e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L415p plaats=Opoeteren

Overzicht

Gevonden: 3008
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
zemelen zemelen: zīǝ.mǝlǝ (Opoeteren) De bij het malen van graan afgescheiden en fijngemaakte hulzen van de korrels, die na het zeven als grofste afval overblijven. In Q 99* kent men zowel zemelen als klijen. De laatstgenoemde term wordt gebruikt voor de velletjes in het zeefsel. Zie ook het lemma ɛzemelenɛ in wld II.1, pag. 83. Het materiaal dat hier is opgenomen, vormt een aanvulling op het genoemde lemma in wld II.1.' [S 45; N O, 38d; N O, 38e; JG 1a; JG 1b; JG 2c; Vds 250; Jan 141; Coe 219; Grof 249; monogr.] II-3
zeswekenmis zeswekenmis: zesweikenmes (Opoeteren) Een mis die zes weken na iemands overlijden wordt opgedragen. [N 96B (1989)] III-3-3
zetten zetten: zetə (Opoeteren) zetten [ZND A1 (1940sq)] III-1-2
zeug met biggen zeug: zyx (Opoeteren), zoog: zuǝx (Opoeteren) Vrouwelijk varken dat heeft gejongd. [N 19, 6; L 37, 49c; monogr.] I-12
zeven zeven: zève (Opoeteren) zeven III-2-1
zeven met de handzeef zeven: zē̜vǝ (Opoeteren) Zaaigraan winnen uit het met de wan gezuiverde graan door het te zeven. [N 14, 41b, 42b en 43b; JG 1a, 1b; Wi 43; S 45; monogr.] I-4
zeven, builen buisteren: bø̜j.stǝrǝ (Opoeteren), uitzeven: űt˲zę̄vǝ (Opoeteren) Het meel zeven. In P 222 maakt men een onderscheid tussen teemsen en boulteren. De eerste term gebruikt men voor het zeven van meel met de hand door middel van een zeef. Wanneer deze bewerking machinaal door de molenaar wordt uitgevoerd, spreekt men van ɛboulterenɛ. Zie ook het lemma ɛuitzeven van de zemelenɛ in wld II.1, pag. 85.' [N O, 38a; Vds 241; Jan 239; Coe 215; Grof 244; monogr.; N 18, 136; N 18, 136 add.; JG 1b] II-3
zich bemoeien met bemoeien: bemooien (Opoeteren), moeien: mooien (Opoeteren) ik kan me daarmee niet bemoeien [ZND 21 (1936)] III-3-1
zich heel wat inbeelden; ingebeeld persoon kakmadam: ki-jk mich doa de kakmedammeke ins möt hèèr huug hekskes iêver de stroat wagkele  kakmedam (Opoeteren) hovaardig en aanstellerig vrouwmens III-1-4
zich inbeelden zich inbeelden: ook materiaal znd 27, 39  zich inbeelen (Opoeteren) inbeelden [ZND 01 (1922)] III-1-4