e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q284p plaats=Eupen

Overzicht

Gevonden: 1837
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
zuurdeeg maken desemen: dęjsǝmǝ (Eupen) Een restant van het deeg een poos laten "rijpen", totdat het zuurdeeg is geworden en het aldus verkregen zuurdeeg gebruiksklaar maken. [N 29, 23b; S 6; monogr.] II-1
zuurdesem desem: deisəm (Eupen), dei̯səm (Eupen), zuurdeeg: zūrdeͅi̯k (Eupen) zuurdeeg || zuurdesem || zuurdesem: een beetje deeg overgehouden van de vorige maal (Fr. levain) [ZND 02 (1923)] III-2-3
zuurkool kappes: kapəs (Eupen), kompes: ndl kompost obwohl in anderer Bedeutung, vom lat. compositum  koͅmpəs (Eupen), zuurmoes: zūrmou̯s (Eupen), zūrmoͅu̯s (Eupen) ingemaakte witte kool (kappes) || zuurkool [ZND 08 (1925)] || zuurkool, witte of rode kool III-2-3
zwaan, algemeen zwaan: schwan (Eupen), zwān (Eupen) zwaan [Willems (1885)], [ZND m] III-4-1
zwager zwager: šwoͅgər (Eupen) zwager III-2-2
zwarte kraai, kraai kraai: kro (Eupen), kro‧ə (Eupen), geen fon.doc.  kraai (Eupen), mv.  krooe (Eupen) kraai [Heem 06.5-6 (1962)], [Willems (1885)], [ZND 01 (1922)], [ZND 28 (1938)] III-4-1
zwavelstokje zwegelhoutje: šwēgəlhøͅltxə (Eupen) zwavelstokje III-2-1
zweep peitsche: pītš (Eupen), smik: šmęk (Eupen) Voorwerp om het paard aan te drijven, bestaande uit een steel (cf. lemma Steel) en een snoer (cf. lemma Snoer). [JG 1a, 1b, 2b, 2c; L 8, 141; L 14, 31; L B2, 244; N 13, 94; S 47; Wi 5, 10; monogr.] I-10
zwellen zwellen: schwélle (Eupen) zwellen [ZND 25 (1937)] III-1-2
zwemmen zwemmen: schwämme (Eupen), sjwɛmə (Eupen), šweͅ.m.ə (Eupen) zwemmen [RND] || Zwemmen. [Willems (1885)], [ZND m] III-3-2