e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=P196p plaats=Veulen

Overzicht

Gevonden: 565
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
geld geld: geͅlt (Veulen, ... ) geld [ZND 14 (1926)], [ZND A1 (1940sq)] III-3-1
geluk geluk: gələk (Veulen) een geluk [ZND A1 (1940sq)] III-1-4
gemaskerd persoon mom: mūm (Veulen) Een gemaskerd persoon. [ZND B1 (1940sq)] III-3-2
gemeen gemeen: gəmēn (Veulen) gemeen [ZND A2 (1940sq)] III-1-4
genezen genezen: gəniəzə (Veulen) genezen (ww) [ZND A1 (1940sq)] III-1-2
geraamte geraamte: gəromtə (Veulen) een geraamte [ZND B1 (1940sq)] III-1-1
gereed gedaan: hedjə gədøjŋ (Veulen), klaar: kli.ər (Veulen), vaardig: vjadəg (Veulen) gereed: zijt ge gereed met uw werk ? [ZND B2 (1940sq)] || klaar [ZND A2 (1940sq)] || vaardig [ZND A1 (1940sq)] III-1-4
gerst gerst: gās (Veulen) Hordeum L. De gerstteelt was in Belgisch Limburg betrekkelijk zeldzaam. Bij zomergerst wordt aangetekend: vooral bestemd voor de brouwerij; bij wintergerst: vooral bestemd als veevoer. Volgorde varianten van gerst: 1. met "rst" in de auslautgroep; 2. met "st"; 3. met "rs"; en 4: met alleen "s" in de auslautgroep; zie de eerste klankkaart [kaart 6]; in de tweede klankkaart [kaart 7] is de geografische verspreiding van het vocalisme weergegeven. Zie afbeelding 1, d. [JG 1a, 1b; L A1, 127; L 1 a-m; L 24, 6a; L lijst graangewassen, 2; R 3, 24; S 10; Wi 53; monogr.] I-4
geven geven: giəvə (Veulen) geven [ZND A1 (1940sq)] III-1-2
gewone spurrie spurrie: spør (Veulen) Spergula arvensis L. Een 15 tot 40 cm hoge plant met rechtopstaande stengels en smalle, priemvormige bladeren in kransen en kleine witte bloempjes. Spurrie bloeit van juni tot september en wordt vooral op zandgronden als veevoeder gekweekt. [N Q, 2; JG 1a, 1b; L A1, 245; R 3, 28; monogr.] I-5