjong || eendenlokroep || fazant, vrouwtje || fazanthaan, geluid vd — || gans, vrouwtje || ganzenei || gekuifd ve vogel || geoorde fuut [N 09 (1961)] || goudplevier || grashoen [ZND m] || graspiepergeluid || grauwe gans [N 09 (1961)] || honingzuiger || insecteneter (vogel) || jong van de merel [DC 06 (1938)] || jong van de spreeuw [DC 06 (1938)], [ZND 43 (1943)] || kanariezaad || kirren [ZND m], [ZND m] || klapdeurtje ve duiventil || kleine zwaan [N 09 (1961)] || kluut || kooi vd merel || kraakeend || krakeend [N 83 (1981)] || krassen, geluid ve kraai || krooneend [N 83 (1981)] || krop ve duif || kruisbek || kuifeend [N 09 (1961)] || lepelaar || lijmstokje || mannelijke huismus (ruigeltje) [N 83 (1981)], [N 83 (1981)] || mussenei || mussenval || nachtegaal: roep || nest, van het — af || notenkraker || paardevink || parelhoen [N 100 (1997)] || pelikaan [ZND m], [ZND m] || pestvogel || pieper || pijlstaart [N 09 (1961)] || plevier || plevier, kleine — || postduifsport || purperreiger || rijstvogeltje || slobeend [N 09 (1961)] || smient [N 09 (1961)] || steenkraai || stormvogeltje [DC 18 (1950)] || struisveer || struisvogel [ZND m] || tafeleend [N 09 (1961)] || toppereend [N 09 (1961)] || trapgans || troep duiven || vink, vrouwtje || vinkenslag || vlasvink || vliegen [SGV (1914)] || vliegend || vogelnestjes uithalen || vogelzaad || vrouwelijke eend [ZND 01 (1922)] || vrouwelijke huismus (moffelkop) [N 83 (1981)], [N 83 (1981)] || vrouwelijke merel [DC 06 (1938)] || watervogel || wentelen in het stof || wijntapper, vogel || wipstaart || witgatruiter || witoogeend [N 83 (1981)] || zaagbek || zinghaantje || zwaluwnest
III-4-1
|