e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Amstenrade

Overzicht

Gevonden: 2103
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
zwak, slap slap: sjlàp (Amstenrade), zwak: žwaak (Amstenrade) zwak [DC 02 (1932)] || Zwak, slap: gering van lichaamsvermogen, niet sterk (zwak, min, slap). [N 84 (1981)] III-1-1
zwart pak zwart pak: zwart pak (Amstenrade) pak, zwart ~, bestaande uit korte jas, vest en gestreepte broek [N 23 (1964)] III-1-3
zwarte bes zwarte wiemeren: mv: -e  zwarte wimmere (Amstenrade) [DC 13 (1945)] I-7
zwarte gebreide dameskous lange zwarte hoos: lang zwarte haose (Amstenrade) dameskousen, zwarte gebreide ~ [N 24 (1964)] III-1-3
zwarte kraai, kraai kraai: krao (Amstenrade) Hoe heet de zwarte kraai? [DC 06 (1938)] III-4-1
zwarte nachtschade nachtschade: nachtschade (Amstenrade) Solanum nigrum L. subsp. nigrum. Zeer algemeen voorkomend onkruid op bouwland, in moestuinen en open bermen met witte stervormige bloempjes en giftige zaden in de vorm van zwarte (rijpe) of groene tot gele (onrijpe) bessen of bolletjes. Het bloeit van juni tot de herfst. De lengte varieert van 5 tot 60 cm. Het type wiemelen is een variant van ɛwiemerenɛ, uit ɛwijn-berenɛ, "aalbessen". Bij tinkruid wordt opgemerkt: "men schuurt er tin mee". [JG 1a, 1b, 2c; A 43, 10; A 60A, 69; monogr.] I-5
zwavelstok zwegelstek: zwèègelstèk (Amstenrade) zwavelstokken, de vroegere lucifers (zwevelstok, -stek, sollefert, solverstekske) [N 20 (zj)] III-2-1
zwavelx solfer: Opm. v.d. invuller: een houtje met zwavel (lucifer) heet: schwèègel.  solfer (Amstenrade) zwavel [DC 02 (1932)] III-4-4
zweer zweer: zjwéér (Amstenrade) Zweer: huidontsteking vaak met ettervorming ten gevolge van een infectie (zweer, zwerage, zwerije). [N 84 (1981)] III-1-2
zwemmen zwemmen: zjwəmə (Amstenrade) zwemmen [RND] III-3-2