e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L329p plaats=Roermond

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
zeemlap leren lap: Haol mich ins de sjpóns en de laerelap  lae:relap (Roermond), zeem: zēm (Roermond), Gaef mich ins efkes de zeem veur de roete  zee:m (Roermond), Haol mich ins de sjpóns en de laerelap  zee:m (Roermond) zeem (zeemlap) || zeemlap || zeemleren voorwerp waarmee de ruiten worden afgedroogd [DC 15 (1947)] III-2-1
zeep zeep: ze duit de was nog altied mit greun zeip (Roermond), zeip (Roermond) zeep || Zeep. Ze doet de afwas nog altijd met goede zeep. [DC 35 (1963)] III-1-3
zeepsop luter: \'nen ummer leuter De gank sjroebe mit leuter  leu:ter (Roermond), schrobwater: šrŏĕpwaatər (Roermond), zeepluter: zeipleuter (Roermond) schrobwater || zeepsop III-2-1
zeer blij blij: bliej (Roermond), godsgelukkig: godsgelökkig (Roermond) zeer blij [frut] [N 85 (1981)] III-1-4
zeer grote aardappelen bonken: bǫŋkǝ (Roermond) Voor de fonetische documentatie van het woord aardappelen, zie het lemma Aardappel. [N 12, 4; JG 1a; monogr.] I-5
zeer kleine aardappelen aardappeltjes: ɛrpǝlkǝs (Roermond), bocht: bǫxt (Roermond), kriel: kril (Roermond), krielaardappeltjes: krilē̜rpǝlkǝs (Roermond) Naast de neutrale termen voor kleine aardappeltjes onderscheidt men de kwalitatief zeer goede kleine aardappelen die voor het poten worden gebruikt (vergelijk het lemma Pootgoed, Pootaardappelen) én de kwalitatief slechte, die als veevoeder worden verwerkt. Huiven is de plaatselijke benaming voor "knikkers". De vorm "burel" is te beschouwen als een variant van "budel" waaruit "boel" is ontstaan; zie onder "kleine boel". "Mussekoppen", een leenvertaling van "tête de moineau", betekent eigenlijk een kleine soort kolen, die als brandstof in huis wordt gebruikt. In L 292a werd de zegswijze opgegeven: "Hiej is ein österke verloren," of: "Hiej is ein österke kapot gegange". Het type "österke" staat hier voor "pater-nosterke", de rozenkrans; vergelijk ook de typen "osterkraaltjes" en "rozenkranskrallen". [N 12, 2 en 3; JG 1a; L 43, 8c; monogr.] I-5
zeer warm weer heet (weer): heet (Roermond), heit (Roermond), hetigheid: hei:tichheit (Roermond), hits: hets (Roermond), héts (Roermond, ... ), hétz (Roermond), warmte: wer:mtə (Roermond) hitte || sterke, overmatige warmte, hoge temperatuur van de lucht [heet, hitte, hitse] [N 81 (1980)] || warmte III-4-4
zegel zegel: zegel (Roermond) Wasdeksel bij broed en honing. [N 63, 23b] II-6
zegelwas zegelwas: zegelwas (Roermond) Was die afkomstig is van de celdeksels of zegels. De kwaliteit hiervan is zeer goed en de kleur blank. De informanten van L 333 en Q 253 merken op dat de zegels niet apart verwerkt worden tot was maar tezamen met andere wasingrediënten. De informant van Q 177 vermeldt dat men als kind de zegelwas mocht uitzuigen maar dat men de bolletjes was, die in de mond achterbleven, eruit moest halen en apart moest leggen. Zegelwas als medicinale toepassing verzacht zware hoestaanvallen bij kinkhoest. [N 63, 132b; N 63, 132a; Ge 37, 172; monogr.] II-6
zegen aan het eind van de mis zegen: zaegen (Roermond) De zegen, de benedictie door de priester gegeven aan het eind van de mis. [N 96B (1989)] III-3-3