e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q259p plaats=Lontzen

Overzicht

Gevonden: 795
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
huurhuis gemiet huis: jəmiət hū.s (Lontzen), pachthuis: pacht huus (Lontzen) huurhuis [ZND 27 (1938)] III-2-1
iemands overlijden aanzeggen op gen maal roepen: znd 32, 71;  ope mool roepe (Lontzen) de buren en kennissen op iemands begrafenis uitnodigen [ZND 32 (1939)] III-2-2
in een beek baden baden: in en bak baade (Lontzen) In een beek baden. [ZND 33 (1940)] III-3-2
ingezouten ingezouten: ɛgǝsōtǝ (Lontzen) Dit lemma sluit volledig aan bij het lemma ''het vlees conserveren''. In de Leuvense vragenlijsten 1a-m en 27 werd naar het begrip "ingezouten" gevraagd. Deze twee vragen worden hier als apart lemma gehonoreerd. [L 1a-m; L 27, 40; Veldeke 22, 67] II-1
inspannen inspannen: išpanǝ (Lontzen) Het opgetuigde paard voor een kar met berries spannen. Men plaatst het tussen de berries, waaraan de draagriem, de brede buikriem, en de strengen worden vastgemaakt. Voor andere voer- en landbouwwerktuigen wordt het paard niet in- maar aangespannen. De term inspannen werd echter ook enkele keren in de hier behandelde betekenis opgegeven. [JG 1b; N 8, 98a; RND 74] I-10
jak jak: jakk (Lontzen), schorts: schöets (Lontzen) jak (kort vrouwenkledingstuk) [ZND 27 (1938)] III-1-3
jaloers jaloers: ook materiaal znd 27, 44  schaluss (Lontzen) jaloers [ZND 01 (1922)] III-1-4
jong (bijv.nw.) jong: znd 1 a-m; znd 27, 46;  junk (Lontzen) jong; het kind is nog jong [ZND 27 (1938)] III-2-2
jong (bn.) jong: znd 1 a-m; znd 27, 46;  junk (Lontzen) jong; het kind is nog jong [ZND 01 (1922)] III-2-2
jong van een dier jong: joŋkt (Lontzen), jøŋkt (Lontzen) [R 12, 38; S 16; L 1a-m; L 27, 47a; monogr.] I-11