e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L289p plaats=Weert

Overzicht

Gevonden: 7826
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
beddengoed beddengerei: bɛdəgreͅi̯ (Weert), beddengoed: bɛdəgōt (Weert) beddegoed III-2-1
beddenhemel hemel: hiemel (Weert) Houten overkapping met een gordijn boven een ledikant (troon, hemel) [N 79 (1979)] III-2-1
beddenlaken laken: lākə (Weert) laken III-2-1
beddenwarmer bedkruik: bèdkroek (Weert), kruik: krū.k (Weert) kruik (voor in bed) || kruik, metalen ~; inventarisatie benamingen; betekenis/uitspraak [N 20 (zj)] III-2-1
bedekt een onaangenaamheid zeggen een steek geven: steek gaeve (Weert), nijpen: nieepe (Weert, ... ), steken: staeke (Weert) iemand bedekt een onaangenaamheid zeggen steken onder water geven [giepen] [N 85 (1981)] || iemand in bedekte woorden een onaangenaamheid zeggen [giepen] [N 85 (1981)] III-3-1
bedelaar schooier: schoeejer (Weert) de arme persoon die rondgaat of ergens zit om aalmoezen te vragen [schooier, bedelaar, klopper, rondloper, stuper, skurriekrijger] [N 89 (1982)] III-3-1
bedelaarsvrouw schooierse: schoeejerse (Weert) een schooiersvrouw [trut] [N 89 (1982)] III-3-1
bedelen inbedelen: enbę̄dǝlǝ (Weert), schooien: schoeeje (Weert) aalmoezen vragen voor zijn levensonderhoud [schooien, bedelen, bidden] [N 89 (1982)] || Het vragen van een moerloze zwerm om een plaats bij een naburig volk. Wanneer een zwerm moerloos blijft, is hij praktisch ten dode opgeschreven. Eén van de mogelijkheden tot overleven is een plaats te vragen bij een andere zwerm. Eeckhout (pag. 129) zegt dat haar informanten het begrip bedelen bij bijen als onbestaand beschouwen. Dit verschijnsel noemen zij roven. [N 63, 61b] II-6, III-3-1
bedelmonnik schooipater: schoeijpaater (Weert), soepbroeder: sopbroeder (Weert) Een bedelmonnik [sopbroêder]. [N 96D (1989)] III-3-3
bederven, gezegd van pekel bedorven pekel: bǝdǫrǝvǝ pēkǝl (Weert) De zoutoplossing kan bederven doordat te veel bloed uit het vlees trekt en zich met de pekel vermengt. [N 28, 109; monogr.] II-1