e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Vlodrop

Overzicht

Gevonden: 4029

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
abt overste: euversjte (Vlodrop) Een overste in een klooster, abt [euverste, opperste]. [N 96D (1989)] III-3-3
accijns steuer (du.): sjtuur (Vlodrop) de belasting op etenswaren [accijns] [N 90 (1982)] III-3-1
achterdochtig achterdochtig: achterdochtig (Vlodrop) een kwaad vermoeden over iemands handelingen of bedoelingen hebbend [achter-koutig, achterkousig, achterdochtig] [N 85 (1981)] III-1-4
achtergebleven hooi harken reken: rękǝ (Vlodrop) Wanneer het hooi is binnengehaald werd soms nog eens het hooiland afgeharkt om het achtergebleven hooi te verzamelen. [N14, 122; A 34, 4 add.] I-3
achterschijf slagschijf: šlāxšīf (Vlodrop) Ronde, met het wiel meedraaiende schijf tussen de naaf en de stootring van het asblok. De achterschijf verhindert dat er tijdens het rijden vet of smeer verloren gaat en vuil de naafbus kan binnendringen. Woordtypen met als tweede lid het woord -ring komen ook voor in het lemma ɛstootringɛ (WLD I.13).' [N G, 50a; N 17, 56; JG 1b, add.] II-11
achteruit hof: hoaf (Vlodrop) Open plaats achter een huis (dam, werft, bleek, achteruit, plaats) [N 79 (1979)] III-2-1
achteruitgaan terugdeinzen: terukdeinze (Vlodrop) Achteruitgaan (wijken, deinzen). [N 84 (1981)] III-1-2
achterwand achterhoofdbred: (mv)  axtǝrhøi̯t˱brɛ̄r (Vlodrop) De afneembare achterplank van de kar of wagen. Deze plank werd tussen de twee zijwanden geschoven om de laadruimte af te sluiten en kon tijdens het lossen weggenomen worden. Voor de betekenisontwikkelingen van de verschillende woordtypes, zie de toelichting bij het lemma voorwand. Op de kaart zijn voor Belgisch Limburg alleen de gegevens uit de mondelinge enqu√™te opgenomen. [N 17, 30a + 36 + 48; N G, 61c; JG 1a; JG 1b; JG 2b; JG 2c; A 26, 1a; Lu 4, 1a; L 33, 4; L 40, 56; monogr.] I-13
achterwiel van een fiets achterrad: achterraat (Vlodrop) het achterwiel van een fiets [riks] [N 90 (1982)] III-3-1
acoliet acoliet: acoliet (Vlodrop) Een acoliet, een oudere misdienaar. [N 96B (1989)] III-3-3