e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q117b plaats=Rimburg

Overzicht

Gevonden: 1563
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
braakliggen braak: brǭk (Rimburg) Land of een akker voor een tijd, soms voor meerdere jaren, onbebouwd laten liggen. Naast de werkwoordelijke woordtypen als braken en braakliggen komen er in dit lemma ook woordtypen voor die bijvoeglijk van aard zijn. Deze hebben grammaticaal de functie van een bepaling van gesteldheid bij de werkwoorden (laten) liggen en zijn, b.v. het land ligt braak, is hard, woest en b.v. het land (voor) vogelwei laten liggen, (in de) dries laten liggen enz. [N 11, 5; N 11, 6; N 11A, 134a; N 11A, 135; N 27, 4b; L 1a-m; L 22, 13; JG 1a, 1b, 1d; S 4; Wi 43; Ale 253; monogr.] I-8
braambes bramelen: broiemele (Rimburg) braambes [SGV (1914)] III-4-3
braamsluiper bramentaatsje: briemetêsjke (Rimburg) braamsluiper (13 grauwbruin; graag in doornheggen; maakt doorzichtig sprietjesnest; zang begint met heel zacht muizegepiep en eindigt luider [juul-juul-juul-juul] [N 09 (1961)] III-4-1
braamstruik bramen: brièm (Rimburg) braamstruik [SGV (1914)] III-4-3
braden braden: broaene (Rimburg) braden [SGV (1914)] III-2-3
braken braken: brekke (Rimburg), kotsen: kotse (Rimburg), overgeven: uuvergeave (Rimburg) kotsen [SGV (1914)] || overgeven, vomeren [speuwe, spaven, kitse, kotse, kalve, kalvere] [N 10 (1961)] III-1-2
branden brennen: der kachel brennt (Rimburg) brandt [de kachel ~ ] [SGV (1914)] III-2-1
brander van een lamp brenner: brenner (Rimburg) brander (v. e. lamp) [SGV (1914)] III-2-1
brandewijn brandewijn: brandwien (Rimburg) brandewijn; Hoe noemt U: Sterk alcoholische drank, gestookt uit wijn of graan (brandewijn, snevel, franse) [N 80 (1980)] III-2-3
brandhout brandhout: brankhoot (Rimburg), braŋkhōt (Rimburg) [SGV (1914)]brandhout [SGV (1914)] I-7, III-2-1