19635 |
brandhout |
vonkelhout:
vøŋkəlhōts (Q121a Chèvremont, ...
Q121a Chèvremont)
|
aanmaakhout || brandhout, aanmaakhout
III-2-1
|
23442 |
brandkast in de sacristie |
brandkast:
brankkas (Q121a Chèvremont)
|
De brandkast, kluis of safe, waarin de heilige vaten bewaard worden. [N 96A (1989)]
III-3-3
|
24875 |
brandnetel |
brandnittel:
bren’nissel (Q121a Chèvremont),
nittel:
nis’sel (Q121a Chèvremont)
|
brandnetel
III-4-3
|
28099 |
breekbout |
breekbout:
brɛxbǫwt (Q121a Chevremont
[(Julia)]
[Emma])
|
Onderdeel van de koolploeg- en transporteuraandrijving ter voorkoming van ontoelaatbaar hoge trekkrachten in schaaf- en transportkettingen. Bij te hoge trekkracht breekt de bout. [N 95, 600; monogr.]
II-5
|
18786 |
breien |
strikken:
štrekə (Q121a Chèvremont)
|
breien
III-1-3
|
18787 |
breinaald |
striknaald:
štreknoͅlt (Q121a Chèvremont)
|
breinaald
III-1-3
|
27966 |
breken, doorbreken |
breken:
brē̜xǝ (Q121a Chevremont
[(Julia)]
[Willem-Sophia])
|
Gezegd van ondersteuningen en met name de kap ervan. Ondersteuningen kunnen breken als gevolg van de druk in het gesteente. [N 95, 355; monogr.]
II-5
|
24475 |
brem |
ginster:
jin’ster (Q121a Chèvremont)
|
brem
III-4-3
|
18392 |
bretel |
help:
helpe (Q121a Chèvremont),
lits:
litse (Q121a Chèvremont)
|
bretels, stel schouderbanden om de broek op te houden [N 23 (1964)]
III-1-3
|
28076 |
breuklijn |
breuklijn:
breuklijn (Q121a Chevremont
[(Julia)]
[Domaniale])
|
De lijn waarlangs het dakgesteente moet afbreken, wanneer de ondersteuningen geroofd worden. [N 95, 579; monogr.]
II-5
|