e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=P188p plaats=Hoepertingen

Overzicht

Gevonden: 3594
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
bloemperk bed: beͅdə (Hoepertingen), beͅt (Hoepertingen), perk: peͅrk (Hoepertingen), pɛrk (Hoepertingen) [Goossens 1b (1960)] [ZND A1 (1940sq)]perk (bloemperk) [ZND A1 (1940sq)] I-7, III-2-1
blok betonblok: bǝtǫ̃blǫk (Hoepertingen), bǝtǭnblǫk (Hoepertingen) Het stalen, in P 188 betonnen, blok waarin de pot of pan bevestigd is die in watermolens het lager vormt van de taats van het staakijzer. [Vds 106; Coe 126; Grof 149] || Vierkant houten of stenen blok. In het midden ervan bevindt zich een holle stenen of metalen kom waar het uiteinde van de molenboom in rust en ronddraait. Zie ook afb. 75. Vanderspickken maakt een onderscheid tussen het blok buiten naast het molenrad (Vds 75) en het blok binnen in het molenhuis (Vds 88). Gezien het feit dat beide blokken dezelfde functie hebben, zijn de termen uit de twee artikelen in dit lemma bijeengeplaatst. [Vds 88] II-3
blokje blok: blǫk (Hoepertingen) Het blokje hout dat tegen de speelman slaat en via een koord de bel in beweging brengt. Zie ook de toelichting bij het lemma ɛbelɛ.' [Coe 146; Grof 171] II-3
bluts bluts: bleuts (Hoepertingen) Deuk: een buiging in een effen oppervlak door een stoot veroorzaakt (buts, duts, bluts, dumpel) [N 108 (2001)] III-1-2
blutsen blutsen: bleutse (Hoepertingen), blətsə (Hoepertingen) blutsen [ZND 01 (1922)] || De appels niet blutsen. [ZND 21 (1936)] III-1-2
bochel bult: boeilt (Hoepertingen), bu.jlt (Hoepertingen), bu:jlt (Hoepertingen), built (Hoepertingen) bochel [ZND 01 (1922)] || bult [ZND 01 (1922)], [ZND A2 (1940sq)] || Hij heeft een bochel. [ZND 21 (1936)] III-1-2
bodem bodem: bōm (Hoepertingen) De uit planken bestaande bodem van de bak van de kar, wagen of kruiwagen. [N 17, 23 + 45; N 18, 99; N G, 53d; JG 1a; monogr.] I-13
bodem, bedding bodem: bǭǝm (Hoepertingen) De bodem, de bedding van de beek. [Jan 25; Coe 17; Grof 29] II-3
boek boek: book (Hoepertingen), būk (Hoepertingen) boek [ZND 01 (1922)], [ZND 21 (1936)] III-3-1
boek kaarten spel: spel (Hoepertingen) alle kaarten bij elkaar die één speler in de hand heeft [boek] [N 112 (2006)] III-3-2