e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q121a plaats=Ch?vremont

Overzicht

Gevonden: 2160
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
breukpand oude: awǝ (Chevremont  [(Julia)]   [Domaniale]) Het pand waar de ondersteuning wordt geroofd met als doel het dak te laten instorten. De invuller uit Q 21 merkt over de opgaven "roofpand" en "vulling" het volgende op: voordat de nachtdienst de transportmiddelen, de lucht- en waterleidingen en de verlichting verplaatst had naar het nieuwe pand en het oude pand had geroofd, sprak men van het "roofpand", dit in tegenstelling tot het nieuwe pand dat het "koolpand" werd genoemd. Als de dagdienst begon, gebruikte men de term "roofpand" niet meer maar werd over de "vulling" gesproken. [N 95A, 14; monogr.; Vwo 198; Vwo 730] II-5
breukpijler breekpijler: brɛxpajlǝr (Chevremont  [(Julia)]   [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]), breukpijler: brø̄kpajlǝr (Chevremont  [(Julia)]   [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]) Pijler waarvan het ontkoolde gedeelte wordt gevuld door het beheerst laten instorten van het dakgesteente. Dit wordt bereikt door in dit deel van de pijler de ondersteuningen weg te nemen (zie ook het lemma Roven). [N 95, 361; N 95, 578; monogr.; N 95, 545] II-5
breukstijl breekstijl: brɛxštil (Chevremont  [(Julia)]   [Domaniale]), breukstijl: brø̄kštil (Chevremont  [(Julia)]   [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]) Starre stijl die in breukpijlers wordt gebruikt om een breuklijn tot stand te brengen. De breukstijl is door de betere en snellere verplaatsbaarheid de vervanger van de bok. Zie ook het lemma Bok. G.H.H. in het woordtype "G.H.H.-stijl" (Q 121) is een afkorting voor Gutehoffnungshütte, de fabrikant van dit type stijl. [N 95, 584; N 95, 360; N 95, 566; monogr.] II-5
briket eierkolen: ai̯ərkoͅalə (Chèvremont), kluit: klyt (Chèvremont) bruinkoolbriket || eierkolen III-2-1
brikettenfabriek briketfabriek: brikɛtfabrik (Chevremont  [(Julia)]   [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]) De fabriek waar eierkolen en blokbriketten gemaakt werden. Op de Domaniale mijn werden alleen eierkolen gefabriceerd. Voordat er briketfabrieken waren, werden hoofdzakelijk stukkolen verkocht voor huisbrand, aldus de informant van Q 113. Deze stukkolen werden voor het stoken in kleine stukken geslagen, waardoor ook een vergruizing optrad. Het ontstane gruis werd gemengd met natte leem als bindmiddel. Hiervan werden dan klonten, klytǝ, gemaakt en na droging gestookt. [N 95, 16; monogr.; N 95A1, add.] II-5
brikettenpers eierkolenpres: ajǝrkoǝlǝprɛs (Chevremont  [(Julia)]   [Emma]) De briketten- of eierkolenfabriek produceert industriebriketten en eierkolen. In de met oververhitte stoom verwarmde mengketels vindt versmelting van pek en magere fijnkool plaats, waarna het deegachtige mengsel naar de persen vloeit waar het in de gewenste vorm wordt samengeperst. [N 95, 112] II-5
broeden uit-hecken (du.): oes’hikke (Chèvremont) uitbroeden III-1-4
broedsel hik: ook: worp van zoogdieren  hik (Chèvremont) broedsel van vogels III-4-1
broek boks: buks (Chevremont  [(Julia)]   [Maurits]) Broek gemaakt van zeer stevige stof en voorzien van dubbele knieēn. Volgens een informant van Q 121 is de "kuilboks" een onderdeel van de "kuilmontuur". [N 95, 61; monogr.] II-5
broek: algemeen boks: boks (Chèvremont) broek in het algemeen [boks, sjmeek, brits] [N 23 (1964)] III-1-3