e-WLD begrippen 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 1

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
mortelbed bed: bē̜t (Kaulille, ... ), bęt (Maastricht, ... ), bɛ ̝t (Achel), bed mortel: bęt mǫrtǝl (Kleine-Brogel), bed specie: bęt spēsi (Leuken, ... ), bot: bǫt (Sint-Truiden), hoop: hōp (Lommel), hǫwp (Beverst, ... ), hoop mortie: oǝp mǫrtī (Sint-Truiden), kalkbed: kalǝk˱bęt (Sint-Truiden), kruiwagel: krǫwwǭgǝl (Hoeselt), kuip: kūp (Klimmen), malooi: mǝlǫj (Bevingen), mengeling: mɛŋǝleŋ (Sint-Truiden, ... ), mengsel: męŋsǝl (Eys), mɛŋsǝl (Genk), mischung: mišuŋ (Bleijerheide), moolder: mø̄ldǝr (Sittard  [(hoeveelheid mortel die op de kalkbaan wordt klaargemaakt)]  , ... ), mortel: mortǝl (Heugem), mørtǝl (Geulle), mø̜rtǝl (Mesch), mǫrtǝl (Dieteren, ... ), mortelhoop: mortǝlhup (Zonhoven), partij/parti: pǝrti (Zepperen), portie: pōršǝ (Rothem), spijs: špīs (Jabeek, ... ), tijn: tin (Klimmen), tob: tǫp (Klimmen), treugel: trø̄gǝl (Munstergeleen), voorraad: vø̄rrǭt (Neeritter), vracht spijs: vrax špīs (Sittard), zak: zak (Kuringen), zak mortel: zak mǫrtǝl (Lummen), één bed: ęjn bęt (Tungelroy), ęn bęt (Venray), ǝn ˱bęt (Merselo, ... ), één bed mortel: ǝn˱ bęt mǫrtǝl (Lommel), één bed spijs: ęjn˱ bęt špīs (Heythuysen), ǝ bęt špīs (Kerkrade), ǝn˱ bęt spēš (Meijel), ǝn˱ bęt špīs (Helden, ... ), één brei: nǝ brāj (Tessenderlo), nǝ brē̜ (Koersel), één hoop: ęjnǝ hǫwp (Herten  [(genoeg voor vijf schurgkarren: vīf šørkɛrǝ)]  ), ęŋǝ hōf (Vaals), ǝnǝ hǫap (Eys), één hoop spijs: ęjnǝn hǫwp špijs (Tegelen), één kiebel: enǝ kibǝl (Kerkrade), één molen: ēn mø̄lǝ (Koersel), ǝn mīǝlǝ (Bilzen), één molen spijs: ęjn mø̜̄lǝ špīs (Sittard), één moolder: ǝnǝ mø̄ldǝr, mø̜ldǝr (Beek), één mortel: nǝ mortǝl (Meeuwen), nǝ mø̜rtǝl (Klimmen), nǝ mǫrtǝl (Rijckholt), nǝ mǫtǝl (Bilzen  [(ongeveer 4 kruiwagens)]  ), ęjnǝ mǫrtǝl (Ell, ... ), ǝn mø̜rtǝl (Gronsveld), ǝn mǫrtǝl (Weert), ɛnǝ mǫrtǝl (Opglabbeek, ... ), één schubkar: ǝn šupkar (Klimmen), één volle schurgkar: ęjn vǫl šø̜rkar (Sittard), één zak: īnǝ zak (Koersel, ... ), één zak cement: īnǝ zak sǝmɛnt (Kaulille), één zak mortel: ęjnǝ zak mortǝl (Bree) De hoeveelheid mortel die in één keer wordt klaargemaakt. In Q 198 werd een hoeveelheid mortel bereid die voldoende was om 'vier stootskarren' ('vīr štutskarǝ') te vullen. De woordtypen 'één molen spijs' (Q 20) en 'één molen' (K 359, Q 83) wijzen op het gebruik van een cementmolen bij het maken van de mortel. Zie voor het woordtype 'malooi' (P 176b) ook het lemma 'Malooi' in wld ii.3, pag. 157. [N 30, 42; monogr.] II-9