e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q259p plaats=Lontzen

Overzicht

Gevonden: 795
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
druiventros knaas druiven: knaas druuve (Lontzen, ... ) [ZND 01 (1922)] [ZND 33 (1940)] I-7
druppel drup: drop (Lontzen, ... ), drøͅpp (Lontzen, ... ) druppel (water) [ZND 01 (1922)], [ZND 23 (1937)] III-4-4
druppen, druppelen druppen: dröppe (Lontzen), ps. of toch omspellen volgens Frings: [dr$ppe]?  dröppe (Lontzen) druppen (door het dak druipen, regenen) [ZND 23 (1937)] || druppen (door het dak regenen) [ZND 01 (1922)] III-4-4
duif (alg.) duif: duvehauwe ... (Lontzen) Duivenhouden is een ... (iest dat gedaan wordt om de tijd te korten). [ZND 28 (1938)] III-3-2
duiken soppen: [vgl. lm. DOMPELEN in WLD III, 1.2, pag. 56]  in et water tsoppe (Lontzen) In het water duiken. [ZND 33 (1940)] III-3-2
durven dorren: dëare (Lontzen) durven [ZND 25 (1937)] III-1-4
duur duur: düer (Lontzen) duur (hoge kostprijs) [ZND 24 (1937)] III-3-1
duwen duwen: døjə (Lontzen) duwen [RND] III-1-2
dwarsdrijven anders willen wie de ander: andesch wille wi de ander (Lontzen) Hij moet altijd dwarsdrijven (anders willen zijn dan anderen). [ZND 23 (1937)] III-1-4
een borrel drinken een drupje drinken: verzamelfiche, ook mat. van ZND 1a-m  dröpke drinke (Lontzen) druppel (drinken), een borrel pakken [ZND 23 (1937)] III-2-3