e-WLD trefwoorden 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 2

TrefwoordBegrip: dialectopgave (plaats)Toelichting
slagen achteruittrappen:   slāgǝ (Zelem), slǭgǝ (Leopoldsburg), gelukken:   gesjlaagdj (Nunhem), sjlagə (Oirsbeek, ... ), sjlāāgə (Nieuwenhagen), sjlààgə (Heerlen), slaagə (Maastricht), slage (Hoensbroek, ... ), met de vlakke hand op iemands rug slaan:   slagen (Leopoldsburg), met tussenpozen regenen:   sleͅgə (Borgloon), noten afslaan:   sloagen (Beverlo), slōͅgə (Beverlo), IPA, omgesp.  slāgə (Kwaadmechelen), pinkelen:   slagen (Stein), schokken:   slāgǝ (Beringen, ... ), slaan:   slagen (Venlo), slá:gə (Hout-Blerick), vensterblinden:   slē̜x (Roosteren), šl ̇ɛ̄x (s-Gravenvoeren, ... ), šlēǝš (Vaals), šlē̜x (Amby, ... ), šlē̜ǝx (Gulpen, ... ), šlęjx (Schinnen), vensterluiken:   slē̜x (Peij), slɛ̄x (Roosteren), šl ̇ēx (Voerendaal), šl ̇ɛ̄x (Sibbe / IJzeren  [(enkelvoud: šl ̇āx)]  ), šlēx (Eupen, ... ), šlēǝš (Vaals  [(enkelvoud: šlār)]  ), šlē̜x (Geleen, ... ), šlē̜ǝx (Gulpen, ... ), šlęjx (Beek, ... ), (enk)  šlāx (Welkenraedt), werken met de hamer:   slǭgǝ (Tessenderlo), zijwand:   šlēx (Bocholtz, ... ), zingen: vink, nachtegaal  slage (Venlo) I-13, I-9, II-12, II-9, III-1-2, III-1-4, III-2-3, III-3-2, III-4-1, III-4-4