e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q033p plaats=Oirsbeek

Overzicht

Gevonden: 5037
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
bazige vrouw bazin: basin (Oirsbeek) een vrouw die over iedereen de baas wil spelen en die overal aanmerkingen op heeft [kanjer, karonje, kastine, element] [N 85 (1981)] III-1-4
bebroed onbevrucht ei vuil ei: vūl ęi̯ (Oirsbeek) [N 19, 54b] I-12
bed bed: be̝ͅt (Oirsbeek) bed [RND] III-2-1
bedekt een onaangenaamheid zeggen een steek onder water geven: sjteek oenger water (Oirsbeek), hatelijk (bn.): hatelik (Oirsbeek), onder de neus duwen: get onger de naas duuə (Oirsbeek) iemand bedekt een onaangenaamheid zeggen steken onder water geven [giepen] [N 85 (1981)] || iemand in bedekte woorden een onaangenaamheid zeggen [giepen] [N 85 (1981)] III-3-1
bedelaar arme, een ~: d⁄n èrmə (Oirsbeek), bedelaar: baedelaer (Oirsbeek), schooier: sjooier (Oirsbeek) de arme persoon die rondgaat of ergens zit om aalmoezen te vragen [schooier, bedelaar, klopper, rondloper, stuper, skurriekrijger] [N 89 (1982)] || koopman die met zijn waren langs de deuren gaat? [N 21 (1963)] III-3-1
bedelaarstehuis armenhuis: ermehoes (Oirsbeek) een instelling waar bedelaars worden opgenomen en verzorgd [kaloentjes, kalonie, kalennis] [N 90 (1982)] III-3-1
bedelen bedelen: béédelə (Oirsbeek), schooien: sjooiə (Oirsbeek) aalmoezen vragen voor zijn levensonderhoud [schooien, bedelen, bidden] [N 89 (1982)] III-3-1
bederven, gezegd van pekel kapot: kapǫt (Oirsbeek) De zoutoplossing kan bederven doordat te veel bloed uit het vlees trekt en zich met de pekel vermengt. [N 28, 109; monogr.] II-1
bedevaart bedeweg: bejwääg (Oirsbeek) bedevaart [SGV (1914)] III-3-3
bedienen bedienen: bedeenə (Oirsbeek) de gevraagde waren in een winkel aan de klant geven [bedienen, gerieven, bestellen] [N 89 (1982)] III-3-1