31189 |
zinkbewerker |
zinkbewerker:
zinkbewerker (L372p Maaseik)
|
Ambachtsman die zink en blik verwerkt, dakgoten herstelt, etc. Een aantal opgaven kunnen mogelijk meer algemeen van toepassing zijn op een loodgieter. [N 64, 161b; L 34, 17a-b; monogr.; div.]
II-11
|
19680 |
zitbank |
bank:
baŋk (L372p Maaseik),
bāŋk (L372p Maaseik)
|
bank [ZND A1 (1940sq)] || op het eind van de bank [ZND 34 (1940)]
III-2-1
|
34083 |
zitbeenderen |
zitbenen:
zetbęi̯n (L372p Maaseik)
|
Onderdeel van het beenderenstelsel aan het achtereinde van de rug. [N 3A, 110c]
I-11
|
17827 |
zitten |
zitten:
zitten (L372p Maaseik),
zi̯də (L372p Maaseik)
|
zitten [ZND 46 (1946)], [ZND A1 (1940sq)]
III-1-2
|
18198 |
zitvlak van een broek |
bodem:
bujəm (L372p Maaseik)
|
zitvlak, kruis, bodem van de broek [boksebaom, zolder, zuur schrej, kont, wan] [N 23 (1964)]
III-1-3
|
21572 |
zo arm als ... |
zo arm als job:
ei is zoe erm as job (L372p Maaseik),
hè is zu ermes job (L372p Maaseik)
|
Hij is zo arm als... (uitdrukkingen). [ZND 32 (1939)]
III-3-1
|
19240 |
zo eenvoudig als ... |
eenvoudig als de dood:
... es de dūət (L372p Maaseik),
eenvoudig als een huis:
Kindertaal.
... es n ŭjs (L372p Maaseik),
zo eenvoudig als het groot is:
... es t grūət is (L372p Maaseik),
zo simpel als een klein kindje:
D.w.z. menschen die alles goed is, waar men mee kan doen wat men wil.
zoe sumpel as ei klei kindj (L372p Maaseik)
|
Zo eenvoudig als - (zeg in het dialect en vul aan; geef de verschillende uitdrukkingen die hiervoor bestaan) [ZND 23 (1937)]
III-1-4
|
33721 |
zoden afsteken |
afsteken:
āfstīkǝ (L372p Maaseik)
|
Een object russen, vlaggen, zoden enzovoorts is niet gedocumenteerd. [N 14, 78; N 27, 39g; N 18, add.; JG 1b]
I-8
|
25648 |
zoetstof voor peperkoek |
bruine suiker:
brūnǝ sokǝr (L372p Maaseik),
honing:
huneŋ (L372p Maaseik),
kandijstroop:
kandęjsxrūp (L372p Maaseik)
|
De diverse zoetstoffen die in het peperkoekdeeg verwerkt worden. Inhoudelijk zijn het verschillende zaken. Vergelijk het lemma ''zoetstof voor taai-taai''. [N 29, 88b]
II-1
|
25644 |
zoetstof voor taai-taai |
honing:
huneŋ (L372p Maaseik)
|
De diverse zoetstoffen die in het taai-taaideeg verwerkt worden. Inhoudelijk zijn het verschillende zaken. [N 29, 87b; N 29, 87; N 29, 87a; N 29, 88]
II-1
|