e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L217p plaats=Meerlo

Overzicht

Gevonden: 4060
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
zoetvijl, fijne vijl zoetvijl: zȳt˲vīl (Meerlo) Vijl met een fijn bekapt blad. Doorgaans heeft het blad van een zoetvijl ongeveer 60 tanden per inch (Handboek Gereedschap, pag. 238). De zoetvijl wordt gebruikt voor harde metalen en voor het afwerken en, aldus de invuller uit P 219, het polijsten of polieren van metalen. Het blad van de vijl kan verschillende vormen hebben. [N 33, 90; N 64, 53b-c] II-11
zogen, voeden (overg.) te drinken geven: te dreenke gève (Meerlo), zelf voeden: ⁄t kiend wurd zelf gevoejd (Meerlo) borstvoeding geven: Een kind aan de borst voeden (minnen, de mem geven, houden). [N 84 (1981)] || gezoogd worden, aan de borst zijn, gezegd van zuigelingen [lodderen, mem lebben] [N 86 (1981)] III-2-2
zolder zolder: zoldər (Meerlo), zōldər (Meerlo) zolder [SGV (1914)] III-2-1
zolen onder de klomp slaan klompen hogen: klompǝ hyǝgǝ (Meerlo) De zool van de klomp van zoolbeslag voorzien om de levensduur van de klomp te verlengen. Zie ook het volgende lemma. In Venray (L 210) werden ook klompen die deels al een versleten loopvlak hadden van oude stukken leer of rubber voorzien. [N 24, 71, add.; monogr.] II-12
zomen zomen: zø̄mǝ (Meerlo) Van zomen voorzien. Zie ook het lemma ɛzoomɛ.' [N 59, 65; N 62, 14b; L 8, 127; MW; S 46; monogr.] II-7
zomerverblijf schaap(s)stal: sxǭpsstal (Meerlo) [N 78, 25; monogr.] I-12
zondagse kleren zondag, de -: B.v. De zóndag án hebbe.  de zóndag (Meerlo) zondagse kleren III-1-3
zonde zonde: zunt (Meerlo) zonde [SGV (1914)] III-3-3
zonden zonden: zunt (Meerlo) zonden (mv.) [SGV (1914)] III-3-3
zonder opzet zonder bedoeling: zonden bedoeling (Meerlo) zonder opzet, zonder bedoeling [buiten besouw] [N 85 (1981)] III-1-4