21289 |
soldaten |
soldaten:
səldo.tə (Q205p Wahlwiller)
|
soldaten [RND]
III-3-1
|
17694 |
speeksel uitspuwen |
spijen:
ṣpö.yjə (Q205p Wahlwiller)
|
(speeksel uit)spuwen [RND]
III-1-1
|
24379 |
spin |
spin:
špɛn (Q205p Wahlwiller)
|
spin [RND]
III-4-2
|
20121 |
spinnen |
spinnen:
špenǝ (Q205p Wahlwiller)
|
De handeling die met behulp van een spinnewiel werd verricht. Vooral voor vlas en hennep was het raadzaam de spinvingers nat te houden tijdens het spinnen. Hiervoor had men een klein potje met water aan rokken of wiel hangen (Weyns, pag. 844-845). Soms werden daartoe ook wel kleine, twee-orige kruikjes van ongeveer 7 cm hoog gebruikt, gebakken onder andere te Raeren. [N 34, C; RND 3; Wi 27; S 34; monogr.]
II-7
|
24381 |
spinnenweb |
spinnenweb:
špɛnəwøp (Q205p Wahlwiller)
|
spinnenweb [RND]
III-4-2
|
32749 |
spitten |
graven:
grãvǝ (Q205p Wahlwiller)
|
In de tuin, op een zeer klein perceel of een moeilijk te ploegen hoek van een akker de grond met een spade - al dan niet in voren - uitsteken en omkeren. De simplicia spaden, graven e.d. zijn bij absoluut gebruik van toepassing op het spitwerk als zodanig. Meestal kunnen ze ook transitief gebruikt worden met het te bewerken stuk grond (de tuin e.d.) als object. [N 11, 65a; N 11A, 146a + b + c; N 11A, 50b add; RND 4 + 7 + 8 + 10, zin 4; A 33, 6 + 7 + 16 add.; L 7, 25; S 34; Lu 1, 1c; monogr.; div.]
I-1
|
21352 |
spreken, praten |
spreken:
sjpraeëkə (Q205p Wahlwiller)
|
spreken; ik versta jullie niet, jullie moeten een beetje harder - [DC 03 (1934)]
III-3-1
|
20125 |
staart |
stots:
štūǝts (Q205p Wahlwiller)
|
Zie afbeelding 2.37. [JG 1a, 1b; RND 60]
I-9
|
21272 |
stad |
stad:
štat (Q205p Wahlwiller)
|
stad [RND]
III-3-1
|
28377 |
stal |
stal:
šta.l (Q205p Wahlwiller)
|
Een ruimte in het algemeen, die onderdak biedt aan vee. De benamingen kunnen zowel het gebouw, als de ruimte daarbinnen betreffen. Meestal wordt kortheidshalve van "de stal" gesproken, als men het veeverblijf en met name de koestal bedoelt. [JG 1a en 1b; Wi 11; S 50; L A1, 4; RND 97; monogr.; add. uit N 5A, passim]
I-6
|