e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L217p plaats=Meerlo

Overzicht

Gevonden: 4060
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
zuigfles fles: fles (Meerlo), ⁄t kiend is an de fles (Meerlo) zuigfles; een fles met speen om zuigelingen met melk te voeden [teuter, lots, tutter, teuterfles] [N 86 (1981)] III-2-2
zuinig benauwd: benauwd (Meerlo), zuinig: zuinig (Meerlo) van zijn bezit telkens een zo klein mogelijk gedeelte uitgevend om te sparen [zuinig, econoom, civiel, benauwd, kiem] [N 89 (1982)] || zuinig [SGV (1914)] III-3-1
zult, preskop perskop: peͅrskoͅp (Meerlo) preskop III-2-3
zure haring zure haring: zoere herring (Meerlo) rolmops; Hoe noemt U: Een haring in het zuur (rolmops) [N 80 (1980)] III-2-3
zuring (alg.) zuring: zoering (Meerlo) zuring III-4-3
zuster zuster: zūster (Meerlo), neen  zuster (Meerlo) zuster [haar] [SGV (1914)] || zuster; bestaat er een woord voor broers en zusters samen (Hd. Geschwister?) [DC 05 (1937)] III-2-2
zuurdeeg maken gaan: gǭn (Meerlo) Een restant van het deeg een poos laten "rijpen", totdat het zuurdeeg is geworden en het aldus verkregen zuurdeeg gebruiksklaar maken. [N 29, 23b; S 6; monogr.] II-1
zuurdesem zuurdeeg: zūrdiəx (Meerlo) zuurdeeg III-2-3
zuurkool tonnenmoes: tonəmus (Meerlo), zuremoes: zoeremoes (Meerlo), zuurmoes: zurmus (Meerlo) zuurkool [SGV (1914)] III-2-3
zuurkoolstamppot kappesmoes: kapəsmus (Meerlo), zuurmoes: zūrmus (Meerlo) moes van kappes (witte kool) || stamppot van zuurkool III-2-3