23765 |
zon- en feestdagen |
feestdagen:
feesdage (L329p Roermond)
|
Zon- en feestdagen (ledige dagen) . [N 96C (1989)]
III-3-3
|
23933 |
zondag |
zondag:
zondaag (L329p Roermond)
|
De zondag, dag des Heren. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
23934 |
zondag houden |
zondag houden:
zondaag haaje (L329p Roermond)
|
De zondag houden/vieren/eerbiedigen/heiligen. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
23534 |
zondagmissaal |
zondagsmissaal:
zondigsmissaal (L329p Roermond)
|
Een kerkboek met misgebeden voor de zondagen en feesten van het kerkelijk jaar [zondagsmissaal(tje)?]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
23935 |
zondagschender |
zondagsschender:
zondaagssjender (L329p Roermond)
|
Iemand die zich niet houdt aan de zondagsrust (zondagschender). [N 96D (1989)]
III-3-3
|
18670 |
zondagse kleren |
`s zondagse kleren:
sondaagse kleijer (L329p Roermond),
sondigse kleijer (L329p Roermond),
sondigsekleijer (L329p Roermond),
sóndaagse [kleijer} (L329p Roermond),
sóndaagse kleije (L329p Roermond),
`s zondagse pongelen:
WNT: pongel, 3. vod, lomp, en vervolgens iets dat geen waarde heeft.
sondaagsepongele (L329p Roermond),
goede kleren:
gooj kleijer (L329p Roermond)
|
De kleren die men s zondags draagt. [DC 62 (1987)] || zondags || zondagse kleren [t sondagsdinge] [N 23 (1964)]
III-1-3
|
18328 |
zondagse schort |
`s zondagse scholk:
scherpe s in sonjese
sonjese sjolk (L329p Roermond),
cotonnade (fr.):
kattenaate (L329p Roermond)
|
schort, blauw-wit linnen zondagse schort [N 24 (1964)]
III-1-3
|
23339 |
zonde |
zonde:
zuunj (L329p Roermond)
|
Een zonde [zund, zung]. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
18890 |
zonder opzet |
niet expres:
neet espres (L329p Roermond),
zonder bezei:
zonger bezeij (L329p Roermond)
|
zonder opzet, zonder bedoeling [buiten besouw] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
20066 |
zonnebloem |
zonnebloem:
zònnebloom (L329p Roermond)
|
Zonnebloem (heleanthus annuus) (kleine zonnebloem, zonneroos, zonnester, zonnebloem, zonnewende, helenium). [N 92 (1982)]
III-2-1
|