19277 |
vlug |
vlot:
flot (Q205p Wahlwiller)
|
vlug: (moet je nu al weg?) Ja, ik zal moeten voortmaken om op tijd thuis te zijn; zo - loop ik niet meer [DC 39 (1965)]
III-1-4
|
34280 |
voer |
voer:
fōǝr (Q205p Wahlwiller)
|
Veevoer. De samenstelling van dit voer is vevarieerd. Afval van hooi en stro, wortels van gras en graan, soorten zaad, zemelen en meel kunnen ingrediënten zijn. [N 5A II, 64a en 64b; RND 97; S 41; L 28, 45; JG 1d; monogr.]
I-11
|
21268 |
volk (mensen) |
lui:
luij (Q205p Wahlwiller)
|
volk [RND]
III-3-1
|
20294 |
vriend |
vriend:
vr".nt (Q205p Wahlwiller)
|
vriend(in) [RND]
III-3-1
|
23276 |
vroegmis |
vroegmis:
vrø.m^ɛs (Q205p Wahlwiller)
|
vroegmis [RND]
III-3-3
|
21276 |
vrouw |
vrouw:
vro.uw (Q205p Wahlwiller),
vroͅuw (Q205p Wahlwiller)
|
vrouw [RND], [RND]
III-3-1
|
32188 |
wagenmaker |
esser:
ē̜sǝr (Q205p Wahlwiller)
|
De algemene benaming voor de vakman die karren, wagens en wielen vervaardigt en herstelt. Het woord stelmaker was ook bekend bij de respondenten uit Tegelen (L 270), Weert (L 289), Neer (L 294), Montfort (L 382), Limbricht (L 434), Genhout (Q 19b), Doenrade (Q 27), Oirsbeek (Q 33), Maastricht (Q 95) en Klimmen (Q 111). Het werd in de dialecten van die plaatsen echter niet gebruikt. Sommige zegslieden merkten ervan op dat het woord alleen in het zuiden van Nederlands-Limburg in plaatsen langs de Duitse grens gebruikelijk was. Reparaties aan de houten onderdelen van karren en wagens konden niet alleen door de wagenmaker, maar ook door de timmerman/schrijnwerker worden uitgevoerd. Zegslieden uit de volgende plaatsen gaven dit antwoord: Nederweert (L 288), Helden (L 291), Heythuysen (L 292), Bocholt (L 317), Horn (L 325), Bree (L 360), Gerdingen (L 360a), Gruitrode (L 366), Kessenich (L 370), Maasbracht (L 377), Montfort (L 382), Meeswijk (L 424), Stein (Q 15), Geleen (Q 21), Schinnen ( 32), Nuth (Q 36), Amby (Q 102), Berg en Terblijt (Q 103), Margraten (Q 192) en Vijlen (Q 208). Defecte metalen onderdelen van karren en wagens werden doorgaans door de plaatselijke smid hersteld. Dit was het geval in: Blerick (L 269), Houtblerick (L 269a), Tegelen (L 270), Venlo (L 271), Helden (L 291), Heythuysen (L 292), Urmond (Q 14), Stein (Q 15), Schinveld (Q 30), Brunssum (Q 35), Maastricht (Q 95), Sibbe (Q 101a), Amby (Q 102) en Wittem (Q 204). In Waubach (Q 117a) werd dit werk door een bankwerker gedaan. Die noemde men schlosser (šlø̜sǝr). Zie ook het lemma ɛkoudsmidɛ in wld II.11, pag. 2.' [N G, 1a; N G, 2; Lu 5, 18a-b; A 27, 18a-b; RND 77; L 34, 18; monogr.]
II-12
|
33631 |
waterput |
put:
pød (Q205p Wahlwiller, ...
Q205p Wahlwiller)
|
[RND 08]
I-7
|
22860 |
weddenschap |
weddenschap:
wɛdənsjâp (Q205p Wahlwiller)
|
weddenschap [RND]
III-3-2
|
25112 |
weerlichten |
bliksemen:
⁄t bliksemt (Q205p Wahlwiller),
weerlichten:
waerlujete (Q205p Wahlwiller)
|
bliksemen in de verte zonder dat het dondert [weerlichte] [N 06 (1960)]
III-4-4
|